ECLI:NL:RBOVE:2017:2072

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 mei 2017
Publicatiedatum
18 mei 2017
Zaaknummer
C/08/198216 / KG ZA 17-45
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.K.F. Hangelbroek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot rekening en verantwoording door executeur testamentair in kort geding

In deze zaak, die op 18 mei 2017 door de Rechtbank Overijssel is behandeld, vorderden de eisers, aangeduid als [A] c.s., in kort geding dat de gedaagde, [gedaagde], zou worden veroordeeld tot het afleggen van een deugdelijke rekening en verantwoording over zijn werkzaamheden als executeur testamentair van wijlen de heer [X]. De eisers, die de kinderen van [X] zijn, stelden dat [gedaagde] onvoldoende verantwoording had afgelegd over zijn beheer van de nalatenschap en de activiteiten binnen het concern dat door [X] was opgericht. De rechtbank oordeelde dat er een spoedeisend belang was bij de vorderingen van de eisers, gezien de complexe en omvangrijke nalatenschap en de betrokkenheid van [gedaagde] bij het concern. De voorzieningenrechter concludeerde dat [gedaagde] niet had voldaan aan zijn verplichtingen om een gedetailleerde en onderbouwde overdrachtsnotitie te verstrekken, en dat hij in verzuim verkeerde. De rechtbank veroordeelde [gedaagde] tot het verstrekken van een deugdelijke overdrachtsnotitie en het afleggen van rekening en verantwoording aan de kinderen van [X] en de betrokken rechtspersonen. Tevens werd [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten. In reconventie werden de vorderingen van [gedaagde] afgewezen, omdat hij geen beroep kon doen op de vrijwaringsbedingen uit de vaststellingsovereenkomst, gezien zijn tekortkomingen in de afhandeling van de nalatenschap.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/198216 / KG ZA 17-45
Vonnis in kort geding van 18 mei 2017
in de zaak van

1.[A] , wonende te [woonplaats 1] ,

2.
[B]wonende te [woonplaats 2] ,
3. de stichting
[C]gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[D]gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
5. de stichting
[E], gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[F], gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
7. de stichting
[G], gevestigd te [vestigingsplaats 4] ,
8. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[H]. , gevestigd te [vestigingsplaats 4] ,
9. de Stichting
[I], gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
10. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[J]. , gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
11. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[K]. , gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
12. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[L], gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
13. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[M], gevestigd te [vestigingsplaats 3] ,
14. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[N], gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
15. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[P]. , gevestigd te [vestigingsplaats 3] ,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. H.P. Plas te Enschede,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 3] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. C.P.B. Kroep te Enschede.
Eisers in conventie, verweerders in reconventie, zullen hierna gezamenlijk worden aangeduid als [A] c.s.. Gedaagde in conventie, eiser in reconventie, zal hierna [gedaagde] worden genoemd.

1. De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding d.d. 23 februari 2017, met de producties 1 tot en met 8,
  • de producties 1 en 2 van de zijde van [gedaagde] ,
  • de verzoeken om aanhouding van de mondelinge behandeling vanwege onderhandelingen over een minnelijke regeling,
  • de (aangekondigde) eis in reconventie en de producties 3 tot en met 9 van de zijde van [gedaagde] ,
  • de producties 9 tot en met 12 van de zijde van [A] c.s.,
  • de mondelinge behandeling d.d. 10 mei 2017,
  • de pleitnota’s van partijen.
1.2.
Ten slotte is - bij vervroeging - vonnis bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
De voorzieningenrechter gaat uit van de volgende relevante, door partijen over en weer gestelde en niet (gemotiveerd) betwiste, feiten.
2.2.
Wijlen de heer [X] , overleden op [2016] , heeft diverse ondernemingen (hierna ook gezamenlijk het [concern] genoemd) opgericht. In april 2016 is [X] getrouwd met mevrouw [Y] . [B] is getrouwd met [Z] .
2.3.
