ECLI:NL:RBOVE:2017:2573

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
23 juni 2017
Publicatiedatum
26 juni 2017
Zaaknummer
C/08/201386 / KG ZA 17-141
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Complex geschil over duurovereenkomst tussen zorginstelling en orthopedisch schoenmaker

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, vorderen de eiseressen, Beter Lopen B.V. en haar dochterondernemingen, dat de stichting Ziekenhuisgroep Twente (ZGT) hen verplicht tot nakoming van een duurovereenkomst. De eiseressen stellen dat zij sinds de jaren '90 een exclusieve positie hebben op de polikliniek vaatchirurgie, waar zij orthopedisch schoeisel en aanverwante diensten aanbieden. ZGT heeft echter de samenwerking beëindigd, wat heeft geleid tot deze rechtszaak. De voorzieningenrechter oordeelt dat de zaak te complex is voor een kort geding, gezien het aantal geschilpunten van zowel feitelijke als juridische aard. Er is onduidelijkheid over de juridische kwalificatie van de samenwerking en de rechten van de partijen. De rechter concludeert dat nader feitenonderzoek noodzakelijk is en dat een bodemprocedure de juiste weg is. De vorderingen van Beter Lopen c.s. worden afgewezen, en zij worden veroordeeld in de proceskosten van ZGT, die op € 1.434,00 zijn begroot.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/201386 / KG ZA 17-141
Vonnis in kort geding van 23 juni 2017
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BETER LOPEN B.V.,
gevestigd te Deventer,
verder te noemen Beter Lopen B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres 2],
gevestigd te Deventer,
verder te noemen Beter Lopen Loopcomfort,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BETER LOPEN SCHOENWINKELS B.V.,
gevestigd te Deventer,
verder te noemen Beter Lopen Schoenwinkels,
eiseressen,
advocaat mr. S. Koloc te Deventer,
tegen
de stichting
STICHTING ZIEKENHUISGROEP TWENTE,
gevestigd te Almelo,
verder te noemen ZGT,
gedaagde,
advocaat mr. J. van Schendel te Enschede.
Eiseressen zullen hierna gezamenlijk Beter Lopen c.s. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met 13 producties,
  • 9 producties aan de zijde van ZGT,
  • de mondelinge behandeling d.d. 9 juni 2017,
  • de pleitnota van Beter Lopen c.s.,
  • de pleitnota van ZGT.
1.2.
Het vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Eiseressen maken onderdeel uit van de Beter Lopen groep. Beter Lopen B.V. is de holding. Beter Lopen Loopcomfort houdt zich bezig met het vervaardigen en de verkoop van orthopedisch schoeisel en zooltjes, voetverzorging, pedicures, orthopedische behandelingen en podotherapie. Beter Lopen Schoenwinkels houdt zich bezig met de verkoop van comfortschoenen.
2.2.
ZGT beheert een ziekenhuis in Almelo en een ziekenhuis in Hengelo. ZGT wordt bestuurd door Stichting Bestuur Ziekenhuisgroep Twente.

