ECLI:NL:RBOVE:2017:3334
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.L.J. Koopmans
- Rechtspraak.nl
Einde wettelijke schuldsaneringsregeling wegens nieuwe schulden en gebrek aan realistisch afbetalingsvoorstel
Op 18 juli 2017 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak van een schuldenares die onder de wettelijke schuldsaneringsregeling viel. De rechtbank moest beoordelen of deze regeling moest eindigen vanwege nieuwe schulden die tijdens de regeling waren ontstaan. De schuldenares had een nieuwe schuld aan zorgverzekeraar Menzis van € 3.521,88 en een kleinere schuld aan Caiway van € 166,00. De bewindvoerder, G.J. Bramer, stelde dat de schuldsaneringsregeling moest eindigen zonder het verlenen van een schone lei, omdat de schuldenares niet in staat was gebleken om haar betalingsverplichtingen na te komen.
Tijdens de zitting op 4 juli 2017 was de schuldenares aanwezig, vergezeld van haar advocaat mr. M. Smit. De rechtbank constateerde dat de schuldenares gedurende de saneringsregeling geen betalingen had verricht aan Menzis en dat de schuld was opgelopen. De schuldenares had wel een afbetalingsregeling getroffen met Menzis, maar de rechtbank had ernstige twijfels over de haalbaarheid van deze regeling, gezien de financiële situatie van de schuldenares en haar uitkering op basis van de Participatiewet.
De rechtbank oordeelde dat de schuldenares tekort was geschoten in de nakoming van haar verplichtingen en dat de tekortkoming niet van geringe betekenis was. Daarom werd de schuldsaneringsregeling beëindigd zonder toekenning van de schone lei. De rechtbank stelde ook de vergoeding van de bewindvoerder vast en gaf aan dat eventuele resterende boedelactiva door de bewindvoerder onder de schuldeisers verdeeld zouden worden.