Voorafgaand aan zijn - vanwege ziekte voorzienbare - overlijden heeft [X] op 26 april 2016 een testament laten opmaken. Dit testament is aangevuld op 28 april 2016. [X] heeft - onder meer - [gedaagde] als executeur testamentair aangewezen. [gedaagde] heeft het executeurschap aanvaard. Ook heeft [gedaagde] na het overlijden van [X] de exclusieve zeggenschap verkregen in het [concern] .
2.4.
Vanwege (ver)slechte(rende) verhoudingen tussen de kinderen van [X] en [gedaagde] heeft [gedaagde] in (ieder geval vanaf) december 2016 zijn bestuurlijke en executoire functies overgedragen aan zijn adviseur, de heer [R] .
2.5.
Bij brief van 12 december 2016 heeft mr. Plas, voornoemd, - kort gezegd - [gedaagde] en [R] , onder aankondiging van een kort geding-procedure, gesommeerd om alle bestuursfuncties alsmede het executeurschap neer te leggen.
2.6.
Op 21 december 2016 hebben de kinderen van [X] [gedaagde] gedagvaard.
2.7.
Op 21 december 2016 zijn verschillende exemplaren van een overeenkomst (door partijen in dit geding aangeduid als ‘de vaststellingsovereenkomst’, hierna: VSO) ondertekend door [A] , [B] , [gedaagde] en [R] .
2.8.
In de VSO is - onder andere en kort gezegd - opgenomen dat [gedaagde] en [R] defungeren als bestuurders binnen diverse rechtspersonen van het [concern] , dat zij het executeurschap overdragen aan [Z] en dat [gedaagde] en [R] alle zaken en kwesties “op een ordentelijke wijze” overdragen door middel van een overdrachtsnotitie en een mondelinge toelichting. Voorts bevat de vaststellingsovereenkomst finale kwijtingsbedingen (artikel 3 en 4), een vrijwaringsbeding (artikel 9) en een geheimhoudingsbeding (artikel 10).
2.9.
[gedaagde] heeft voor de werkzaamheden, die hij na het overlijden van [X] voor het concern zou verrichten, in totaal € 490.000,-- ontvangen.
2.10.
Op 2 maart 2017 heeft [gedaagde] een overdrachtsnotitie opgesteld. Bij notities van
17 maart 2017 en 3 april 2017 heeft [gedaagde] deze aangevuld.

3.Het geschil in conventie in reconventie

In conventie
3.1.
[A] c.s. vorderen in conventie samengevat -:
I.
a. [gedaagde] te veroordelen tot het afleggen van een deugdelijke rekening en verantwoording over zijn werkzaamheden vanaf 13 mei 2016 als executeur testamentair van [X] jegens de kinderen van [X] door het overleggen van een overzicht van vermogensmutaties en een schriftelijke toelichting daarop, met veroordeling van [gedaagde] om aan de kinderen van [X] alle gewenste (aanvullende) inlichtingen te geven over de uitvoering van zijn taken en hen inzage te geven in alle relevante administratieve bescheiden, binnen één week na dagtekening van het vonnis, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom,
[gedaagde] te veroordelen tot het afleggen van een deugdelijke rekening en verantwoording over zijn werkzaamheden als opdrachtnemer van het [concern] jegens (de vertegenwoordigers van) het [concern] , door het overleggen van een overzicht van vermogensmutaties, een specificatie van de door hem verrichte werkzaamheden en een schriftelijke verklaring van de wijze van uitvoering van die werkzaamheden, met veroordeling van [gedaagde] om aan (de vertegenwoordigers van) het [concern] alle gewenste (aanvullende) inlichtingen te geven over de uitvoering van de opdracht en hen inzage en afschrift te geven in alle relevante administratieve bescheiden, binnen één week na dagtekening van het vonnis, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom.
