ECLI:NL:RBOVE:2017:1090

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 maart 2017
Publicatiedatum
9 maart 2017
Zaaknummer
08/770161-16 (P), 08/770250-16 (ter terechtzitting gevoegd)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man uit Israël wegens geweld en brandstichting in AZC

Op 9 maart 2017 heeft de Rechtbank Overijssel een 39-jarige man uit Israël veroordeeld tot 15 maanden gevangenisstraf, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De man was schuldig bevonden aan meerdere geweldsdelicten en brandstichting in asielzoekerscentra (AZC) in Oranje en Schalkhaar. De rechtbank oordeelde dat de man op 3 augustus 2016 in het AZC te Schalkhaar een mobiele telefoon had gestolen van een medebewoner, waarbij hij geweld gebruikte. Hij had de telefoon gepakt en de medebewoner geslagen, wat leidde tot een handgemeen. Na dit incident stak hij op zijn kamer lakens in brand, wat gemeen gevaar voor goederen met zich meebracht. Daarnaast bedreigde hij medewerkers van het AZC met een stuk glas, wat hen in ernstige vrees bracht voor hun leven. De rechtbank oordeelde dat de man verminderd toerekeningsvatbaar was, gezien zijn psychische toestand, en dat hij zich moest laten behandelen. De officier van justitie had een gevangenisstraf geëist, die de rechtbank passend achtte, rekening houdend met de ernst van de feiten en de noodzaak voor behandeling.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/770161-16 (P)
08/770250-16 (ter terechtzitting gevoegd)
Datum vonnis: 9 maart 2017
Vonnis op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1967 te [geboorteplaats] (Israël),
verblijvende in PI Haaglanden, locatie Scheveningen.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 17 oktober 2016 in de zaak met parketnummer 08-770250-16 en van 23 februari 2017 in beide zaken. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. G.C. Pol en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. P.C. Borkhuis, advocaat te Deventer, naar voren is gebracht.
Ter terechtzitting van 23 februari 2017 heeft de rechtbank in het belang van het onderzoek de voeging bevolen van de bij afzonderlijke dagvaardingen onder parketnummers 08-770161-16 en 08-770250-16 tegen de verdachte aangebrachte zaken.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
onder parketnummer 08-770161-16
1.
hij op of omstreeks 03 augustus 2016 te Schalkhaar, gemeente Deventer, in het AZC aan de Frieswijkerweg 2, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een mobiele telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte (dreigend) tegenover die [slachtoffer 1] is gaan staan en/of die [slachtoffer 1] (met kracht) op/tegen het hoofd heeft gestompt/geslagen en/of (daarbij) het shirt van die
[slachtoffer 1] heeft vastgepakt (waardoor die [slachtoffer 1] ten val is gekomen) en/of (terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag) die [slachtoffer 1] (opnieuw)(in een nekklem) heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of (vervolgens) (met kracht) tegen het aanrecht heeft geduwd/gedrukt en/of (daarbij) meermalen, althans eenmaal (met kracht) tegen het hoofd en/of lichaam van die [slachtoffer 1] heeft gestompt/geslagen;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 03 augustus 2016 te Schalkhaar, gemeente Deventer, in het AZC aan de Frieswijkerweg 2, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een mobiele telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
en/of
hij op of omstreeks 03 augustus 2016 te Schalkhaar, gemeente Deventer, in het AZC aan de Frieswijkerweg 2, opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer 1] , (met kracht) op/tegen het hoofd heeft gestompt/geslagen en/of (daarbij) het shirt van die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt (waardoor die [slachtoffer 1] ten val is gekomen) en/of (terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag) die [slachtoffer 1] (opnieuw)(in een nekklem) heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of (vervolgens) (met kracht) tegen het aanrecht heeft geduwd/gedrukt en/of meermalen, althans eenmaal (met kracht) tegen het hoofd en/of lichaam van die [slachtoffer 1] heeft gestompt/geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2.
hij op of omstreeks 03 augustus 2016 te Schalkhaar, gemeente Deventer, in het AZC aan de Frieswijkerweg 2, opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een of meer lakens, althans met een brandbare stof ten gevolge waarvan dat/die laken(s) geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor (goederen zich bevindende in) de woning/kamer van verdachte/het AZC, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was;
3.
hij op of omstreeks 03 augustus 2016 te Schalkhaar, gemeente Deventer, [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (allen (opvang)medewerkers van het AZC te Schalkhaar) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling,
immers heeft/is verdachte opzettelijk dreigend,
-een (groot) stuk glas (met scherpe punt) gepakt en/of
-(meermalen, althans eenmaal en/of met versnelde pas en/of opgeheven arm) met dat stuk glas in zijn hand, in de richting van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] gelopen/gerend en/of
-(daarbij) (meermalen, althans eenmaal en/of op korte afstand van die [slachtoffer 2] en/of Leeuwaarde en/of [slachtoffer 4] ) met dat stuk glas een of meer stekende beweging(en) in de richting van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] gemaakt;
4.
