Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
gemachtigde: M.R. van Yperen,
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De feiten
3.Het geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, uitspraak gedaan over de WOZ-waarde van een onroerende zaak gelegen aan [adres 1] te Zwolle. Eiseres, vertegenwoordigd door M.R. van Yperen, had bezwaar gemaakt tegen de door de heffingsambtenaar van het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus-Tricijn (GBLT) vastgestelde waarde van € 5.937.000,00 per 1 januari 2015. Na een bezwaarprocedure was de waarde verlaagd tot € 5.237.000,00, maar eiseres was het hier niet mee eens en heeft beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 7 juni 2017 is eiseres vertegenwoordigd door A. Oosters, terwijl de verweerder werd bijgestaan door G. Knol en ing. P.J.G. Jansen, taxateur.
De rechtbank heeft de waarde van de onroerende zaak beoordeeld aan de hand van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Eiseres stelde dat de waarde niet hoger kon zijn dan € 3.839.000,00, terwijl verweerder een waarde verdedigde van € 5.373.000,00. De rechtbank concludeerde dat de door verweerder verdedigde waarde niet aannemelijk was gemaakt en heeft de WOZ-waarde vastgesteld op € 4.369.000,00. De rechtbank oordeelde dat beide partijen niet in hun bewijsvoering waren geslaagd, maar bepaalde de waarde schattenderwijs.
Daarnaast heeft de rechtbank verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 990,00. De uitspraak is gedaan door mr. P.H. Banda en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.