3.Het geschil

3.1.
Beter Lopen c.s. vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. ZGT te gebieden tot nakoming van de tussen Beter Lopen c.s. en ZGT bestaande duurovereenkomst, in dier voege dat Beter Lopen c.s. primair voor onbepaalde tijd, subsidiair tot 1 januari 2020 of meer subsidiair tot een in goede justitie vast te stellen redelijke datum, zal worden toegelaten tot de polikliniek vaatchirurgie in Almelo en Hengelo, weer wordt toegelaten in de deelname aan de intercollegiale overleggen en spreekuren en weer gebruik kan maken van de ruimten die aan haar ter beschikking worden gesteld voor het aanmeten van orthopedisch schoeisel;
II. ZGT te gebieden dat zij de medewerkers van Voetmax B.V. en/of enige andere onderneming die zich richt op de verkoop van orthopedisch schoeisel, de toegang tot haar ziekenhuizen ontzegt, in dier voege dat het deze ondernemingen, zolang Beter Lopen c.s. diensten leveren op de polikliniek vaatchirurgie in Almelo en Hengelo, aldaar niet langer is toegestaan deel te nemen aan de intercollegiale overleggen en de spreekuren, gebruik te maken van de ruimten aldaar voor het aanmeten van orthopedisch schoeisel en patiënten die door de specialisten op de poli worden behandeld, niet langer te voorzien van orthopedisch schoeisel;
III. ZGT te veroordelen tot een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere gehele of gedeeltelijke overtreding van de te geven geboden en voor iedere dag waarop de overtreding voortduurt;
IV. ZGT te veroordelen in de kosten van het geding, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na dit vonnis indien en voor zover deze niet binnen de termijn zijn voldaan.
3.2.
Beter Lopen c.s. stellen daartoe -kort gezegd- dat tussen Beter Lopen c.s. en ZGT sprake is van een duurovereenkomst. Hoewel er ten aanzien van de samenwerking geen schriftelijke overeenkomst bestaat, heeft Beter Lopen c.s. sinds eind jaren ’90 een exlusieve positie op de polikliniek vaatchirurgie, op grond waarvan patiënten door de diverse medisch specialisten, waaronder vaatchirurg [X] , werden doorverwezen naar Beter Lopen Loopcomfort, spreekuren werden gedraaid met patiënten en intercollegiaal overleg plaatsvond. Door ZGT werd een (ingerichte) ruimte en werkkleding beschikbaar gesteld. Daarnaast werden de werkzaamheden die Beter Lopen Loopcomfort verrichtte ten behoeve van het draaien van de (gezamenlijke) spreekuren en het overleg, door ZGT vergoed. De werkzaamheden die Beter Lopen rechtstreeks ten behoeve van haar patiënten verrichtte, werden door haar rechtstreeks gefactureerd aan de patiënten. Primair stellen Beter Lopen c.s. dat tussen partijen sprake is van een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd, die niet zonder meer kan worden beëindigd.
Er is geen zwaarwegende grond op basis waarvan ZGT tot opzegging had mogen overgaan en indien zij wel tot opzegging mocht overgaan, had zij een redelijke opzegtermijn moeten hanteren en vervangende schadevergoeding moeten aanbieden. Subsidiair stellen Beter Lopen c.s. dat sprake is van een duurovereenkomst voor bepaalde tijd, met een looptijd tot eind 2019. Beter Lopen Schoenwinkels bezit twee schoenenwinkels in de aankomsthallen van de ziekenhuizen in Almelo en Hengelo. Tussen de diensten van Beter Lopen Loopcomfort op de poli en de (gehuurde) voetwinkels is sprake van de nodige samenhang. Nu de huidige huurovereenkomsten nog tot 31 oktober 2019 (Almelo) en 31 december 2019 (Hengelo) lopen, hadden Beter Lopen c.s. erop mogen vertrouwen dat de samenwerking in ieder geval nog tot 1 januari 2020 zou voortduren.
3.3.
ZGT voert verweer. ZGT stelt -kort gezegd- dat sprake was van een overeenkomst van opdracht tussen de maatschap chirurgie en orthopedisch schoenmaker de heer [A] . De heer [A] heeft zich kennelijk op enig moment verbonden aan Beter Lopen c.s., maar dat betekent niet dat daarmee zonder meer een overeenkomst tussen de maatschap en Beter Lopen c.s. tot stand is gekomen. ZGT betwist dat de maatschap opdracht gaf aan Beter Lopen c.s. voor de werkzaamheden die de heer [A] verrichtte. Het feit dat de betalingen door ZGT werden gedaan aan Beter Lopen c.s. is onvoldoende om daaruit te concluderen dat tussen deze partijen automatisch een overeenkomst is ontstaan. Voorts had(den) de heer [A] of Beter Lopen c.s. geen exclusieve positie op de poli. Aanvankelijk was de heer [A] weliswaar de enige schoenmaker, maar [X] heeft op geen enkel moment een exclusieve positie toegekend aan de heer [A] en sommige correcties konden ook uitgevoerd worden door de podotherapeut. Toen de maatschap chirurgie in Almelo fuseerde met de maatschap chirurgie in Hengelo was de heer [A] ook feitelijk niet meer de enige die consulten deed. Bij e-mail van 12 juni 2016 heeft de heer [A] de overeenkomst van opdracht opgezegd. Voor de zekerheid heeft [X] in augustus 2016 de overeenkomst aan Beter Lopen c.s. opgezegd. ZGT heeft op haar beurt de opzegging bevestigd aan Beter Lopen c.s.. Er is geen enkel verband tussen de werkzaamheden die een orthopedisch schoenmaker verricht op de voetenpoli en de verkoop van orthopedische schoenen in een winkel.

4.De beoordeling

4.1.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de onderhavige zaak zich niet leent voor een behandeling in kort geding. Er is sprake van een groot aantal geschilpunten van zowel feitelijke als juridische aard. Zo verschillen partijen van mening over de vraag hoe de jarenlange samenwerking juridisch gekwalificeerd dient te worden, wie de partijen bij deze samenwerking zijn en wat deze samenwerking inhield. Voorts valt niet vast te stellen wie welke rechten heeft en zo ja, waarop. Voor het in kort geding beantwoorden van deze vragen is de onderhavige zaak te complex. Op voorhand kan de (on)juistheid van de stellingen van beide partijen niet louter uit de door hen overgelegde stukken worden afgeleid. Om tot een afgewogen oordeel te kunnen komen, is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter nader feitenonderzoek en/of nadere bewijslevering nodig. De aard van een kort geding procedure leent zich hiervoor niet. Een bodemprocedure is daarvoor de geschikte weg. Evenmin is sprake van een zodanige noodsituatie dat een voorlopige voorziening als gevorderd noodzakelijk of gerechtvaardigd is.
4.2.
Reeds gelet op het vorenstaande zullen de vorderingen van Beter Lopen c.s. worden afgewezen en behoeft hetgeen partijen hieromtrent overigens hebben gesteld, geen bespreking meer.
4.3.
Beter Lopen B.V. c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van ZGT worden begroot op:
- griffierecht € 618,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.434,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Beter Lopen B.V. c.s. in de proceskosten, aan de zijde van ZGT tot op heden begroot op € 1.434,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Verhoeven en in het openbaar uitgesproken op 23 juni 2017. [1]

Voetnoten

1.type: