ECLI:NL:RBOVE:2017:3126
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurrecht en verrekening bij eigendomsoverdracht van een verhuurd pand
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 27 juni 2017, staat de vraag centraal of de huurder, [Y], zijn vordering op de vorige verhuurder, [A], kan verrekenen met de huur die hij verschuldigd is aan de nieuwe verhuurder, [X]. De zaak betreft een huurcontract voor een bedrijfsruimte, waarbij [Y] de huur vanaf november 2016 niet heeft betaald. De rechtbank oordeelt dat [Y] afstand heeft gedaan van zijn recht op verrekening door in een brief aan [X] te verklaren dat hij de huur 'keurig op tijd' zal betalen. Dit wordt gezien als een stilzwijgende afstand van recht, waardoor [Y] zijn vordering op [A] niet kan inroepen tegen [X]. De rechtbank wijst de vordering van [X] tot betaling van de huur en de contractuele boete toe, terwijl de vordering van [Y] in reconventie wordt afgewezen. De uitspraak benadrukt de juridische implicaties van afstand van recht en de overdracht van huurcontracten bij eigendomsoverdracht.