Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de meervoudige kamer in het geschil tussen
[derde belanghebbenden], te [plaats] ,
Rechtbank Overijssel
Op 14 maart 2017 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een last onder dwangsom opgelegd aan een inrichting voor de verwerking van dakgrind. De eiseres, die haar activiteiten had verplaatst naar een nieuwe locatie, kreeg van het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg een last opgelegd om binnen acht weken aan verschillende voorwaarden te voldoen. Deze voorwaarden waren gerelateerd aan de vergunningverlening en de administratie van de inrichting. De rechtbank oordeelde dat de verweerder terecht had besloten om handhavend op te treden, omdat er geen concreet zicht op legalisering was en er geen bijzondere omstandigheden waren die handhaving onevenredig maakten. De rechtbank stelde vast dat de last voldoende duidelijk was geformuleerd en dat de begunstigingstermijn niet te kort was. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De rechtbank wees er tevens op dat het bestreden besluit in een andere zaak was vernietigd, waardoor eiseres geen dwangsommen meer verbeurde indien niet aan de last werd voldaan.