ECLI:NL:RBOVE:2017:2664

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
3 januari 2017
Publicatiedatum
4 juli 2017
Zaaknummer
R 16/572
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens verzwijging van relevante informatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 3 januari 2017 uitspraak gedaan over de tussentijdse beëindiging van de wettelijke schuldsaneringsregeling van [X]. De bewindvoerder, mevrouw E.A.M. van Maanen, verzocht om beëindiging van de regeling omdat [X] relevante informatie had verzwijgd tijdens de toelatingsprocedure. Dit betrof onder andere het feit dat [X] in de periode voor zijn toelating een hennepkwekerij had en een schuld aan Cogas in verband met energiediefstal. De rechtbank heeft vastgesteld dat deze feiten en omstandigheden op het moment van de indiening van het verzoekschrift tot toelating al bekend hadden moeten zijn en dat [X] deze had moeten melden.

Tijdens de zitting op 20 december 2016 heeft [X] verklaard dat hij niet op de hoogte was van de hennepkwekerij en dat hij zijn bankpas aan vrienden had gegeven. De rechtbank oordeelde echter dat [X] zijn woning welbewust ter beschikking had gesteld aan anderen, waardoor hij verantwoordelijk werd gehouden voor de strafbare feiten die daar plaatsvonden. De rechtbank concludeerde dat indien de hennepkwekerij en de schuld aan Cogas bekend waren geweest tijdens de toelatingszitting, het verzoek tot schuldsanering zou zijn afgewezen.

Op basis van artikel 350 derde lid onder f van de Faillissementswet heeft de rechtbank besloten de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen. De rechtbank heeft ook de vergoeding van de bewindvoerder vastgesteld op € 1.495,00, inclusief onkosten en omzetbelasting, en het salaris op € 700,50, dat ten laste van de boedel wordt gebracht. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. Bosch en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Toezicht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer: R 16/572
datum vonnis: 3 januari 2017
Vonnis van de rechtbank Overijssel, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, in de wettelijke schuldsaneringsregeling van:

[X] ,

wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen: [X] .
In deze schuldsaneringsregeling is mevrouw E.A.M. van Maanen, kantoorhoudende te Almelo, tot bewindvoerder benoemd.

Het procesverloop

De bewindvoerder heeft bij brief van 26 oktober 2016 verzocht de toepassing van de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen.
Op 8 november 2016 is een brief met bijlagen van de bewindvoerder ontvangen.
Het verzoek is behandeld ter zitting van 20 december 2016. Ter zitting zijn [X] en de bewindvoerder verschenen. Van de behandeling heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
Het vonnis is bepaald op vandaag.