[gedaagde] te veroordelen tot het verstrekken van een deugdelijke overdrachtsnotitie en het geven van een deugdelijke mondelinge toelichting met betrekking tot zijn werkzaamheden als opdrachtnemer van het [concern] en als executeur testamentair van de nalatenschap jegens het [concern] en de kinderen van [X] , met veroordeling van [gedaagde] om aan hen alle gewenste (aanvullende) inlichtingen te geven over de uitvoering van zijn taken en hen inzage en afschrift te geven in alle relevante administratieve bescheiden, binnen één week na dagtekening van het vonnis, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom,
[gedaagde] te veroordelen het verzorgen van een deugdelijke overdracht van zijn (bestuurs)werkzaamheden als (statutair) bestuurder van [C] ,
[F] , [J] . ,
[K] en [L] aan (de opvolgend bestuurders van voornoemde vennootschappen in) het [concern] , door het verstrekken van een overdrachtsnotitie met betrekking tot het door hem gevoerde (vermogensrechtelijk) beleid, en met veroordeling van [gedaagde] om aan hen alle door hen nodig geachte (aanvullende) inlichtingen te geven, alsmede hen inzage en afschrift te geven in alle relevante administratieve bescheiden, binnen één week na dagtekening van het vonnis, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom,
II. [gedaagde] te veroordelen om zijn geheimhoudingsplicht op grond van
artikel 10 van de VSO na te komen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom,
III. [gedaagde] te veroordelen in de (na)kosten van deze procedure.
3.2.
[gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
In reconventie
3.3.
[gedaagde] vordert in reconventie - samengevat - om:
I. [A] c.s. hoofdelijk, te gebieden om geen rechtsvorderingen meer in te stellen
tegen [gedaagde] met betrekking tot zijn bestuurs- en executeurswerzaamheden tot en met ultimo 2016, behoudens voor zover die rechtsvorderingen zijn gebaseerd op feiten die [A] c.s. op 21 december 2016 niet bekend waren en ook niet redelijkerwijze bekend hadden kunnen zijn, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom,
II. [A] c.s. hoofdelijk bij wijze van voorschot te veroordelen tot betaling van de door [gedaagde] gemaakte kosten van rechtsbijstand ten bedrage van € 10.000, --
III. [A] c.s. hoofdelijk in het kader van de overeengekomen vrijwaring te gebieden
om al hetgeen [gedaagde] aan een of meer eisers in conventie zal hebben te betalen c.q zal
hebben betaald, waaronder proceskosten, onmiddellijk zonder beroep op verrekening
of opschorting aan [gedaagde] te vergoeden, te vermeerderen met de rente daarover vanaf de dag der betaling door [gedaagde] tot aan de dag der vergoeding,
IV. [A] c.s. hoofdelijk, te veroordelen in de (na)kosten van deze procedure.
3.4.
[A] c.s. voeren gemotiveerd verweer.

4.De beoordeling

In conventie

4.1.
Ten aanzien van het - door [gedaagde] betwiste spoedeisend belang - bij de vorderingen in conventie overweegt de voorzieningenrechter dat de aard van de vorderingen van [A] c.s. en het daaraan ten grondslag gelegde meebrengen dat [A] c.s. een spoedeisend belang hebben bij het gevorderde in conventie.
4.2.
Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagde] op een gegeven moment alle zeggenschap binnen het [concern] had, en dat hij is benoemd tot executeur-testamentair van de nalatenschap van [X] De rechtbank leidt daaruit af dat [gedaagde] beschikt over omvangrijke kennis van het [concern] en de nalatenschap.
4.3.
Tussen partijen is evenmin in geschil dat [gedaagde] uit hoofde van de VSO is gedefungeerd als bestuurder in diverse rechtspersonen van het [concern] en dat zijn executeurschap is beëindigd. Artikel 6 van de VSO houdt in dat - onder meer - [gedaagde] alle zaken en kwesties op ordentelijke wijze zal overdragen door middel van een overdrachtsnotitie en een mondelinge toelichting.
4.4.