hij in of omstreeks 3 aug 2016 t/m 4 aug 2016 te Schalkhaar, gemeente Deventer, opzettelijk
een mobiele telefoon (Huawei), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten door voornoemde [slachtoffer 5] bij verdachte gebracht om aan een oplader te leggen, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
onder parketnummer 08-770250-16
1.
hij op of omstreeks 17 juli 2016 te Oranje, gemeente Midden-Drenthe, [slachtoffer 6] heeft mishandeld door krachtig tegen haar schouder te duwen en/of een stoel tegen de arm en/of het hoofd, althans tegen het lichaam van die [slachtoffer 6] te gooien;
2.
hij op of omstreeks 17 juli 2016 te Oranje, gemeente Midden-Drenthe, [slachtoffer 6] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling,
immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 6] dreigend de woorden toegevoegd: "next time I take a knife", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden waarvan vijf maanden voorwaardelijk met aftrek van de dagen doorgebracht in voorarrest op te leggen. Aan de voorwaardelijke straf zouden als bijzondere voorwaarden een meldplicht en een behandelverplichting voor de maximale duur van zes maanden moeten worden verbonden.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte het feit heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken.
5.1
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder parketnummer 08-770161-16 onder 1 primair, 2, 3 en 4 en onder parketnummer 08-770250-16 onder 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
5.2
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van parketnummer 08-770161-16
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat verdachte van het onder 1 primair ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken voor zover het de geweldshandelingen betreft, omdat verdachte heeft gehandeld uit noodweer. Op die grond zou van de subsidiair ten laste gelegde mishandeling eveneens moeten worden vrijgesproken. Met betrekking tot de diefstal van de telefoon, zoals subsidiair ten laste is gelegd, heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Met betrekking tot het onder 2 ten laste legde heeft de raadsvrouw vrijspraak bepleit omdat verdachte weliswaar brand heeft gesticht maar uit het dossier kan niet worden opgemaakt dat er gevaar voor goederen is ontstaan.
Een bedreiging zoals onder 3 ten laste gelegd kan volgens de raadsvrouw wettig en overtuigend bewezen worden met uitzondering van het onderdeel dat ziet op de stekende bewegingen.
Verder dient verdachte van het onder 4 ten laste gelegde te worden vrijgesproken omdat er geen sprake is geweest van wederrechtelijke toe-eigening door verdachte maar van zaakwaarneming.
Ten aanzien van het onder parketnummer 08-770250-16
Met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde heeft de raadsvrouw bepleit dat het duwen wettig en overtuigend bewezen kan worden. Voor het overige dient verdachte te worden vrijgesproken, evenals van het onder 2 ten laste gelegde gelet op de ontkenning van verdachte en onduidelijkheden in het dossier.
5.3
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Ten aanzien van parketnummer 08-770161-16
Feit 1 primair
Met betrekking tot het onder 1 primair ten laste gelegde overweegt de rechtbank het volgende. Aan de hand van camerabeelden en de verklaring van aangever komt de rechtbank tot de navolgende vaststelling van de feitelijke gang van zaken. Verdachte is op 3 augustus 2016 op het AZC te Schalkhaar naar de keuken gegaan alwaar aangever [slachtoffer 1] schoonmaakwerkzaamheden verrichtte. De telefoon van aangever lag op een keukenblok. Bij binnenkomst heeft verdachte de telefoon van aangever gepakt en bij zich gestoken. Direct daarna is het tot een handgemeen tussen verdachte en aangever gekomen. Daarbij verdient opmerking dat, anders dan de raadsvrouw heeft bepleit, het niet aangever was die verdachte te lijf ging maar dat verdachte, die kennelijk werd aangesproken door aangever, en aangever naar elkaar toeliepen waarna een fysieke confrontatie volgde waarin aangever direct het onderspit dolf. Van noodweer is geen sprake geweest. De feitelijke toedracht is anders geweest dan verdachte heeft beweerd. Uit die feitelijke toedracht leidt de rechtbank tevens af dat de tenlastegelegde geweldsuitoefening zijdens verdachte niet plaatshad in het kader van diens ‘verdedigingswil’ maar met een ander oogmerk. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de telefoon heeft gestolen welke diefstal werd gevolgd van geweld, gepleegd met het oogmerk om na betrapping op heterdaad aan verdachte het bezit van het gestolene te verzekeren en diens vlucht mogelijk te maken. De aanwezigheid van ‘voorwerpen’ in de handen van aangever die in de keuken bezig was met schoonmaakwerkzaamheden, leidt niet een ander oordeel nu op geen enkele wijze is gebleken dat deze voorwerpen een rol van betekenis hebben gehad in het conflict.