De beoordeling

Het verzoek van de bewindvoerder:
Het verzoek van de bewindvoerder wordt als hier herhaald en ingelast beschouwd.
Kort weergegeven heeft de bewindvoerder verzocht de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen, omdat er feiten zijn geconstateerd die reden zouden zijn geweest het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af te wijzen. Uit informatie van RDW is de bewindvoerder gebleken dat [X] in het jaar voor toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling - telkens gedurende enkele dagen - zeven auto’s op naam heeft gehad. Daarnaast is door Cogas een vordering van € 3.311,25 ter verificatie ingediend in verband met energiediefstal.
De bewindvoerder heeft de rechtbank bij brief, ter griffie ontvangen op 8 november 2016, aanvullend bericht dat uit de bankafschriften van saniet onder andere blijkt dat er veel contant geld wordt gestort, er veel wordt gepind bij tankstations en er veel bedragen van en naar de broer van saniet en derden worden overgemaakt. Van de aangeleverde bankafschriften ontbreken twee pagina’s die betrekking hebben over de periode november en december 2015.
De toelichting van [X] :
Ter zitting heeft [X] verklaard dat hij een psychische ziekte heeft en dat hij een paar keer zijn bankpas aan vrienden had gegeven als zij geld van hem vroegen. Zijn broer vond dat geen goed idee en toen heeft [X] zijn bankpas aan zijn broer gegeven. Sinds een maand gebruikt [X] weer zelf zijn bankpas. Sommige uitgaven van de bankrekening zijn wel van hemzelf, aldus [X] . Zijn broer gebruikt geen geld van de bankrekening voor zichzelf. De hennepkwekerij was in juni 2016. [X] is naar de politie geweest om te vertellen hoe het zat, maar heeft daarna niets meer gehoord van de politie. [X] wist niet dat hij hiervan melding had moeten maken tijdens de toelatingszitting. [X] was op vakantie en heeft zijn huissleutel aan iemand gegeven die een paar weken in zijn huis wilde verblijven. Toen hij terugkwam uit Turkije heeft de politie hem verteld wat er is gebeurd. De auto’s die op zijn naam hebben gestaan waren van zijn broer, aldus [X] . Zijn broer had een autobedrijf, maar kom soms door storingen geen auto’s op zijn naam zetten. Dit is vijf keer gebeurd. [X] heeft desgevraagd verklaard dat hij tot 2014 ook een eigen bedrijf heeft gehad in autobanden. [X] is niets bekend over een nieuwe schuld aan Zilveren Kruis. Hij heeft de brief van Zilveren Kruis nog nooit gezien, maar hij denkt dat de schuld het eigen risico is dat moet worden betaald.
De toelichting van de bewindvoerder:
De bewindvoerder heeft ter zitting verklaard dat zij heeft geconstateerd dat [X] op veel punten informatie heeft achtergehouden en niet de waarheid heeft verteld. De bewindvoerder heeft er geen vertrouwen in dat zij in de toekomst wel alle informatie zal krijgen. [X] haalt zijn post niet op van kantoor en de bewindvoerder heeft inmiddels een behoorlijke stapel post voor [X] liggen. De bewindvoerder handhaaft het verzoek tot tussentijdse beëindiging.
De motivering van de beslissing:
De rechtbank stelt vast dat feiten en omstandigheden bekend zijn geworden die op het tijdstip van de indiening van het verzoekschrift tot toelating tot de schuldsaneringsregeling reeds bestonden en die reden zouden zijn geweest het verzoek af te wijzen. De rechtbank doelt hierbij met name op de na toelating bekend geworden schuld aan Cogas in verband met gepleegde energiediefstal vanuit de woning van [X] .
Gebleken is dat de politie in juni 2016 een hennepkwekerij heeft aangetroffen in de voormalige huurwoning van [X] . [X] heeft hiervan geen melding gemaakt in het verzoekschrift tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling en ook tijdens de toelatingszitting heeft [X] dit niet gemeld. De bewindvoerder is van de hennepkwekerij op de hoogte gekomen toen Cogas een vordering van ruim € 3.000,00 ter verificatie indiende en melding maakte van de hennepkwekerij. De rechtbank is van oordeel dat [X] tijdens de toelatingszitting zowel de hennepkwekerij als de schuld aan Cogas had moeten melden. Een dergelijke schuld die rechtstreeks verband houdt met hennepteelt dient als niet te goeder trouw te worden aangemerkt.
De toelichting ter zitting van [X] dat hij zijn huissleutel aan iemand had gegeven en zelf niet op de hoogte was van de hennepkwekerij kan hem niet baten. [X] heeft zijn woning welbewust aan iemand ter beschikking gesteld, terwijl hij – omdat hij in die periode in Turkije verbleef – geen toezicht kon houden op het gebruik van zijn woning. Dat [-] strafbare feiten zijn gepleegd in zijn woning en [X] daarvoor aansprakelijk wordt gehouden, komt voor zijn eigen rekening en risico. Indien de hennepkwekerij en de schuld aan Cogas ten tijde van de beoordeling van het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling bekend zouden zijn geweest, dan zou het verzoek zijn afgewezen.
Gelet op het vorenstaande zal de rechtbank deze schuldsaneringsregeling tussentijds beëindigen op grond van artikel 350 derde lid onder f Faillissementswet.
Gebleken is dat er geen baten zijn om de vorderingen geheel of gedeeltelijk te voldoen. Om die reden is artikel 350 vijfde lid Faillissementswet niet van toepassing en zal deze schuldsaneringsregeling eindigen op de dag dat deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan.
Gelet op het vorenstaande zal de rechtbank deze schuldsaneringsregeling tussentijds beëindigen op grond van artikel 350 derde lid onder f Faillissementswet.
De rechtbank zal de vergoeding van de bewindvoerder berekenen en diens salaris vaststellen als hiernavolgend te bepalen.

De beslissing

De rechtbank:
- beëindigt de toepassing van de schuldsaneringsregeling;
- berekent het bedrag van de vergoeding van de bewindvoerder op € 1.495,00 (inclusief onkosten en omzetbelasting);
- stelt het salaris (inclusief onkosten en omzetbelasting) vast op het voor salaris beschikbare saldo van € 700,50 (stand 30 december 2016) en brengt dit bedrag ten laste van de boedel, onder aftrek van de reeds opgenomen voorschotten.
Gewezen door mr. M.C. Bosch, lid van genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 januari 2017, in tegenwoordigheid van de griffier.