10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten 1 en 2 van parketnummer 08/730447-17 en de tenlastegelegde feiten 1 en 2 van parketnummer 08/730215-17 heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
wat betreft parketnummer 08/730447-17
feit 1 het misdrijf:bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en bedreiging met verkrachting
;
feit 2 het misdrijf:bedreiging met verkrachting, meermalen gepleegd;
en wat betreft parketnummer 08/730215-17
feit 1 het misdrijf:mishandeling;
feit 2 het misdrijf:belaging;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder parketnummers 08/730447-15 onder 1 en 2 en onder parketnummer 08/730215-17 onder 1 en 2 bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
negen (9) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
zes (6) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
- kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van drie (3) jarende navolgende (bijzondere) voorwaarde(n) niet is nagekomen;
- stelt als
algemene voorwaardendat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij de Reclassering Nederland, Molenstraat 50 te 7514 DK Enschede op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- gedurende de proeftijd op geen enkele wijze contact opneemt en/of onderhoudt met zijn ex-vrouw [ex-partner] , geboren [geboortedatum 2] 1978, met zijn vier minderjarige kinderen en met [slachtoffer 2] , geboren [geboortedatum 3] 1978, met dien verstande dat het contact tussen verdachte met zijn minderjarige kinderen wel is toegestaan na uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de Raad voor de Kinderbescherming. Verdachte zal, indien hij die schriftelijke toestemming heeft gekregen, zich stipt houden aan de voorwaarden en aanwijzingen die door de Raad voor de Kinderbescherming aan het contact worden verbonden;
- zich gedurende de proeftijd niet ophoudt in het gebied in Hengelo (O), omsloten door - en ter plaatse inclusief de rijbaan en flankerende publieke terreinen van - de volgende zeven wegen: [straten] ;
- draagt deze reclasseringsinstelling op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de op grond van artikel 14c Sr gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14d Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding met betrekking tot de feiten onder parketnummer 08/730215-17
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] van een bedrag van
€ 1.217,86, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 januari 2017;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.217,86,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 januari 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
22 dagenzal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van een bedrag van
€ 600,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 januari 2017;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het onder 2 bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 600,00,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 januari 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
12 dagenzal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van de dag dat het voorarrest gelijk wordt aan de opgelegde onvoorwaardelijke straf.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Foppen, voorzitter, mr. H. Stam en mr. A.M. den Dulk, rechters, in tegenwoordigheid van H.K.S. Feijer, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 25 augustus 2017.
Buiten staat
Mr. Foppen is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
1.
De
verklaring van verdachte ter terechtzitting, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer] is van mij. Het is mijn telefoon en daar maakt, buiten mij, niemand gebruik van.
U zegt mij dat uit het door de KPN verrichte onderzoek is vastgesteld dat er met mijn nummer meer dan 100 keer contact is geweest met het mobiele nummer [telefoonnummer 2] , toebehorende aan [slachtoffer 2] en dat die contacten zowel overdag als ’s nachts plaatsvonden.
Ik ken [slachtoffer 2] wel, want zij was mijn buurvrouw. Ik heb haar wel een aantal keren gebeld.
Ik ken [slachtoffer 3] ook, want hij is de man van [slachtoffer 2] . Op 11 januari 2017 zijn wij elkaar tegengekomen. Mijn handen bewogen wel tijdens die ontmoeting, maar ik weet niet of ik hem daarbij geslagen heb.
Ik wil, na beraad, over dit feit nog zeggen dat [slachtoffer 3] zei dat hij mijn vrouw ging neuken en dat ik toen kwaad op hem werd en hem heb geslagen.
[ex-partner] is mijn ex partner en [dochter] is één van onze dochters.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s zijn dit bladzijden uit het dossier van de politie Oost-Nederland met het registratienummer PL0600-2017178083, welk geheel is doorgenummerd blz. 1 tot en met blz. 91. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.