Partijen verschillen van mening of [gedaagde] aan deze verplichting heeft voldaan. [A] c.s. stellen dat de door [gedaagde] verstrekte overdrachtsnotitie van 2 maart 2017 en de twee aanvullende notities van 17 maart 2017 en 3 april 2017 slechts oppervlakkige en algemene informatie bevatten. Met name de essentiële financiële en fiscale kant blijft zwaar onderbelicht. In plaats van antwoorden te geven op concrete vragen plaatst [gedaagde] zijn vraagtekens bij het doel daarvan. Van meet af aan zijn de overdrachtsnotities ongestructureerd, onsamenhangend en onvoldoende nauwkeurig opgesteld.
4.5.
Van een nauwkeurige specificatie aan de hand van bewijsstukken is geen sprake, terwijl [A] c.s. daar groot belang bij hebben. [gedaagde] is aan [A] c.s. verplicht om zelfstandig uitvoerig rekening en verantwoording af te leggen ter zake diverse functies en werkzaamheden. Er bestaat geen rechtens te respecteren belang of reden voor het nalaten van [gedaagde] . Ook kan hij zich niet verschuilen achter verwijzingen naar mogelijke informatie bij derden. Daarbij dient bedacht te worden dat (naar de voorzieningenrechter aanneemt: uit de boedel) aan [gedaagde] voor werkzaamheden ten behoeve van de boedel inmiddels € 490.000,- is betaald.
4.6.
[gedaagde] stelt daar tegenover dat hij een uitvoerige overdrachtsnotitie heeft gemaakt en dat hij daarna tot twee maal toe een uitgebreid schriftelijk antwoord heeft gegeven op vragen van [A] c.s.. Volgens [gedaagde] is de overdrachtsnotitie zo ruim opgesteld dat zij zelfs ook als een rekening en verantwoording kan worden gezien. Hij heeft van meet af aan openheid van zaken gegeven en medewerking verleend. [A] c.s. dienen eerst duidelijk te maken om welke informatie zij na de overdrachtsnotitie en de schriftelijke antwoorden nog verlegen zouden zitten, aldus [gedaagde] .
4.7.
Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft [gedaagde] niet aan de in artikel 6 van de VSO neergelegde verplichting voldaan. Daartoe acht hij het volgende redengevend. Eisers sub 1 en sub 2 zijn de erfgenamen van [X] . Hij heeft hen in zijn testament van 26 april 2016 (onder bezwaar van in het testament vermelde legaten) tot zijn erfgenamen benoemd.
4.8.
Verder neemt de rechter aan dat eiseressen sub 3 tot en met 15 rechtspersonen zijn, die deel uitmaken van de nalatenschap van [X] . [A] c.s. hebben een evident groot belang bij een correcte en voortvarende afwikkeling van deze complexe nalatenschap, die onbetwist een aanzienlijk vermogen omvat.
4.9.
Waar het belang van de erfgenamen bestaat uit een voortvarende notariële beschrijving en vereffening van de boedel en van hun aanspraken daarop, hebben de rechtspersonen belang bij competente besturing, zowel om hun economische activiteiten te kunnen voortzetten als ter bescherming en bewaking van hun financiële continuïteit. Een overdrachtsnotitie zoals in dit geding aan de orde is, is niet goed voorstelbaar zonder dat daarin aan deze aspecten op professionele wijze aandacht is besteed. Zonder zulke informatie wordt niet voldaan aan de aanspraken van de rechthebbenden op rekening en verantwoording.
4.10.
Zoals [A] c.s. in de dagvaarding hebben uitgewerkt diende en dient [gedaagde] aan hen rekening en verantwoording af te leggen op de volgende wettelijke en contractuele gronden:
- in zijn hoedanigheid van executeur-testamentair: ingevolge artikel 4:151 BW,
- op grond van artikel randnummer 6 van de ‘vaststellingsovereenkomst’, inhoudende de verplichting
om uiterlijk 27 december 2016 aan de kinderen (erfgenamen) en de vennootschappen in het concern de zaken en kwesties van het [concern] op ordentelijke wijze overdragen door middel van een overdrachtsnotitie en een mondelinge toelichting, en
- in zijn hoedanigheid van bestuurder van verschillende vennootschappen in het concern: als uitvloeisel van zijn verantwoordelijkheden als bestuurder in de zin van de
artikelen 2:8 en 2:9 BW.
