5.2De bewijsoverwegingen van de rechtbank
[slachtoffer] heeft verklaard dat verdachte eind juli 2014 bij voetbalclub [voetbalclub] is aangesteld als trainer. [slachtoffer] heeft verklaard dat hij kort daarop op uitnodiging van verdachte naar de woning van verdachte in Enschede is gegaan. Verdachte zette porno op. Ook heeft [slachtoffer] verklaard dat hij van verdachte in de woning van verdachte een massage heeft gekregen, waartoe hij geheel ontkleed op het bed van verdachte moest gaan liggen. Na het masseren van de achterkant van het lichaam van [slachtoffer] , masseerde verdachte de voorkant van het lichaam van [slachtoffer] , waarbij verdachte aan het geslachtsdeel van [slachtoffer] begon te trekken. [slachtoffer] had een handdoek over zijn gezicht liggen. [slachtoffer] heeft verklaard dat hij verdachte tijdens de eerstvolgende voetbaltraining duidelijk heeft gezegd dat hij niet meer wilde wat verdachte de eerste keer bij [slachtoffer] had gedaan.
Voorts heeft [slachtoffer] verklaard dat hij ongeveer een week later met [getuige 1] opnieuw op bezoek is geweest bij verdachte in diens woning, alwaar porno op de televisie te zien was. Volgens [slachtoffer] heeft [getuige 1] tijdens dit verzoek een massage gekregen van verdachte in het bijzijn van [slachtoffer] . [slachtoffer] heeft verklaard dat hij daarna ook een massage van verdachte heeft gekregen, waarbij [slachtoffer] opnieuw door verdachte onverwachts bij zijn geslachtsdeel is gegrepen, dat verdachte het geslachtsdeel van [slachtoffer] heeft vastgepakt en heeft gekneed.
[slachtoffer] heeft na het verlaten van de woning van verdachte aan [getuige 1] verteld dat verdachte aan zijn geslachtsdeel heeft gezeten.
[slachtoffer] heeft verklaard dat in de woning van verdachte beelden stonden op een kastje bij de deur. Volgens [slachtoffer] wees verdachte naar die aapjes en heeft hij toen tegen [slachtoffer] en [getuige 1] gezegd: “Alles wat hier gebeurt, blijft hier.” [slachtoffer] heeft verklaard dat dit beeldjes van apen waren, met handen op de oren, de ogen en de mond.
[getuige 1] heeft verklaard dat hij en [slachtoffer] op 7 augustus 2014 samen bij verdachte in huis zijn geweest.[getuige 1] heeft verklaard dat verdachte porno op de televisie heeft aangezet. [getuige 1] heeft verklaard dat eerst hij en daarna [slachtoffer] op initiatief van verdachte door verdachte zijn gemasseerd. [getuige 1] heeft voorts verklaard dat hij geheel ontkleed op het bed in de slaapkamer van verdachte moest plaatsnemen waarna hij een handdoek over het hoofd kreeg. Toen [slachtoffer] later door verdachte werd gemasseerd mocht [getuige 1] niet kijken. Dat werd tegen hem gezegd en de slaapkamerdeur werd dicht gedaan. Voorts heeft [getuige 1] verklaard dat hij kort na voornoemd bezoek aan verdachte van [slachtoffer] heeft gehoord dat verdachte [slachtoffer] bij zijn geslachtsdeel heeft gegrepen. Ook heeft [getuige 1] de tussen verdachte en [slachtoffer] uitgewisselde appberichten gelezen. [getuige 1] en [slachtoffer] hebben niemand verteld wat er in de woning van verdachte was gebeurd. [getuige 1] heeft verklaard dat de reden hiervoor was dat verdachte hen dit had gezegd. In de woning van verdachte, bij de voordeur, stonden drie poppetjes, in de vorm van stenen aapjes. Deze aapjes zouden volgens verdachte horen, zien en zwijgen uitbeelden. Volgens [getuige 1] heeft verdachte, toen [getuige 1] en [slachtoffer] in de woning van verdachte kwamen, hen op de beeldjes gewezen en gezegd dat zij niemand iets mochten vertellen van wat er in zijn woning gebeurde.
De voorzitter van voetbalclub [voetbalclub] , alwaar verdachte als trainer was aangesteld van het team waarvan ook [slachtoffer] deel uitmaakt, zijnde getuige [getuige 3] , heeft verklaard dat verdachte tegen hem heeft verteld dat verdachte [slachtoffer] heeft gemasseerd.
Verdachte heeft verklaard dat hij in juli 2014 als trainer van [voetbalclub] is aangesteld en eind juli 2014 zijn eerste training heeft gegeven.Verdachte heeft verklaard dat [slachtoffer] wist dat verdachte een massagediploma had, omdat dit ter sprake is gekomen in de woning van verdachte toen [slachtoffer] ook in de woning aanwezig was. Naar eigen zeggen heeft verdachte aan één persoon laten weten dat die persoon bij hem thuis kon komen eten en dat was [slachtoffer] .Verdachte heeft verklaard dat [slachtoffer] drie keer bij hem op bezoek is geweest, waarvan één keer samen met [getuige 1]en dat toen porno op de televisie te zien was.