Feit 2.
Na het incident zoals onder 1 ten laste gelegd, heeft verdachte op zijn kamer lakens in brand gestoken. Anders dan de raadsvrouw is de rechtbank wel van oordeel dat hierdoor gemeen gevaar voor goederen te duchten is geweest. Verdachte heeft de lakens in brand gestoken op zijn kamer in het AZC waar zich eveneens andere brandbare, mede het interieur van die kamer uitmakende goederen bevonden. Het is naar het oordeel van de rechtbank ten tijde van de brandstichting voorzienbaar geweest dat deze goederen ook geheel of gedeeltelijk zouden verbranden. Het feit dat niet aannemelijk is dat de brand zich had kunnen ontwikkelen tot een uitslaande brand doet daaraan niet af. De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Feit 3.
Nadat verdachte de brand op zijn kamer had gesticht hebben medewerkers van het AZC de brand geblust. Blijkens verklaringen van aangevers gedroeg verdachte zich agressief jegens de medewerkers van het AZC en heeft hij via een raam zijn kamer verlaten. Buiten bleef verdachte zich agressief gedragen. Hij hield een stuk glas in zijn handen waarmee hij richting aangevers [slachtoffer 4] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] liep. Hij hield het stuk glas met opgeheven hand richting aangevers en maakte er ook stekende bewegingen mee. Mede gelet op hetgeen hieraan is voorafgegaan, te weten de vechtpartij in de keuken met een medebewoner, de brandstichting op zijn kamer en het agressieve gedrag van verdachte, is de rechtbank van oordeel dat aangevers in redelijkheid konden vrezen voor (verlies van) hun leven c.q. voor zware mishandeling, en dat het opzet van verdachte ook daarop gericht was. De rechtbank acht het onder 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Feit 4.
Een medebewoner van het AZC te Schalkhaar, [slachtoffer 5] , heeft aangifte gedaan van verduistering van zijn telefoon. Hij had zijn telefoon bij verdachte op zijn kamer aan de oplader gelegd. Nadat verdachte op 3 augustus 2016 door de politie is aangehouden is de telefoon van aangever bij verdachte in de fouillering aangetroffen. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich de telefoon van aangever [slachtoffer 5] , welke hij anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk had toegeëigend. Het door verdachte opgegeven motief om de telefoon bij zich te steken, te weten om deze te beschermen, acht de rechtbank volstrekt ongeloofwaardig.
Ten aanzien van parketnummer 08-770250-16
Feit 1.
Op 17 juli 2016 verbleef verdachte op het AZC te Oranje, gemeente Midden-Drenthe. Aangeefster [slachtoffer 6] was daar aan het werk als beveiliger. Na een melding over rookontwikkeling in de kamer van verdachte heeft aangeefster samen met een collega de deur van verdachtes kamer geopend. Verdachte was niet aanwezig maar kwam kort daarna bij zijn kamer aan. Verdachte wilde naar binnen maar werd tegen gehouden door aangeefster en haar collega. Hierop begon verdachte zich agressief te gedragen en heeft hij aangeefster krachtig tegen haar schouder geduwd. Vervolgens heeft verdachte een stoel gepakt en deze naar aangeefster gegooid. De stoel heeft aangeefster tegen haar bril, rechter onderarm, en haar rechterslaap geraakt. Aangeefster heeft hierdoor pijn en letsel opgelopen. De rechtbank ziet geen reden om te twijfelen aan de aangifte omdat deze wordt ondersteund door onder meer de verklaring van getuige [getuige 1] en het kort na het incident door verbalisant [verbalisant] geconstateerde letsel bij aangeefster. Anders dan de raadsvrouw heeft bepleit doet de verklaring van getuige [getuige 2] , inhoudende dat verdachte overeenkomstig de hem gegeven instructies een stoel op de grond heeft gezet en daarop is gaan zitten, aan het voorgaande niet af. Uit het samenstel van verklaringen blijkt immers dat getuige [getuige 2] bij de confrontatie tussen verdachte en aangeefster niet aanwezig was en eerst later ten tonele is verschenen. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de mishandeling van [slachtoffer 6] .
Feit 2.
Kort na het hiervoor beschreven incident heeft verdachte aangeefster [slachtoffer 6] bedreigd met de woorden ‘next time I take a knife”, althans woorden van gelijke strekking. Aan de ontkenning van verdachte gaat de rechtbank voorbij nu deze ontkenning met name wordt geschraagd door verdachtes stelling dat hij geen Engels spreekt, welke stelling wordt weerlegd door – onder meer – de verklaring van getuige [getuige 1] inhoudende dat alle conversatie tussen verdachte en het personeel van het AZC in het Engels verliep.