4.11.
In het licht van het voorgaande schieten de door [gedaagde] overgelegde overdrachtsnotitie en de twee aanvullende notities ernstig tekort. Hoewel in de VSO niet gedetailleerd is omschreven waaruit de overdrachtsnotitie zou moeten bestaan en welke elementen/onderwerpen deze zou moeten bevatten, mochten [A] c.s. - in het in het licht van de aan de orde zijnde kwesties, te weten de voorzetting van het (omvangrijke) [concern] en de afwikkeling van de (omvangrijke) nalatenschap van [X] , alsmede gezien de onbetwiste intensieve betrokkenheid van [gedaagde] bij het concern gedurende verscheidene jaren - verwachten dat de overdrachtsnotitie gedetailleerd, concreet, specifiek en gedocumenteerd aandacht zou schenken aan de bescherming van de hiervoor in r.o. 4.8 en 4.9 genoemde belangen.
4.12.
De door [gedaagde] overgelegde overdrachtsnotitie en de daarop gegeven aanvullingen voldoen hier niet aan. De notities bevatten slechts summiere en weinig inhoudelijke informatie, en veel weinig- tot nietszeggende passages. Ter illustratie wijst de voorzieningenrechter op de navolgende citaten. Aan die teksten valt geen of nauwelijks informatie te ontlenen die dienstbaar zou kunnen zijn aan de hiervoor in r.o. 4.8 aangeduide belangen, en hetzelfde geldt voor de niet in dit vonnis geciteerde gedeelten van de notitie.
4.13.
De overdrachtsnotitie van 2 maart 2017 houdt onder meer in:
“(…)
Testamentair executeur
In het testament was voorzien in de benoeming van 2 testamentair executeurs, te weten
ondergetekende en Notaris [W] .
Ik heb mijn benoeming aanvaard en deze uitgeoefend tot overdracht aan deheer [R] . Middels eerdergenoemde VSO is de heer [R] per ultimo december 2016 teruggetreden.
Reden voor [W] niet te aanvaarden was dat hij als ook zijn gehele kantoor dan
geen akten mochten verlijden aangaande de boedelverdeling.
Mondeling met [W] afgesproken dat zo hij meende dat ik alleen niet tot deze taak zou zijn toegerust hij alsnog zijn benoeming als testamentair executeur zou
aanvaarden en we dan als twee-manschap op zouden gaan treden.(…)
Werkzaamheden als executeur testamentair
De werkzaamheden als executeur testamentair zijn als volgt weer te geven.
Aanvaarding executeur schap
Diverse contacten met Bankiers
Het verzamelen van gegevens dan wel het instructie geven tot het vervaardigen van deze
gegevens met name
Overzichten liquide middelen
Overzichten Woz waarden onroerend goed
Verzoek [U] tot het opstellen van (concept) jaarrekening
Laten opvragen pensioenberekeningen
Opvragen vermoedelijke afrekening [S]
Opvragen leningstand [T]
Op laten stellen rekening courantverhouding [X] met [K]
Constatering opname € 2.000.000 in 2016 voor effectenportefeuille in prive
Overleg Notaris
Ter beschikking stellen van deze gegevens aan notaris voor1e opzet uitwerking testament en nadien verbeterde versie.
Diverse contacten met Bankiers inzake vrije beschikking liquiditeiten ten behoeve van [Y]
Diverse contacten [Y] , (inclusief Hr [V] ) [Z] , [B] en [A] aangaande globale werking testament.
Bespreking [A] en overleg notaris aangaande oorspronkelijke opstelling weigering tot
aanvaarding hem toebedeeld aandeel.
Werkzaamheden zijn beëindigd na overdracht taken aan de heer [R] . Voorzover
mij bekend heeft de heer [R] op dit onderdeel nagenoeg geen werkzaamheden
verricht.(…)
Financiële administratie
Ten aanzien van de financiële administratie kan ik geen nadere informatie verschaffen. De
bankrekeningen werden beheerd door [AA] . Deze had het volstrekte
vertrouwen van de heer [A] , deze heb ik haar ook gegeven. Financieel heb ik als ook de
heer [R] een aantal nota’s gefiatteerd, betalingen werden dan door haar verricht.
