Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
producties,
2.Feiten en standpunten van partijen
7 oktober 2014 onder beschermingsbewind is gesteld ex artikel 1: 431 BW. Grolsche voert aan dat [eiser] dan ook niet op eigen naam, zoals in deze procedure aan de orde is, kan procederen. Het is de bewindvoerder die als formele procespartij in zijn hoedanigheid de eis tegen Grolsche had moeten instellen. [eiser] heeft daartegen op zijn beurt verweer gevoerd.
3.De beoordeling van het formele verweer
[B] , die als zodanig handelt onder de naam Beter Bewind te Hilversum. Grolsche heeft gesteld en [eiser] heeft niet weersproken dat het onderhavige beschermingsbewind nog steeds voortduurt.