5.4
De conclusie
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het onder parketnummer 08-770161-16 onder 1 primair, 2, 3 en 4 en onder parketnummer 08-770250-16 onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
parketnummer 08-770161-16
1.
hij op 03 augustus 2016 te Schalkhaar, gemeente Deventer, in het AZC aan de Frieswijkerweg 2, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een mobiele telefoon, toebehorende aan [slachtoffer 1] , welke diefstal werd gevolgd van geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld hierin bestond dat verdachte (dreigend) tegenover die [slachtoffer 1] is gaan staan en die [slachtoffer 1] op/tegen het hoofd heeft geslagen en (daarbij) het shirt van die
[slachtoffer 1] heeft vastgepakt (waardoor die [slachtoffer 1] ten val is gekomen) en (terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag) die [slachtoffer 1] (opnieuw)(in een klem) heeft vastgepakt en vastgehouden en (vervolgens) (met kracht) tegen het aanrecht heeft gedrukt en/of (daarbij) meermalen, tegen het hoofd en/of lichaam van die [slachtoffer 1] heeft gestompt/geslagen;
2.
hij op 03 augustus 2016 te Schalkhaar, gemeente Deventer, in het AZC aan de Frieswijkerweg 2, opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met lakens, ten gevolge waarvan die lakens gedeeltelijk zijn verbrand, en daarvan gemeen gevaar voor (goederen zich bevindende in) de woning/kamer van verdachte/het AZC, te duchten was;
3.
hij op 03 augustus 2016 te Schalkhaar, gemeente Deventer, [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] (allen (opvang)medewerkers van het AZC te Schalkhaar) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling,
immers heeft/is verdachte opzettelijk dreigend,
-een (groot) stuk glas (met scherpe punt) gepakt en
-(met versnelde pas en/of opgeheven arm) met dat stuk glas in zijn hand, in de richting van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] gelopen/gerend en
-(daarbij) (meermalen, althans eenmaal en/of op korte afstand van die [slachtoffer 2] en Leeuwaarde en [slachtoffer 4] ) met dat stuk glas stekende beweging(en) in de richting van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] gemaakt;
4.
hij op 3 augustus 2016 te Schalkhaar, gemeente Deventer, opzettelijk een mobiele telefoon (Huawei), toebehorende aan [slachtoffer 5] , en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten door voornoemde [slachtoffer 5] bij verdachte gebracht om aan een oplader te leggen, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
onder parketnummer 08-770250-16
1.
hij op 17 juli 2016 te Oranje, gemeente Midden-Drenthe, [slachtoffer 6] heeft mishandeld door krachtig tegen haar schouder te duwen en een stoel tegen de arm en het hoofd van die [slachtoffer 6] te gooien;
2.
hij op 17 juli 2016 te Oranje, gemeente Midden-Drenthe, [slachtoffer 6] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 6] dreigend de woorden toegevoegd: "next time I take a knife", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder parketnummer 08-770161-16 onder 1 primair, 2, 3 en 4 en onder parketnummer 08-770250-16 onder 1 en 2 meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

6.1
Het standpunt van de verdediging.
Ter terechtzitting heeft de raadsvrouw van de verdachte met betrekking tot het onder parketnummer 08/770161-16 onder 1 primair ten laste gelegde een beroep gedaan op noodweer. Zij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte heeft gehandeld uit zelfverdediging. Er is sprake geweest van een moment waarop verdachte heeft gemeend dat er sprake was van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding waartegen hij zich op dat moment moest verdedigen. Immers kwam aangever met opgeheven armen en een metalen voorwerp in zijn hand op verdachte toelopen.
6.2
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gesteld dat er geen sprake is geweest van een noodweersituatie omdat het verdachte is geweest die aangever heeft vastgepakt en geslagen. Subsidiair heeft hij betoogd dat er sprake was van culpa in causa.
6.3
Het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank overweegt het volgende.
Voor een geslaagd beroep op noodweer is vereist dat er sprake is geweest van een noodweersituatie, dat wil zeggen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding gericht tegen eigen of andermans lijf, eerbaarheid of goed, waarbij de verdediging noodzakelijk en proportioneel moet zijn. Zoals uit het hiervoor onder 5.3 ten aanzien van dit feit overwogene reeds blijkt, is niet aannemelijk geworden dat er op enig moment sprake was van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding van verdachte. De rechtbank verwerpt het beroep op noodweer.
Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 157, 285, 300, 312 en 321 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 08-770161-16
feit 1
het misdrijf: diefstal, gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren
feit 2
het misdrijf: opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is
feit 3
het misdrijf: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans zware mishandeling, meermalen gepleegd
feit 4
het misdrijf: verduistering
Parketnummer 08-770250-16
feit 1
het misdrijf: mishandeling
feit 2
het misdrijf: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans zware mishandeling

7.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

8.De op te leggen straf of maatregel

8.1
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- een uittreksel justitiële documentatie van verdachte d.d. 13 oktober 2016;
- een adviesrapport over de persoon van verdachte d.d. 13 oktober 2016 en een aanvullend adviesrapport d.d. 20 februari 2017, opgemaakt door W. Hutten, reclasseringswerker Reclassering Nederland;
- een pro justitia rapport over de persoon van verdachte d.d. 21 december 2016, opgemaakt door C.J.F. Kemperman, psychiater.
Verdachte heeft zich in een korte periode agressief gedragen jegens medewerkers en medebewoners van twee AZC’s. Hij heeft in juli 2016 zonder enige aanleiding een beveiliger van het AZC te Oranje mishandeld en bedreigd, nadat zij te hulp was geschoten vanwege rookontwikkeling in verdachtes woning. Hierna is hij overgeplaatst naar het AZC te Schalkhaar. Op 3 augustus 2016 heeft verdachte zich ook hier ernstig misdragen. Hij heeft toen een telefoon van een medebewoner gestolen, waarna hij agressief is geworden en de medebewoner te lijf is gegaan. Later diezelfde dag heeft hij, nadat hij te horen had gekregen dat hij vanwege voormeld incident enige tijd niet meer welkom was op de opvang, brand gesticht in zijn kamer en vervolgens wederom AZC-medewerkers bedreigd. Ditmaal gebruikte hij daarbij een stuk glas. Ook heeft hij die dag een telefoon van een andere medebewoner weggenomen, die kennelijk in goed vertrouwen bij verdachte was achtergelaten.
In voornoemd pro justitia rapport staat te lezen dat bij verdachte sprake is van schizofrenie, paranoïde type en een aanpassingsstoornis met gemengde stoornis van emoties en gedrag, bij een man met posttraumatische stressproblematiek en antisociale trekken in de persoonlijkheid. Deze kenmerken waren ook ten tijde van het tenlastegelegde aanwezig en hebben verdachtes gedragingen en keuzes beïnvloed. Gelet hierop adviseert de deskundige – bij een bewezenverklaring – de feiten aan verdachte in verminderde mate toe te rekenen. De rechtbank neemt dit advies over en acht verdachte verminderd toerekeningsvatbaar.
De psychiater schat de kans op recidive groot zolang de psychische gesteldheid van verdachte niet verbetert. Daarnaast kunnen het ontbreken van een verblijfsstatus, dagbesteding, inkomen, woonplek en een sociaal netwerk negatief van invloed zijn op de recidivekans. De deskundige adviseert een klinische behandeling als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel. De reclassering heeft in haar aanvullend rapport zich aangesloten bij het advies van de psychiater en dit als bijzondere voorwaarde naast de meldplicht geadviseerd.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf zoals geëist door de officier van justitie passend en geboden. De rechtbank ziet geen aanleiding hiervan af te wijken in het voordeel van verdachte. De strafeis doet, rekening houdend met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte, enerzijds recht aan de ernst van de bewezenverklaarde feiten en biedt anderzijds ruimte voor behandeling van verdachte.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 27 en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
  • verklaart bewezen, dat verdachte het onder parketnummer 08-770161-16 onder 1 primair, 2, 3 en 4 en onder parketnummer 08-770250-16 onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder parketnummer 08-770161-16 onder 1 primair, 2, 3 en 4 en onder parketnummer 08-770250-16 onder 1 en 2 meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- kwalificeert dit als hiervoor vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder parketnummer 08-770161-16 onder 1 primair, 2, 3 en 4 en onder parketnummer 08-770250-16 onder 1 en 2 bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
- omdat de veroordeelde geen medewerking aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr heeft verleend, medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- omdat de veroordeelde tijdens de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
  • stelt als
  • stelt als
  • draagt de reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
  • bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.P.K. van Rosmalen, voorzitter, mr. S. Taalman en
mr. W. Foppen, rechters, in tegenwoordigheid van W. van Goor, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 9 maart 2017.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Parketnummer 08-770161-16
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer 2016383404. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feit 1
1. Het proces-verbaal aangifte [1] , opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] d.d. 5 augustus 2016, onder meer inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1] :
(…) Een aantal dagen geleden, exacte datum en tijdstip niet bekend, bevond ik mij in de keuken van de IBO afdeling. Die [verdachte] kwam in de keuken (…) Op het aanrecht lag mijn eigen GSM toestel. Ik zag dat [verdachte] deze pakte als inruil voor die 10,- euro. Ik was het hier niet mee eens en liep in zijn richting. Uit het niets, ik zag het niet eens aankomen, gaf hij mij een vuiststoot ter hoogte van mijn hoofd. Dit deed hij met zijn tot vuist gebalde rechter hand. Ik weet niet meer waar hij mij precies had geraakt, maar [verdachte] is een forse/stevige man, door de vuistslag verloor ik mijn evenwicht en viel ik op de grond. Hier bleef hij mij op mijn hele lichaam meerdere vuistslagen geven. Ik voelde op mijn hoofd, armen en rug
door de slagen een helse pijn. Ook pakte hij mij stevig vast bij mijn nek en duwde [verdachte] mijn hoofd naar beneden. (…) Ik heb door de mishandeling van [verdachte] meerdere krasjes en blauwe plekken op mijn lichaam opgelopen. Mijn rechter oog was eerste dag rood/blauw gekleurd. (…) De beveiligingsbeelden(printshots) van de diefstal met geweld gevoegd in de aangifte. (…)
2. Het proces-verbaal van bevindingen [2] , opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] d.d. 3 augustus 2016, onder meer inhoudende het relaas van verbalisant:
Op woensdag 03 augustus 2016 kwam ik, [verbalisant] , naar aanleiding van een melding vechtpartij op het AZC locatie Frieswijkerweg 2
te Schalkhaar. (…) Ik, [verbalisant] zag [verdachte] verschijnen op de camera die beelden opneemt in de keuken. In deze keuken was betrokkene [slachtoffer 1] bezig met schoonmaakwerkzaamheden. Ik, [verbalisant] zag dat [verdachte] rechtstreeks naar de jas van [slachtoffer 1] liep die op het aanrecht lag.
Ik, [verbalisant] zag dat [verdachte] iets uit de jaszak pakte en omdraaide. Op dat moment kwam [slachtoffer 1] richting [slachtoffer 1] lopen. Ik, zag dat [verdachte] ongeveer een kop groter en een stuk breder was dan [slachtoffer 1] . Ik, [verbalisant] zag dat [verdachte] [slachtoffer 1] een klap op zijn hoofd gaf. [slachtoffer 1] werd aan zijn shirt vastgepakt. [slachtoffer 1] viel op de grond. Ik, [verbalisant] zag dat [verdachte] [slachtoffer 1] op de grond vastpakte en meerdere slaande bewegingen maakte op het lichaam van [slachtoffer 1] .
[verdachte] bleef [slachtoffer 1] enige minuten om het lichaam vasthouden. Het gevecht ontaarde in een grondgevecht. (…)
3. De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 23 februari 2017, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
(….) Ik heb in de keuken de telefoon van [slachtoffer 1] gepakt. (…) Ik heb hem geslagen.
4. De waarneming van de rechtbank ter terechtzitting d.d. 23 februari 2017 ten aanzien van de toen aldaar getoonde camerabeelden van de diefstal van de telefoon van [slachtoffer 1] en het daarna gevolgde geweld.
Feit 2
5. Het proces-verbaal aangifte [3] , opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] d.d. 3 augustus 2016, onder meer inhoudende de verklaring van [naam 1] namens het AZC Schalkhaar:
(…) Ik ben werkzaam als opvangmedewerker bij het COA op het AZC te Schalkhaar. Ik werk in gebouw P. (…) Vanochtend, op 3 augustus 2016 (…) De deur van zijn kamer stond open en ik hoorde dat hij aan het schelden was. Ik liep naar zijn kamer en kon goed de kamer inkijken. (…) Ik zag ook direct dat er iets op de grond brandde. Hij had dus daadwerkelijk “iets” in
de brand gestoken. Ik zag dat hij op die vlammen een laken gooide, kennelijk met het doel deze ook te laten branden. (…)
Korte opmerking verbalisant
(…) Ter plaatse gekomen bij dit gebouw vernam ik een
rook- c.q. brandlucht. Een van de bewoners had brand gesticht op diens kamer. In de kamer van de in de aangifte genoemde [verdachte] , voornaam [verdachte] , zag ik roze en wit textiel liggen. Op het witte textiel waren twee brandplekken te zien. Er was voldoende brandbaar materiaal op de vloer en verder in de kamer aanwezig om de brand tot ontwikkeling te laten komen. (…)