Reguliere financiële zaken handelde zij zelfstandig af.
Controle en jaarrekening geschiedde altijd achteraf door [U] . Deze taak is thans naar ik aanneem overgenomen door de heer [BB] .
Ik beschikte niet over een eigen toegang tot de bankrekeningen (zo er passen waren zijn
deze onder beheer van [AA] gebleven)
Door [AA] is voorzover mij bekend begin Januari de gehele administratie integraal
overgedragen, inclusief mutatieoverzichten over 2016.
Ik beschik derhalve persoonlijk niet over enig financieel cijfermateriaal.(…)”
4.14.
De overdrachtsnotitie van 16 maart 2017 houdt onder meer in:
“(…)
Werkzaamheden als executeur testamentair
Zoals eerder gemeld wordt er door mij geen urenspecificatie bijgehouden van de door mij
bestede tijd. (…)
9 Fiscaliteit
Hoe uw cliënten om wensen te gaan met een aantal mogelijk fiscale posten is aan hen.
11 Voldaan aan verplichtingen
Overeengekomen is dat ik een overdrachtsnotitie zou maken en een mondelinge toelichting
zou geven. Naar ik heb begrepen zijnU en de heer Kroep overeengekomen om deze toegezegde mondelinge toelichting te vervangen door de beantwoording van de door u/uw
cliënten op te stellen vragenlijst, waarvan mijn antwoorden hierboven staan. Mijn
werkzaamheden zijn daarmee afgerond. Voor eventuele kleine en korte en in tijd beperkte
vragen houd ik mij tot eind maart nog beschikbaar. Daarna ga ik genieten van mijn pensioen en ben ik mogelijk in het buitenland. (…)”
4.15.
De overdrachtsnotitie van 2 april 2017 houdt onder meer in:
“(…)
Algemeen
Naar mijn beleving is het doel van een overdrachtsnotitie om een opvolgende partij inzicht
te verschaffen in lopende problematiek en te duiden waar voor het bestuurlijk oppakken van
lopende zaken noodzakelijke informatie beschikbaar is.
Uit door mij verkregen informatie als ook afleidend uit uw vraagstelling in 2e verband
constateer ik dat mijn verwijzingen naar personen die inhoudelijk op de diverse aspecten
nadere informatie kunnen verschaffen in het geheel niet dan wel zeer beperkt benaderd
zijn. Vind ik jammer en leidt tot deels voorkoombare correspondentie. (…) Daarnaast is het u en uw cliënten volledig bekend dat ik in het laatste kwartaal 2016 tot en
met bestuursoverdracht nagenoeg geen bemoeienissen meer heb gehad met de “ [X]
vennootschappen” en vanaf dat moment in het geheel niet meer. Vraagstelling gaat dus
grotendeels over problematiek waar ik al meer dan een halfjaar niet meet actief in zit.
Parate kennis neemt daardoor begrijpelijkerwijs af.
Ten aanzien van uw vragen
Werkzaamheden als executeur testamentair
Reden en doel van de vraag of er een schriftelijke vastlegging van de vergoeding is ontgaat
mij. Afspraken over vergoedingen mijnerzijds staan volgens mij niet meer ter discussie, gezien de vaststellingsovereenkomst. Een eerdere schriftelijke vastlegging is overigens niet
voorhanden.
Terzake een inschatting van de door mij bestede tijd aan de diverse door mij beklede
functies blijf ik u verzoeken hiervoor zelf een standpunt in te nemen.
Enerzijds omdat ik dit niet kan reproduceren wegens het niet voorhanden hebben van een
urenadministratie. Anderzijds omdat mij niet bekend is wat men met een door mij gedane
inschatting gaat doen, doorbelasten aan Privé ten laste van [Y] ?
