ECLI:NL:RBOVE:2017:2664
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens verzwijging van relevante informatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 3 januari 2017 uitspraak gedaan over de tussentijdse beëindiging van de wettelijke schuldsaneringsregeling van [X]. De bewindvoerder, mevrouw E.A.M. van Maanen, verzocht om beëindiging van de regeling omdat [X] relevante informatie had verzwijgd tijdens de toelatingsprocedure. Dit betrof onder andere het feit dat [X] in de periode voor zijn toelating een hennepkwekerij had en een schuld aan Cogas in verband met energiediefstal. De rechtbank heeft vastgesteld dat deze feiten en omstandigheden op het moment van de indiening van het verzoekschrift tot toelating al bekend hadden moeten zijn en dat [X] deze had moeten melden.
Tijdens de zitting op 20 december 2016 heeft [X] verklaard dat hij niet op de hoogte was van de hennepkwekerij en dat hij zijn bankpas aan vrienden had gegeven. De rechtbank oordeelde echter dat [X] zijn woning welbewust ter beschikking had gesteld aan anderen, waardoor hij verantwoordelijk werd gehouden voor de strafbare feiten die daar plaatsvonden. De rechtbank concludeerde dat indien de hennepkwekerij en de schuld aan Cogas bekend waren geweest tijdens de toelatingszitting, het verzoek tot schuldsanering zou zijn afgewezen.
Op basis van artikel 350 derde lid onder f van de Faillissementswet heeft de rechtbank besloten de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen. De rechtbank heeft ook de vergoeding van de bewindvoerder vastgesteld op € 1.495,00, inclusief onkosten en omzetbelasting, en het salaris op € 700,50, dat ten laste van de boedel wordt gebracht. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. Bosch en is openbaar uitgesproken.