Betrouwbaarheid verklaringen van [slachtoffer]
Naar aanleiding van het verweer van de raadsman over de onbetrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer] overweegt de rechtbank als volgt. De verklaringen van [slachtoffer] zoals opgenomen in de aangifte en diens aanvullende verklaring zijn in grote lijnen en op wezenlijke onderdelen consistent en in de kern gelijkluidend. Voorts vinden de verklaringen van [slachtoffer] ondersteuning in de overige in het dossier aanwezige bewijsmiddelen. De rechtbank ziet derhalve geen enkele reden om te twijfelen aan de juistheid van deze verklaringen. Dat [slachtoffer] in eerste instantie niet over al hetgeen is voorgevallen heeft verklaard, doet naar het oordeel van de rechtbank aan de authenticiteit van de verklaringen niet af. Uit het dossier is voorts niet gebleken van enig belang voor [slachtoffer] om verdachte ten onrechte in diskrediet te brengen. [slachtoffer] heeft juist benadrukt dat hij verdachte een goede trainer vindt. Anders dan de raadsman is de rechtbank aldus van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer] als betrouwbaar kunnen worden aangemerkt en derhalve als bewijsmiddel kunnen worden gebezigd.
Bewijsminimum ingevolge artikel 342 Wetboek van Strafvordering (hierna Sv)
Volgens het tweede lid van art. 342 Sv - dat de tenlastelegging in haar geheel betreft en niet een onderdeel daarvan - kan het bewijs dat een verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Deze bepaling strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen ingeval de door één getuige gereleveerde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal. De vraag of aan het bewijsminimum van art. 342, tweede lid, Sv is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval.
De rechtbank is op basis van vorenstaande bewijsmiddelen van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer] op wezenlijke onderdelen wordt ondersteund door getuigen die uit eigen waarneming verklaren wat zij hebben gehoord of gezien, als ook de verklaring van verdachte. Uit de getuigenverklaringen blijkt dat [slachtoffer] in de tenlastegelegde periode meermalen bij verdachte in huis is geweest, dat verdachte porno op de televisie heeft aangezet, dat zowel [slachtoffer] als [getuige 1] op initiatief van verdachte zijn gemasseerd op het bed in de slaapkamer van verdachte met een handdoek over het hoofd en dat getuige [getuige 1] direct na voornoemd bezoek aan verdachte van [slachtoffer] heeft gehoord dat verdachte [slachtoffer] bij zijn geslachtsdeel heeft gegrepen. Dit geeft naar het oordeel van de rechtbank ook ondersteuning voor het onverhoeds aan [slachtoffer] geslachtsdeel trekken door verdachte toen [slachtoffer] de eerste keer (alleen) bij verdachte in de woning was. De verklaring van verdachte dat hij [slachtoffer] en [getuige 1] niet heeft gemasseerd acht de rechtbank niet geloofwaardig nu deze verklaring door de gebezigde bewijsmiddelen wordt weerlegd.
Op basis van het vorenstaande stelt de rechtbank vast dat verdachte meermalen het geslachtsdeel van [slachtoffer] heeft vastgepakt en heeft betast en daarbij aan het geslachtsdeel van die [slachtoffer] heeft getrokken en in het geslachtsdeel heeft geknepen. Gelet op de aard van de handelingen en de omstandigheden waaronder de handelingen plaatsvonden kunnen deze naar het oordeel van de rechtbank niet anders worden uitgelegd dan als ontuchtige handelingen.
Zoals hiervoor reeds vastgesteld gaat de rechtbank uit van de verklaring van [slachtoffer] dat hij door verdachte tot twee maal toe bij zijn geslachtsdeel is gegrepen. Naar het oordeel van de rechtbank is er eveneens voldoende bewijs voor het onverhoeds vastpakken en betasten en trekken aan het geslachtsdeel van [slachtoffer] . Dit omdat [slachtoffer] heeft verklaard dat het plotseling gebeurde en dat hij het niet had verwacht. Anders dan de raadsman is de rechtbank ook ten aanzien van het tweede voorval op 7 augustus 2014 van oordeel dat sprake is van onverhoeds handelen door verdachte. [slachtoffer] heeft verdachte na het eerste voorval naar eigen zeggen duidelijk gezegd dat hij niet meer wilde wat verdachte bij hem had gedaan. Daarnaast heeft [slachtoffer] bij het tweede bezoek aan verdachtes woning een vriend meegenomen die aldaar een ‘normale’ sportmassage van verdachte heeft gekregen. Onder deze omstandigheden, en met name na de aan verdachte gegeven reprimande, mocht [slachtoffer] er vanuit gaan dat een grensoverschrijdend voorval zoals voorheen niet nogmaals zou plaatsvinden. Voorts acht de rechtbank, anders dan de raadsman, het tijdens het bezoek bij verdachte ontvangen van seksueel getinte app-berichten van verdachte onvoldoende om te stellen dat [slachtoffer] op basis daarvan zou moeten hebben voorzien dat het voortzetten van het bezoek daadwerkelijk een seksuele lading zou krijgen.
Voor zover de raadsman met het benoemen van een ‘waarschijnlijker scenario’ heeft willen betogen dat enig seksueel handelen door verdachte heeft plaatsgevonden binnen een relatie tussen verdachte en [slachtoffer] , vindt dit standpunt naar het oordeel van de rechtbank geen steun in het onderhavige dossier.
Op basis van het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.