In deze zaak, die op 13 januari 2017 door de Rechtbank Overijssel is behandeld, gaat het om een kort geding tussen een vrouw en een man die eerder met elkaar gehuwd zijn geweest. De vrouw, eiseres in conventie en verweerster in reconventie, vordert het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning, terwijl de man, gedaagde in conventie en eiser in reconventie, zich verzet tegen deze vordering. De vrouw stelt dat zij en haar moeder de woning bewoonden, maar dat de man zonder overleg de sloten heeft veranderd en de woning is gaan bewonen. De vrouw heeft geen toegang meer tot de woning en vordert dat de man de sleutels teruggeeft en de woning verlaat. De man voert verweer en stelt dat hij recht heeft op het gebruik van de woning totdat de eigendom is verdeeld.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de vrouw en haar moeder niet vrijwillig elders verblijven en dat de man zich niet heeft gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid door de sloten te vervangen en de vrouw buiten te sluiten. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van de vrouw toe en bepaalt dat de man de woning binnen zeven dagen moet verlaten, met een dwangsom voor het geval hij hieraan niet voldoet. De vordering in reconventie van de man wordt afgewezen. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.