Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
[gedaagde 4],
Demajo c.s. en [gedaagde 1], [gedaagde 2] (gezamenlijk: [gedaagden 1 en 2]) en [gedaagde 3] en [gedaagde 4] genoemd worden.
1.1. Het verloop van de procedure
in conventie en in reconventie:
2.Waarvan kan worden uitgegaan
in conventie en in reconventie:
Noord-Nederland, locatie Assen, rechtdoende in reconventie het volgende tussen Demajo enerzijds en [gedaagde 1] sr en jr en [gedaagde 2] anderzijds, beslist:
vernietigt de koopovereenkomst van 13 april 2012 tussen [gedaagde 1] jr. en sr. en (de rechtsvoorgangster van) Demajo gesloten ten aanzien van de onroerende zaken aan de [adres 1] en [adres 2] te Hengelo, alsmede de rechtshandeling van mw. [gedaagde 1] strekkende tot het geven van toestemming van die koopovereenkomst, alsmede alle verdere in die koopovereenkomst opgenomen overeenkomsten tussen partijen en de uit die overeenkomst voortvloeiende notariële akte van levering van 20 juni 2012, althans de leveringshandeling zelf.”
verklaart de beslissingen in reconventie uitvoerbaar bij voorraad”.
3.De standpunten van partijen
In conventie
- te verbieden zich te begeven op het terrein dat thans in gebruik is bij Bedrijfswagens Twente;
- te verbieden enige veranderingen aan te (laten) brengen aan de onroerende zaak die thans in gebruik is bij Bedrijfswagens Twente;
- te verbieden om de medewerkers en bezoekers van Bedrijfswagens Twente die zich op het terrein van Bedrijfswagens Twente bevinden op enigerlei wijze te benaderen, waaronder het ongevraagd fysiek en verbaal contact maken met hen;
- te gebieden over te gaan tot herstel van het hekwerk dat de toegang tot de Sluitersdijk afsluit;
- te verbieden enige verandering aan te brengen aan dat hekwerk;
- te bepalen dat Demajo c.s. en hun medewerkers de enigen zijn die de beschikking mogen hebben over sleutels van het hek en dat zij gerechtigd zijn het hek af te sluiten;
- te gebieden over te gaan tot verwijdering van de satellietschotel;
- te bepalen dat een deurwaarder is gemachtigd op de naleving van de geboden en verboden toe te zien en te handhaven, zo nodig met inschakeling van de sterke arm.
primair: gedaagden hoofdelijk op verbeurte van een dwangsom te gebieden om over te gaan tot herstel van de aansluiting van de nutsvoorzieningen alsmede tot herstel van de toegebrachte schade zoals boorgaten en schilderwerk, en
subsidiair: gedaagden hoofdelijk op verbeurte van een dwangsom een verbod op te leggen zich toegang te (doen) verschaffen, al dan niet door of vergezeld van derden, teneinde de nutsvoorzieningen aan de [adres 1] te Hengelo (Ov) af te sluiten en dat verbod in stand te laten totdat in rechte anders is beslist.
- de maandelijkse bijdrage in de nutsvoorzieningen ad € 485,- primair vanaf
- de maandelijkse (schade)vergoeding van € 5.950,- per maand inclusief BTW primair per 13 april 2012 (datum van het sluiten van de vernietigde overeenkomst); subsidiair per 6 oktober 2015 (datum vernietiging overeenkomst) en steeds tot de dag van de ontruiming, en meer subsidiair per een door de voorzieningenrechter te bepalen datum.
4.De beoordeling van het geschil
In conventie en in reconventie:
26 september 2016. Die schets klopt nog steeds en de voorzieningenrechter volstaat hier met daarnaar te verwijzen.
NJ1996, 216 ([naam 1]/[naam 2]). Als de onroerende zaak dus nog niet is ontruimd, is er nog geen afgifte gedaan van de onroerende zaak en kan de retentor dus nog de feitelijke macht daarover uitoefenen. Dit wordt niet anders in het geval de eigendom van die onroerende zaken - niet juridisch gezegd - terugvalt in handen van [gedaagden 1 en 2] alsof daar nimmer verandering in is gebracht; deze hebben dan immers hun eigendomsrecht “terugverkregen” onder bezwaar van het retentie-/opschortingsrecht, dat de retentor eventueel de mogelijkheid biedt zich daarop te verhalen in het geval van geen (terug)betaling.
9 december 2016 een betalingsveroordeling uitgesproken van Demajo c.s. om ingaande
26 september 2016 maandelijks aan [gedaagden 1 en 2] te betalen € 485,- als bijdrage in de nutsvoorzieningen, en zulks tot de datum dat Demajo c.s. geen nutsvoorzieningen meer afnemen.
daarvoor hebben op te draaien. Deze omstandigheden zijn relevant voor de inschatting van het restitutierisico, dat door de voorzieningenrechter laag wordt ingeschat. Immers is niet in te zien dat de hier aan de orde zijnde bevoorschotting veel te hoog is en om die reden zou moeten leiden tot een aanmerkelijke terugbetalingsverplichting van [gedaagden 1 en 2]. Ook voor de maanden na september 2016 wordt die bevoorschotting immers door Demajo c.s. deugdelijk bevonden, terwijl de energieprijzen in de periode vanaf 2014 eerder zijn gedaald dan gestegen.