Op 9 maart 2017 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling (tbs) van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1985 in Sri Lanka. De rechtbank heeft de maatregel met een jaar verlengd, na een vordering van de officier van justitie op basis van artikel 509o van het Wetboek van Strafvordering. De terbeschikkinggestelde verblijft in de Van der Hoevenkliniek te Utrecht en heeft een voorgeschiedenis van ernstige psychische problemen, waaronder schizofrenie en verslavingsproblematiek. De rechtbank heeft kennisgenomen van een adviesrapport van de kliniek, waarin de huidige toestand van de terbeschikkinggestelde wordt beschreven. De rechtbank constateert dat de terbeschikkinggestelde op de goede weg is, abstinent blijft van middelengebruik en beter gemotiveerd lijkt voor zijn behandeling. Echter, het risico op terugval in gewelddadig gedrag blijft hoog zonder het kader van de tbs. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gehonoreerd, maar het verzoek van de raadsvrouw om voorwaardelijk ontslag afgewezen. De rechtbank benadrukt het belang van monitoring van de medicatiewijzigingen en de noodzaak voor de terbeschikkinggestelde om te beseffen dat hij nog hulp nodig heeft.