Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
CSU PERSONEEL B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Uden,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
5.De beslissing
€ 1.334,00 bruto,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft CSU Personeel B.V. een ontbindingsverzoek ingediend bij de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel, omdat de verwerende partij, een werknemer, niet meer op het werk verscheen en niet reageerde op oproepen. De werknemer was eerder arbeidsongeschikt, maar meldde zich op 30 november 2016 volledig hersteld. Desondanks bleef zij afwezig zonder opgave van redenen en was zij telefonisch onbereikbaar. CSU heeft haar meerdere keren gewaarschuwd en uitgenodigd voor gesprekken, maar de werknemer heeft hier niet op gereageerd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat CSU de loonbetaling heeft stopgezet en dat de werknemer haar re-integratieverplichtingen niet is nagekomen. De kantonrechter oordeelde dat, hoewel de werknemer mogelijk nog steeds arbeidsongeschikt was, het opzegverbod bij ziekte niet van toepassing was omdat zij zonder gegronde redenen niet op het werk verscheen. CSU heeft het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend op basis van ernstig verwijtbaar handelen en een verstoorde arbeidsverhouding.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de handelwijze van de werknemer niet als verwijtbaar kan worden gekwalificeerd, maar dat er wel sprake was van een verstoorde arbeidsverhouding. Daarom heeft de kantonrechter het verzoek van CSU toegewezen en de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 5 mei 2017. CSU is tevens veroordeeld tot betaling van een transitievergoeding van € 1.334,00 aan de werknemer, en de proceskosten zijn voor rekening van de werknemer.