Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
2.De beoordeling
-vermeerdering op schrift wordt gesteld en ter terechtzitting wordt ingediend.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 8 augustus 2017, heeft eiseres een kort geding aangespannen tegen gedaagden met als doel het opheffen, staken en gestaakt houden van een beslag. De mondelinge behandeling vond plaats op 4 augustus 2017, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar advocaat, mr. Ph.J.N. Aarnoudse, en gedaagden door hun advocaat, mr. M.A. Schuring. Gedaagde 2 was niet aanwezig, maar werd vertegenwoordigd door gedaagde 1 of mr. Schuring. Tijdens de zitting werd een verzoek gedaan om de behandeling achter gesloten deuren te laten plaatsvinden, maar dit verzoek werd door de voorzieningenrechter afgewezen, omdat het algemene belang van openbaarheid zwaarder woog dan de privacybelangen van de partijen.
Eiseres diende ter zitting een wijziging van eis in, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat deze wijziging te laat was ingediend en in strijd met de goede procesorde. De voorzieningenrechter besloot dat de oorspronkelijke eis, zoals geformuleerd in de dagvaarding, leidend was. Eiseres had gevorderd om gedaagden te veroordelen het beslag op te heffen, maar de voorzieningenrechter wees deze vordering af, omdat tussen partijen niet in geschil was dat er (nog) geen beslag was gelegd. De voorzieningenrechter oordeelde dat de omstandigheid dat gedaagden een bevel tot betaling hadden gedaan, niet relevant was voor de vordering van eiseres.
Uiteindelijk werd eiseres als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagden werden begroot op € 1.103,00, inclusief griffierecht en salaris van de advocaat. Het vonnis werd openbaar uitgesproken door mr. M.L.J. Koopmans.