Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[verzoekster] ,
Het procesverloop
De beoordeling
€ 17.760,16. Het merendeel van de schulden is ontstaan omstreeks 2012.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 17 januari 2017 uitspraak gedaan op het verzoek van een alleenstaande vrouw, hierna te noemen verzoekster, tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. De verzoekster heeft een schuldenlast van € 17.760,16, waarvan het merendeel is ontstaan in 2012. Tijdens de zitting op 10 januari 2017 heeft de verzoekster verklaard dat zij door psychische problemen niet in staat is om aan de verplichtingen van de schuldsaneringsregeling te voldoen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster sinds haar 18e geen betaalde arbeid heeft verricht en dat haar persoonlijke situatie nog niet stabiel genoeg is om de vereiste inspanningen te leveren voor de schuldsaneringsregeling. Hoewel de verzoekster stappen heeft gezet richting hulpverlening, zoals afspraken met een psycholoog en een maatschappelijk werker, is de rechtbank van oordeel dat het nog te vroeg is om haar toe te laten tot de regeling. De rechtbank wijst het verzoek af op grond van artikel 288 lid 1, aanhef en onder c van de Faillissementswet (Fw). De verzoekster kan in de toekomst opnieuw een verzoek indienen wanneer zij haar psychische problemen onder controle heeft en in staat is om aan de verplichtingen van de regeling te voldoen.