Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Erfgoedvereniging Bond Heemschut, te Amsterdam,
Stichting het Cuypersgenootschap, te Linne,
het college van burgemeester en wethouders van Zwolle, verweerder,
Engie Energie Nederland N.V.,
Rechtbank Overijssel
Op 7 maart 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tussen de erfgoedvereniging Bond Heemschut en de stichting het Cuypersgenootschap als verzoekers, en het college van burgemeester en wethouders van Zwolle als verweerder. De verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht om de voormalige energiecentrale Harculo in Zwolle tijdelijk aan te wijzen als gemeentelijk monument, om zo de sloop van de centrale te voorkomen. De gemeente Zwolle had eerder geweigerd om Harculo als monument aan te wijzen, wat leidde tot bezwaar van de verzoekers.
Tijdens de zitting op 2 maart 2017 hebben de verzoekers hun standpunt toegelicht, maar de voorzieningenrechter heeft besloten het verzoek af te wijzen. De rechter oordeelde dat de verzoekers niet voldoende spoedeisend belang hadden aangetoond, aangezien de sloop van Harculo al was toegestaan door Gedeputeerde Staten van Overijssel. De voorzieningenrechter benadrukte dat de bevoegdheid om een onroerende zaak als gemeentelijk monument aan te wijzen bij de gemeente ligt en dat de rechter terughoudend moet zijn in het toetsen van dergelijke besluiten.
De voorzieningenrechter concludeerde dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet kon worden toegewezen, omdat de sloop al in een actieve fase was en de verzoekers te laat rechtsmiddelen hadden ingesteld. De rechter wees erop dat de belangen van de derde-partij, die de sloop uitvoert, zwaarder wogen dan die van de verzoekers. De uitspraak werd gedaan door mr. A. Oosterveld, in aanwezigheid van griffier R.K. Witteveen, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.