ECLI:NL:RBOVE:2017:3301

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 augustus 2017
Publicatiedatum
22 augustus 2017
Zaaknummer
ak_17_1073
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing handhavend optreden tegen slagboominstallatie

In deze zaak hebben eisers, een moeder en haar zoon, beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg. Dit besluit, genomen op 28 maart 2017, verklaarde het bezwaar van eisers ongegrond tegen de legalisatie van een slagboominstallatie op de Stoetendijk te Rheeze. De slagboominstallatie was geplaatst om ongeautoriseerde toegang tot het campingterrein van derde-partij, Vakantiepark Hardenberg B.V., te voorkomen. Eisers, die eigenaar zijn van de woning aan de Stoetendijk 1, voerden aan dat de afsluiting van de weg in strijd is met de Wegenwet en met een erfdienstbaarheid van weg. De rechtbank heeft op 18 juli 2017 de zaak behandeld, waarbij eisers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder en vertegenwoordigers van de derde-partij. De rechtbank oordeelde dat de omgevingsvergunning voor de slagboominstallatie in stand blijft, waardoor verweerder niet verplicht was om handhavend op te treden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. W.J.B. Cornelissen, met mr. A. van der Weij als griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 2017/1073

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam 1] en [naam 2] , te Rheeze, eisers,

gemachtigde: [naam 3]
en

het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg, verweerder,

gemachtigde: H.J. Jipping.
Als derde-partij/en heeft/hebben aan het geding deelgenomen:
Vakantiepark Hardenberg B.V., te Hardenberg.

Procesverloop

Bij besluit van 10 oktober 2016 (het primaire besluit) heeft verweerder het verzoek van eisers afgewezen om handhavend op te treden tegen een slagboominstallatie die is geplaatst op de Stoetendijk te Rheeze.
Bij besluit van 28 maart 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eisers ongegrond verklaard.
Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 juli 2017.
Eisers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, vergezeld van K. Bolks.
Derde-partij heeft zich laten vertegenwoordigen door H.J. Janssen en T.J. de Bruin, werkzaam bij “Familiecamping De Belten”, onderdeel van deze procespartij.
Tegelijkertijd met deze zaak is op zitting behandeld de zaak met nr. AWB 17/1072. In die zaak is separaat uitspraak gedaan.

Overwegingen

1. Feiten en omstandigheden
Eisers, moeder en zoon, zijn eigenaren van de woning Stoetendijk 1 te Rheeze. Eiseres en wijlen haar echtgenoot [naam 4] waren in het verleden eigenaar van de aan de Stoetendijk gelegen camping, thans geheten “Familiecamping De Belten”. De camping en de daartoe behorende gronden met gebouwen en toebehoren zijn, met inbegrip van de ondergrond van de weg Stoetendijk, voor zover gelegen langs de camping, tezamen met andere register-goederen op 21 februari 2014 geleverd aan derde-partij. Eiseres en haar inmiddels overleden echtgenoot zijn aan de Stoetendijk 1 te Rheeze blijven wonen.
Na de levering heeft derde-partij een slagboominstallatie laten plaatsen over de rijbaan voor auto’s op de Stoetendijk teneinde ongeautoriseerde toegang tot het campingterrein langs de zijingang aan de Stoetendijk tegen te gaan. De toegang tot de woning van eiseres ligt achter die slagboominstallatie.
Eisers hebben bij afzonderlijke brieven van 20 april 2015 aan verweerder verzocht om de afsluiting van de Stoetendijk op te heffen voor vrije toegang tot de woning Stoetendijk 1. Daarna heeft besluitvorming plaatsgevonden als vermeld onder Procesverloop.
2. Omgevingsvergunning
Bij besluit van 7 december 2016, gehandhaafd bij besluit op bezwaar van 28 maart 2017, heeft verweerder aan derde-partij een omgevingsvergunning verleend ter legalisatie van de reeds geplaatste slagboominstallatie op de Stoetendijk te Rheeze.
De omgevingsvergunning is onderwerp van geschil in de zaak met nr. AWB 17/1072. Bij uitspraak van heden is geoordeeld dat die vergunning de rechterlijke toets doorstaat.
3. Gronden van beroep
Eisers hebben in deze zaak dezelfde argumenten aangevoerd als in de zaak met nr. AWB 17/1072. Zij menen primair dat afsluiting van de Stoetendijk met een slagboominstallatie in strijd is met de openbaarheid van die weg op grond van de Wegenwet en subsidiair dat deze afsluiting in strijd is met een erfdienstbaarheid van weg.
De rechtbank heeft deze zelfde argumenten beoordeeld in de uitspraak in de zaak met nr. AWB/1072 en ze verworpen. Er is geen aanleiding om in de onderhavige zaak anders over die argumenten te oordelen. Met verwijzing naar en overnemen van de motivering in die uitspraak treffen deze argumenten dus geen doel.
4. Conclusie
Dit betekent dat – nu bovendien de omgevingsvergunning ter legalisatie van de slagboom-installatie in rechte in stand blijft – verweerder heeft mogen afzien van handhavend optreden en dat het bestreden besluit in rechte in stand blijft.
Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.J.B. Cornelissen rechter, in aanwezigheid van mr. A. van der Weij, als griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.