De heer [X] heeft mij persoonlijk geïnstrueerd dat er geen vergoeding voor mijn
werkzaamheden aangaande privé zaken direct voorafgaande aan zijn overlijden dan wel
nadien aan [Y] mogen worden doorbelast. ik verzoek uw cliënten deze wens van
hem te respecteren. (…)
Fiscaliteit
Ik heb inmiddels 15 jaar geleden mijn kantoor verkocht en heb nadien slechts Part time als adviseur gewerkt. In deze periode is door ook geen PE meer gevolgd. Kan me dus echt geen belastingadviseur meer noemen.
Bij mij opkomende vragen heb ik voorgelegd aan o.a de heer [U] , voor reguliere gebeuren en heer [CC] voor specifieke zaken.
Bij afwikkeling van de diverse aangiftes, analyse voorliggende problematiek had ik zonder
meer een beroep op hen gedaan. Ben echter gezien mijn defungeren niet maar aan het aangifte circuit toegekomen.
De aspecten aangaande fiscaliteit 2016 welke ik mij herinner zijn o.a.:
- Afrekening AB heffing per overlijdensdatum wijlen [X] , vandaar belang (lage) waardering Beheermij
- Aangifte recht van successie
- Beoordeling kosten met privé karakter o.a. begrafeniskosten volledig via [E] voldaan.
- [M] . Wel of geen belang bij fiscale aftrekpost opgeofferd belang. Faillissement geeft ca € 750.000 verlies, stille ontbinding waarschijnlijk geen?(vernam recentelijk dat Rabo deze stil wil laten ontbinden)
- Kantoorpand [plaats] , veel te lage WOZ waarde versus huur
Zullen er ongetwijfeld meer zijn maar deze schieten me spontaan te binnen.
(…)”
4.16.
Het had op zijn minst op de weg van [gedaagde] gelegen om de zakelijke inhoud en in ieder geval de concrete resultaten van zijn besprekingen met andere bedrijven, instanties, dan wel personen te vermelden en de in verband daarmee ontvangen stukken bij te voegen.
4.17.
Met name mocht van [gedaagde] worden verwacht dat hij aan [A] c.s. een solide en deugdelijk onderbouwd inzicht in de financiële en fiscale positie van (de afzonderlijke onderdelen van) het [concern] en [X] zou verschaffen. Hij heeft dat noch in deze notitie, noch op andere wijze gedaan. De door [gedaagde] zelf herhaaldelijk benadrukte voorkeur voor het verstrekken van mondelinge in plaats van schriftelijke informatie beschouwt de voorzieningenrechter als onprofessioneel, gezien de complexiteit en de omvang van de betrokken belangen.
4.18.
De verstrekte notities bevatten geen aanknopingspunten omtrent de samenstelling boedel, noch een (op zijn minst globale) schatting van de aanwezige activa en passiva, noch een beschrijving van de bedrijfseconomische en financiële perspectieven van de ondernemingen in de boedel.
4.19.
Ook ontbreekt iedere beschrijving van de wijze waarop de ondernemingen in het afgelopen jaar zijn bestuurd. De heer [X] is nu al meer dan een jaar geleden overleden, maar de concrete afwikkeling van zijn nalatenschap, die in belangrijke mate in handen van [gedaagde] was gelegd, lijkt nog niet te zijn begonnen.
4.20.
Op grond van het voorgaande komt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat [gedaagde] ondanks herhaalde aanmaningen zijdens [A] c.s. nog altijd niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan, zodat hij thans in verzuim verkeert. [gedaagde] kan daarom thans nog niet met succes een beroep doen op de in de vaststellingsovereenkomst opgenomen bedingen met betrekking tot finale kwijting en vrijwaring.
4.21.
Blijkens de in conventie ingestelde vorderingen zijn [A] c.s. niettemin nog altijd bereid om [gedaagde] in de gelegenheid te stellen zijn werk voort te zetten door overeenkomstig doel en strekking van de vaststellingsovereenkomst en conform de wettelijke verplichtingen die gelden voor een executeur-testamentair en voor (statutair) bestuurder van één of meer rechtspersonen geldende wettelijke verplichtingen, als neergelegd in de artikelen 4:151 BW en 2:8 juncto 2:9 BW.
