Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het tussenvonnis van 3 juni 2015
- het proces-verbaal van comparitie van 25 augustus 2015 en de ter gelegenheid van de mondelinge behandeling overgelegde stukken (producties 23 tot en met 30 zijdens [A] en productie 7 zijdens [B] .
2.De feiten
“Indien ik zonder gehuwd geweest te zijn en zonder achterlating van afstammelingen mocht overlijden vóór mijn levenspartner en huisgenote [A] , geboren te [plaats 1] op [geboortedatum] hierna te nomen ‘mijn partner’, en zij mij tenminste dertig dagen overleeft, benoem ik mijn partner tot mijn enige erfgename, mits ik ten tijde van mijn overlijden nog met mijn partner samenwoon en met haar een gemeenschappelijke huishouding voer.”
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
“mits ik ten tijde van mijn overlijden nog met mijn partner samenwoon en met haar een gemeenschappelijke huishouding voer.”Ook erflater was volgens [A] zich van het bestaan van die voorwaarde niet bewust, althans hij heeft zich naderhand toen erflater en [A] besloten apart te gaan wonen niet gerealiseerd dat door deze voorwaarde zijn benoeming van [A] tot enige erfgename was geclausuleerd. Dit blijkt uit het feit dat erflater op verschillende momenten tegenover familie en vrienden heeft verklaard dat hij [A] tot zijn enige erfgename had benoemd en [A] derhalve van zijn overlijden alles van hem zou erven. Erflater verklaarde dit met zoveel woorden ter gelegenheid van een familieberaad van de familie [A] in maart 2009 en voorts bij verschillende gesprekken met goede vrienden kort voor zijn overlijden.
“mits ik ten tijde van mijn overlijden nog met mijn partner samenwoon en met haar een gemeenschappelijke huishouding voer.”buiten beschouwing te worden gelaten, aldus [A] .
“mits ik ten tijde van mijn overlijden nog met mijn partner samenwoon en met haar een gemeenschappelijke huishouding voer”zijn duidelijk. Er moet sprake zijn van samenwonen en een gemeenschappelijke huishouding. Daarvan was ten tijde van het overlijden van erflater (al jaren) geen sprake meer. Hierop stuit de primaire vordering af.