2.
Het proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 1] d.d. 2 november 2016 (blz. 1029 tot en met 1037), zakelijk weergegeven inhoudende:
Ik doe aangifte van afpersing dan wel bedreiging. lk heb aan niemand toestemming gegeven om mij, door middel van het bedreigen met geweld, te dwingen tot het afgeven van goederen (geld) welke aan mij toebehoren, met het oogmerk om zichzelf of een ander wederrechtelijk te bevoordelen. Ook heb ik niemand toestemming gegeven om mij te bedreigen.
Op zaterdag 15 oktober 2016 rond 22:00 uur was ik niet aanwezig in de zaak [restaurant].
Ik ben samen met mijn broertje [slachtoffer 2] eigenaar van de horecazaak [restaurant]. Hij belde mij die zaterdag 15 oktober 2016 tegen 22:00 uur, met de mededeling dat er 3 mannen
binnen in de zaak [restaurant] zaten, die intimiderend waren, niets wilden eten of drinken, niet weg wilden. Tevens zei mijn broertje dat ze naar mij vroegen. Later hoorde ik van mijn broertje dat deze 3 mannen hem meerdere malen dwongen bij hen te komen zitten. Dit vond op een intimiderende manier plaats. 1 van de mannen, de grote dikke man, had hem de hele tijd strak aangekeken op een intimiderende manier. Ik ben na dit telefoontje van mijn broertje direct naar de zaak [restaurant] toegelopen. Ik was er met 2 minuten.
Toen ik aan kwam bij [restaurant] zag ik buiten bij de voordeur 3 mannen staan.
Persoon 1:
-Een blanke Nederlandse man met een criminele uitstraling
-Een groot fors breed postuur met een dikke buik
-Ongeveer 1.90 m lang
-Ik schat deze man rond de 50 jaar oud
-Hij had kort bruin haar
-Hij had een ongeschoren baard van 2 a 3 dagen
-Een onverzorgd uiterlijk
-Hij was niet brildragend
-Hij droeg een donkerkleurige winterjas tot over zijn heupen
Persoon 2:
-Een Turkse man, dit was ook de woordvoerder die zich voorstelde als de compagnon van [naam]. Later hoorde ik van verschillende mensen dat deze persoon [verdachte] heette.
-Een klein postuur
-1.65 m lang
-Ik schat deze man rond de 50 jaar oud
-Hij had een zwart/grijs kleurig baardje, niet kort en niet lang
-Hij had kort donkerkleurige haar
-Hij was niet brildragend
Wij verbalisanten tonen aangever [slachtoffer 1] een politie foto van [verdachte].
V: Is dit de persoon die u zojuist omschreven heeft?
A: Ja deze persoon herken ik als zijnde de persoon die ik zojuist omschreven heb.
Persoon 3:
Wij verbalisanten tonen aangever [slachtoffer 1] een politie foto van [betrokkene 1].
V: Is dit de persoon die u zojuist omschreven heeft?
A: Ja deze persoon herken ik als zijnde de persoon die ik zojuist omschreven heb.
V: U kwam dus aanlopen bij de zaak [restaurant], hoe ging dat verder?
A: De voorzijde van de zaak was goed verlicht, lk zag dat persoon 2 op mij af kwam lopen, ik werd bij aankomst direct aangesproken door persoon 2. Ik hoorde hem zeggen: in het Turks: Salam aleikum [slachtoffer 1]. Ik hoorde hem daarna zeggen, ken je me nog, ik ben de compagnon van [naam] en ik krijg geld van jou. Ik heb toen geantwoord dat ik niets met hem te maken wilde hebben en dat ik hem niet wilde kennen, dat ze weg moesten gaan. Mijn broertje stond op dat moment in de in/uitgang toe te kijken. Persoon 1 en persoon 3 stonden links van de in/uitgang naar ons te kijken. Persoon 1 stond heel intimiderend naar mij te kijken. Persoon 2 zei dat ze niet weg zouden gaan, gaf aan dat hij met mij wilde praten over het feit dat hij geld wilde hebben van mij. lk voelde mij op dat moment bedreigd. Dat is ook de reden waarom de politie ook al gebeld was door mijn broertje. Mijn broertje had zich in de eerste instantie ook al bedreigd gevoeld.
Ik voel mij door de gehele situatie behoorlijk bedreigd. De gehele sfeer was intimiderend.