6. De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 23 februari 2017, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
(...) Ik heb op 3 augustus 2016 in mijn kamer op het AZC te Schalkhaar lakens in brand gestoken. (…)
Feit 3
7. Het proces-verbaal aangifte [4] , opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] d.d. 3 augustus 2016, onder meer inhoudende de verklaring van [slachtoffer 4] :
Ik ben opvangmedewerker op het AZC Schalkhaar. Vandaag, woensdag 3
augustus 2016, had ik late dienst in gebouw P, Intensief Begeleidende Opvang. (…) Ik hoorde van [naam 2] dat [verdachte] richting de uitgang van het terrein liep. We zijn toen met meerdere achter hem aan gelopen om
mensen uit zijn buurt te houden. (…) Ik zag, toen ik achter hem aanliep, dat hij een stuk glas met een scherpe punt in zijn rechterhand vast had. Ter hoogte van gebouw K zag ik dat [verdachte] zich omdraaide en mijn richting op liep. Ik zag dat hij het stuk glas opgeheven richting mij hield. Ik zag dat hij mij aankeek met een kwade blik. (…) Ik zag dat hij met versnelde pas mijn kant op kwam. Ik ben toen weggerend, want ik was echt bang dat hij mij anders met dat stuk glas zou verwonden. Ik voelde mij op dat moment
zeer bedreigd door hem. Hij rende denk ik zo’n dertig meter achter mij aan. (…)
8. Het proces-verbaal aangifte [5] , opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] d.d. 3 augustus 2016, onder meer inhoudende de verklaring van [slachtoffer 3] :
Ik ben medewerker van de 130 gevestigd aan de Frieswijkerweg te Schalkhaar. (…) Ik stond op de hoek van de woning toen [verdachte] naar buiten was gekomen door het raam. Ik zag dat hij iets in zijn hand had. Ik zag dat het een groot stuk glas betrof van ongeveer 15 centimeter met een scherpe punt. Ik stond opdat moment op ongeveer 10 meter afstand. Ik zag dat
[slachtoffer 2] naast mij stond. Ik zag dat [verdachte] snel op ons af kwam lopen met het stuk glas onze richting op. Ik zag dat hij hierbij stekende bewegingen maakte. Ik ben toen samen met [slachtoffer 2] weggelopen. Als wij waren blijven staan had hij ons zeker gestoken. (…) Op een gegeven moment keerde hij zich weer om naar mij en nog wat meer medewerkers. Ik zag dat ik op een afstand was van ongeveer 4 meter. Ik zag dat weer op ons af kwam lopen met het stuk glas. Ik zag dat hij weer stekende bewegingen
maakte richting ons. Wij zijn vervolgens ook omgedraaid en weggelopen van hem af. (…) Ik was bang dat als ik gewoon was blijven staan bij mij zeker had gestoken met het glas. Het is een forse man en ik denk ook wel dat hij erg sterk is. Ik had hem ook al de mishandeling op de beelden zien plegen en dat ging er ook al fors aan toe.
9. Het proces-verbaal aangifte [6] , opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] d.d. 3 augustus 2016, onder meer inhoudende de verklaring van [slachtoffer 2] :
Ik ben medewerker van de IBO gevestigd aan de Frieswijkerweg te Schalkhaar. (…) Ik stond op de hoek van de woning toen [verdachte] naar buiten was gekomen door het raam. Ik zag dat hij iets in zijn hand had. Ik zag dat het een groot stuk glas betrof van ongeveer 15 centimeter met en scherpe punt. Ik stond op dat moment op ongeveer 10 meter afstand. Ik zag dat [slachtoffer 3] naast mij stond. Ik zag dat [verdachte] snel op ons af kwam lopen met het stuk glas onze richting op. Ik zag dat hij hierbij stekende bewegingen maakte. Ik ben toen samen met [slachtoffer 3] weggelopen. Als wij waren blijven staan had hij ons zeker gestoken. (…) Op een gegeven moment keerde hij zich weer om naar mij en nog wat meer medewerkers. Ik zag dat ik op een afstand was van ongeveer 4 meter. Ik zag dat weer op ons af kwam lopen met het stuk glas. Ik zag dat hij weer stekende bewegingen maakte richting ons. (…)
Feit 4
10. Het proces-verbaal aangifte [7] , opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] d.d. 5 augustus 2016, onder meer inhoudende de verklaring van [slachtoffer 5] :
(…) Aangezien mijn lader kapot was heb ik mijn telefoon aan de lader van mijn buurman gelegd. Dit betreft mijn buurman welke op kamer nummer 9 woont. Ik heb van te voren gevraagd aan mijn buurman of ik mijn telefoon op zijn kamer mocht opladen. Dit was oké. (…) In de middag van 4 augustus 2016, werd er door een medewerkster van het COA contact met mij gezocht. Deze vertelde mij dat mijn telefoon mogelijk was gevonden. (…)
11. De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 23 februari 2017, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
