In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, vorderde de eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.J.H. Mühlstaff, dat de gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.M. van Eerten, verplicht zou worden om bepaalde financiële gegevens te verstrekken. De eiseres en gedaagde zijn gewezen echtgenoten, die in het verleden een echtscheiding hebben ondergaan. De eiseres had eerder een beschikking verkregen waarin de gedaagde was veroordeeld tot betaling van alimentatie en een bedrag van € 36.000,00. De eiseres stelde dat zij deze gegevens nodig had voor een hoger beroep dat aanhangig was tegen de beschikking van 4 juli 2016, waarin de alimentatie was vastgesteld.
De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de eiseres beoordeeld en geconcludeerd dat er geen spoedeisend belang was bij de gevraagde informatie. De rechter oordeelde dat de gedaagde al voldoende informatie had verstrekt en dat de eiseres niet had aangetoond dat de gevraagde gegevens noodzakelijk waren voor de behandeling van het hoger beroep. De rechter wees de vorderingen van de eiseres af en verklaarde haar niet-ontvankelijk in de vordering tot verstrekking van de financiële gegevens. Tevens werden de overige vorderingen van de eiseres afgewezen en werd de proceskostencompensatie toegewezen, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.
Het vonnis werd uitgesproken op 15 juni 2017 door mr. T.R. Hidma, waarbij de rechter de belangen van beide partijen in overweging nam en de terughoudendheid in kort geding procedures benadrukte.