ECLI:NL:RBOVE:2017:3339
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.L.J. Koopmans
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling wegens onvolledige schuldenlijst en onduidelijkheid over bestaande schulden
Op 10 juli 2017 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling door [verzoeker] en [verzoekster]. Het verzoekschrift werd op 8 maart 2017 ingediend, waarbij ook een verzoek tot een dwangakkoord werd gedaan. Dit laatste verzoek werd echter op 14 april 2017 afgewezen. Tijdens de zitting op 26 juni 2017 gaven de verzoekers aan dat hun schuldenlast € 105.086,00 bedraagt, voornamelijk bestaande uit een schuld aan de Belastingdienst, die was ontstaan door een te lage bierprijs in hun café. De rechtbank constateerde dat de schuldenlijst niet compleet was en dat er onduidelijkheid bestond over de schulden die bij het BKR stonden vermeld. Bovendien werden er nog nieuwe schulden gemaakt, zoals huurschulden en schulden aan de energiemaatschappij.
De rechtbank oordeelde dat de verzoekers niet aannemelijk hadden gemaakt dat zij te goeder trouw waren ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van hun schulden in de vijf jaren voorafgaand aan de indiening van het verzoekschrift. De onduidelijkheid over de schuldenlast en het feit dat de situatie niet saneringsgereed was, leidde tot de conclusie dat het verzoek moest worden afgewezen. De rechtbank wees het verzoek af op grond van artikel 288 lid 1 onder b van de Faillissementswet, en oordeelde dat de omstandigheden zoals bedoeld in artikel 288 lid 3 Fw. niet aannemelijk waren gemaakt.
De beslissing werd uitgesproken door mr. M.L.J. Koopmans, lid van de enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, en de verzoekers hebben het recht van hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.