(…) Ik was de bewoner op kamer nummer 9 op het AZC. Aangever had zijn telefoon op mijn kamer aan de oplader gelegd. (…) Ik heb de telefoon gepakt en in mijn zak gestoken. (…)
Parketnummer 08-770250-16
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie Noord-Nederland, district Drenthe, met nummer PL0100-2016205514. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
12. Het proces-verbaal aangifte [8] , opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] d.d. 17 juli 2016, onder meer inhoudende de verklaring van [slachtoffer 6] en een opmerking van de verbalisant:
(…) Ik werk als beveiliger (…) op het AZC te Oranje in de gemeente Midden-Drenthe. Vanavond, zondag 17 juli 2016, omstreeks 20.15 uur, was ik in de ruimte van de beveiliging. (…) Ik wilde [getuige 1] bijstaan, maar de man duwde mij krachtig tegen een schouder waardoor ik een pas opzij moest doen om overeind te blijven (…) Hij pakte vervolgens een rieten keukenstoel met lange poten op, pakte deze met één hand bij een poot en gooide deze in mijn richting. De afstand tussen ons beide was op dat moment ongeveer 1,5 meter. De man gooide duidelijk met opzet de stoel in mijn richting (…) De stoel raakte mij echter toch, onder andere tegen mijn bril, op mijn rechteronderarm en mijn rechterslaap. Ik heb hierdoor enkele blauwe plekken op mijn rechteronderarm, een pijnlijke gezwollen plek op mijn rechterslaap en een geschaafde linker elleboog opgelopen. (…) Toen gewaarschuwde politieagenten ter plaatse waren en de man hadden aangehouden, hoorde ik dat de man tegen mij zei: “Next time…”, hij maakte daarbij met een hand een snijbeweging langs zijn hals en sloeg vervolgens met een vuist in de handpalm van de andere hand. Ik begreep dat hij daarmee bedoelde dat hij mij bij een volgende ontmoeting wat zou aandoen. (…) Toen de man achter in de politieauto zat, waar ik vlak naast stond, hoorde ik via het geopende raam van het voorportier, dat de man zei: “The next time I take a knife”. Door deze bedreigende opmerkingen voel ik mij bedreigd. (…)
Korte opmerking verbalisant. Tijdens het opnemen van de aangifte, toonde aangever mij de blauwe plekken op haar rechter onderarm, de licht geschaafde en rode linker elleboog, de gezwollen plek op haar rechter slaap en de schade aan haar bril.
13. Het proces-verbaal van verhoor getuige [9] , opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] d.d. 17 juli 2016, onder meer inhoudende de verklaring van [getuige 1] :
Vandaag, zondag 17 juli 2016, had ik dienst van 13.00 uur tot 21.00 uur. (…) Ik zag dat de man een stoel pakte. Ik zag dat de man de stoel omhoog hief en ik zag dat hij met kracht deze stoel tegen het hoofd van [slachtoffer 6] aan sloeg. Ik zag dat de bril van [slachtoffer 6] door de klap op de grond viel. (…) Ik hoorde wel dat de man onderweg nog zei dat hij [slachtoffer 6] de volgende keer wel zou pakken. (…) Alle conversatie tussen ons en de man ging steeds in het Engels. De dreigementen die hij uitte waren ook in het Engels. De man die door uw collega’s is aangehouden (…) is de man die [slachtoffer 6] heeft mishandeld en bedreigd.
14. Het proces-verbaal verhoor meerderjarige verdachte [10] , opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] d.d. 18 juli 2016, onder meer inhoudende de verklaring van [verdachte] :
(…) Ik werd op dat moment tegengehouden door een beveiliger. Ze hielden mij vast omdat ik naar buiten moest. Ik rukte mij daarbij los. Ik gaf een beveiliger een duw om van mij af te houden. (…) Ik zei tegen haar, deze keer heb ik je niet geslagen maar de volgende keer ga ik dat wel doen. (…)
V: Beveiliger verklaarde dat u in de Engelse taal zei: “Next time” Reageer hier eens? A: Ja, dat heb ik gezegd, volgende keer ga ik je slaan omdat ze dit allemaal heeft verzonnen.(…)
15. Het proces-verbaal aanhouding [11] , opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] d.d. 17 juli 2016, onder meer inhoudende het relaas van verbalisanten of van een van hen:
(…) Omstreeks 20.45 uur kwamen wij aan op het terrein van het AZC in Oranje. (…) Ik, [verbalisant] , zag dat de man iets tegen de aangeefster zei. (…) Wel zag ik dat hij met gebalde vuisten voor haar ging staan en toen met ons mee liep. (…) Ik, [verbalisant] , hoorde de man in het Duits zeggen: volgende keer heb ik een mes. Ik zag dat hij hierbij keek richting aangeefster. (…)

Voetnoten

1.Pagina 54 t/m 74
2.Pagina 39
3.Pagina 42 t/m 44
4.Pagina 46 t/m 47
5.Pagina 48 t/m 50
6.Pagina 51 t/m 53
7.Pagina 75, 76
8.Pagina 12 t/m 14
9.Pagina 16 t/m18
10.Pagina 23 t/m 27
11.Pagina 4, 5