4.22.
De verplichting tot het afleggen van verantwoording houdt onder meer in dat [gedaagde] inzicht moet geven in de wijze waarop hij zijn werkzaamheden als executeur en bestuurder heeft verricht, en dat hij in dat verband ook alle redelijke vragen over zijn werkzaamheden moet beantwoorden.
4.23.
Dit betekent ook dat [gedaagde] een onderbouwd en gedocumenteerd overzicht dient te verschaffen van de samenstelling van de nalatenschap en van de economische, financiële en bestuurlijke status van de daarvan deel uitmakende rechtspersonen. Ook valt van hem op grond van zijn kennis van de boedel redelijkerwijs te verwachten dat hij een voorstel presenteert over de vervolgens te entameren afwikkeling en vereffening daarvan.
4.24.
Het gevorderde onder 3.1. onder II. zal voorzieningenrechter afwijzen, omdat [A] c.s., gelet op de gemotiveerde betwisting van [gedaagde] , onvoldoende aannemelijk hebben gemaakt dat [gedaagde] het geheimhoudingsbeding reeds heeft overtreden, dan wel dat op grond van concrete feiten en omstandigheden moet worden gevreesd dat hij dit zal doen.
4.25.
[gedaagde] zal als de (grotendeels) in het ongelijk gestelde partij in conventie worden veroordeeld in de proceskosten. Deze worden in conventie aan de zijde van [A] c.s. begroot op € 386,21 aan verschotten en € 816,-- aan salaris van de advocaat.
4.26.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
In reconventie
4.27.
Reeds gelet op hetgeen hiervoor in conventie is overwogen, waarbij onder meer is geoordeeld dat [gedaagde] thans geen beroep op de kwijtingsbedingen en het vrijwaringsbeding als opgenomen in de VSO toekomt, dienen de reconventionele vorderingen te worden afgewezen.
4.28.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in reconventie worden veroordeeld in de proceskosten. Deze worden in reconventie aan de zijde van [A] c.s. begroot op
€ 408,-- aan salaris van de advocaat.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
In conventie
5.1.
Veroordeelt [gedaagde] binnen één maand na de datum waarop dit vonnis aan hem zal zijn betekend tot het verstrekken van een overdrachtsnotitie, waarin hij, met inachtneming van hetgeen in dit vonnis is overwogen en beslist,
rekening en verantwoording aflegt aan de kinderen van [X] over het door hem gevoerde beheer van [X] zijn financiën/vermogen in de periode vanaf
13 mei 2016 tot het einde van zijn executeurschap, op de wijze als voor bewindvoerders is bepaald,
als bestuurder van [C] , [F] , [J] . , [K] en
[L] in het kader van een behoorlijke taakvervulling jegens voornoemde rechtspersonen, als bedoeld in artikel 2:9 BW, verantwoording aflegt aan voornoemde rechtspersonen voor het tijdens zijn bestuursperiode gevoerde beleid, waaronder mede wordt verstaan het afleggen van rekening en verantwoording omtrent de financiële gang van zaken tijdens zijn bestuursperiode,
zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere dag of ieder dagdeel waarop hij in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 500.000,--.
5.2.
Veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [A] c.s. tot op heden begroot op € 386,21 aan verschotten en € 816,-- aan salaris van hun advocaat.
5.3.
Veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,-- aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagde] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,-- aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak.
5.4.
Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
5.5.
Wijst af het meer of anders gevorderde in conventie.
In reconventie
5.6.
Wijst de vorderingen in reconventie af.
5.7.
Veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten aan de zijde van [A] c.s. tot op heden begroot op € 408,-- aan salaris van de advocaat.
5.8.
Verklaart dit vonnis met betrekking tot het dictumonderdeel 5.7. uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.K.F. Hangelbroek en in het openbaar uitgesproken op
18 mei 2017. [1]

Voetnoten

1.type: