ECLI:NL:RBOVE:2017:2192
Rechtbank Overijssel
- Voorlopige voorziening
- W.F. Bijloo
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake houtshredderinstallatie in Steenwijk
Op 29 mei 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een geschil tussen MVA Hellinga Holding B.V. en het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een last onder dwangsom die aan verzoekster was opgelegd. Verweerder had verzoekster gelast om een houtshredderinstallatie buiten gebruik te stellen tot de benodigde omgevingsvergunningen waren verleend, omdat het gebruik in strijd was met het bestemmingsplan en er geen concreet zicht op legalisatie was. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster niet over de vereiste omgevingsvergunningen beschikte en dat het gebruik van de houtshredderinstallatie niet in overeenstemming was met de geldende milieucategorie. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was dat het handhavend optreden van verweerder zou rechtvaardigen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen zicht op legalisatie was en het algemeen belang bij handhaving zwaarder woog dan de bedrijfsbelangen van verzoekster. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.