Blz. 4-5:
de verklaring van [slachtoffer 3], wonende te [adres 2] :
Ik doe aangifte van mishandeling. Ik heb niemand recht of toestemming gegeven
om mij opzettelijk in mijn gezicht te slaan met zijn vuist of mij een kopstoot te
geven. Ik heb door de mishandeling pijn en letsel. Ik voelde dat de mishandeling met
kracht gebeurde. Ik was vandaag, 11 januari 2017, samen met mijn vriend een stuk aan het wandelen. Ik zag dat er een man op mij af kwam lopen. Ik zag dat de man mij aan viel. Ik herkende de man als [verdachte] . Het is de ex-man van mijn buurvrouw. Ik zag dat [verdachte] mij met zijn vuist op mijn linkeroog sloeg. Ik zag en voelde dit. Toen zijn vuist op mijn linkeroog kwam voelde ik een erge pijnscheut. Mijn linkeroog is helemaal dik en blauw. Ik voelde dat hij mij daarna vast pakte met zijn beide handen en zag en voelde dat hij mij een kopstoot gaf. Deze kopstoot deed mij pijn en ik heb hierdoor ook een plek op mijn hoofd net boven mijn voorhoofd.
3.
Eigen waarneming rechtbank:
Blz. 6-10: Het fotoblad behorende bij de aangifte, waarop de rechtbank heeft waargenomen dat bij aangever een forse zwelling te zien is onder het linkeroog, een kleine snee op het voorhoofd boven het linkeroog (blz. 7, 8 en 10) en een rode verkleuring boven op het hoofd (blz. 9 en 10).
4.
Blz. 14-15:
de verklaring van [getuige 1]:
Ik ben vandaag, 11 januari 2017 getuige geweest een mishandeling. Ik was samen met [slachtoffer 3] aan het wandelen. Wij wilden weer naar huis gaan. Toen zagen wij iemand staan. Toen we dichtbij waren draaide de man zich om en viel gelijk [slachtoffer 3] aan. Ik heb geprobeerd ze uit elkaar te halen. Dat lukte niet. De man bleef maar aanvallen. Ik zag dat hij met zijn rechterhand 2 à 3 keer met veel kracht sloeg op [slachtoffer 3] zijn hoofd. Ik zag dat het met veel kracht ging omdat hij zijn hele lichaam erachter zette.
5.
Blz. 16-17:
de (aanvullende) verklaring van [getuige 1]:
U vraagt mij of ik weet wie [slachtoffer 3] geslagen heeft. Ik ken hem van vroeger, ik ken hem best goed. Zijn naam is [verdachte] . U vraagt mij waar [verdachte] [slachtoffer 3] raakte op het hoofd. Hij raakte [slachtoffer 3] op het oog. Volgens mij de linker.
6.
Blz. 24-26:
de verklaring van [slachtoffer 2]:
Ik doe aangifte van belaging c.q. stalking. Sinds oktober 2016 word ik stelselmatig op mijn mobiele nummer gebeld door een anoniem nummer. Mijn mobiele telefoonnummer is
[telefoonnummer 2] . Ik nam de telefoon wel op maar er werd niets gezegd, dat was per dag wel 2 tot 3 keer. Na een aantal dagen werd er ook 's nachts gebeld op mijn mobiele nummer. Ik heb mijn telefoon altijd bij mij omdat ik de zorg draag voor mijn bejaarde ouders, zij zijn ziekelijk. Als er 's nacht gebeld werd dan ging dit meerdere keren achter elkaar, ook toen werd er niets verteld. Omdat ik toen wel het vermoeden kreeg dat dit een serieus probleem werd heb ik contact opgenomen met mijn provider Telfort. Ik vroeg of zij mij konden helpen, ik werd doorverwezen naar KPN. KPN is verantwoordelijk hiervoor. Op advies van KPN heb ik een soort dagboekje bijgehouden, zodat zij een onderzoek konden verrichten. Ook heb ik toen contact met de politie opgenomen, ook zij gaven mij het advies om een dagboekje bij te gaan houden, dit heb ik ook gedaan. Op 7 december 2016 kreeg ik een mail van KPN met hierin de info dat zij wisten wie de anonieme beller was. Ik kreeg via een mail van KPN te horen dat zij een waarschuwing hadden verstuurd naar de anonieme beller. Ik kreeg niet te horen wie de anonieme beller was.
KPN vertelde mij dat als de overlast doorging dan zouden zij een nieuw onderzoek
opstarten na drie weken. De overlast beleef echter gewoon doorgaan. Ik werd wel meer dan
8 keer per dag gebeld ook 's nachts. De ene dag was het 8 keer dan 13 keer, ook in de
nacht bleef het doorgaan. Ik ben doorgegaan met mijn dagboekje en de overlast bleef doorgaan door de anonieme beller. Ik heb wederom KPN ingeschakeld, na ongeveer drie dagen kreeg ik de informatie van KPN wie de anonieme beller was.
Op de mail van KPN staat dat dhr. [verdachte] van de [adres 1] dit
moet zijn. (deze mail voeg ik toe bij deze aangifte, bijlage 2).
De heer [verdachte] ken ik, dit is mijn oude buurman. Deze is gescheiden van zijn vrouw. Zijn
vrouw is mijn buurvrouw en zij woont op [adres 2] te Hengelo.
Ik weet dat dhr. [verdachte] veel problemen heeft met het feit dat hij zijn kinderen niet mag zien, hij heeft problemen met zijn eigen familie. Hij heeft een verleden met geweld.
Op 11 januari 2016 heeft dhr. [verdachte] mijn man mishandeld. Mijn man heeft hiervan
aangifte gedaan. Mijn hele gezin lijdt onder de situatie met dhr. [verdachte] , mijn kinderen worden geconfronteerd met dhr. [verdachte] op het schoolplein. Mijn jongste zoon is bang voor dhr. [verdachte] , mijn zoon wil daarom ook niet naar school. Voor ons als gezin maakt het gedrag van dhr. [verdachte] veel indruk en zorgt het voor een onveilig gevoel zelfs in ons eigen huis.
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
7.
Blz. 30:
Het bescheid, te weten een emailbericht, afkomstig van KPN Klantenreacties, afdeling telefonische overlast, met als onderwerp antwoord bekendmaking veroorzaker overlast en gericht aan mevrouw [slachtoffer 2] , zakelijk weergegeven, inhoudende:
Hierbij ontvangt u de NAW-gegevens van de plager, zodat u de mogelijkheid heeft om juridische stappen te ondernemen tegen [verdachte] , [adres 1] .
8.
Blz. 56-57:
het proces-verbaal van bevindingen, zakelijk weergegeven, inhoudende het relaas van de verbalisant [verbalisant] :
Op 28 februari 2017 omstreeks 10.30 uur heb ik, verbalisant [verbalisant] , het bestand bekeken, ontvangen van de KPN, met hierin al het telefoonverkeer van het nummer [telefoonnummer 2] . Dit betreft het nummer van aangeefster [slachtoffer 2] . Ik, verbalisant [verbalisant] , lees in het verhoor van verdachte [verdachte] dat zijn nummer is [telefoonnummer] . Ik, verbalisant [verbalisant] , kan uit het bestand lezen dat met dit nummer, 117 keer is gebeld met het nummer van aangeefster. Ik, verbalisant, lees dat het een inkomend gesprek betreft. Dat betekent dat aangeefster gebeld is door het nummer van verdachte [verdachte] .
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s zijn dit bladzijden uit het dossier van de politie Oost-Nederland met het registratienummer PL0600-2017339919, welk geheel is doorgenummerd blz. 1 tot en met blz. 38. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
9.
Blz. 3-6:
de verklaring van aangeefster van [ex-partner]:
Ik doe aangifte van bedreiging en stalking gepleegd door mijn ex partner [verdachte] .
Ik ben heel erg bang voor [verdachte] . Door zijn uitspraken jaagt hij mij vrees aan. Hij is
tot gekke dingen in staat, dat blijkt ook uit het verleden dat ik met hem heb. [verdachte] en ik zijn al jaren uit elkaar. Samen hebben wij vier kinderen. Zij zijn 14, 12, 10 en 8 jaar oud. [verdachte] mag de kinderen niet meer zien. Dat is besloten door de Raad van de Kinderbescherming.
De kinderen zijn doodsbang voor [verdachte] . [verdachte] is uit het ouderlijk gezag gezet. Ik woon aan de [adres 2] in Hengelo. [verdachte] woont aan de [adres 1] . Dat is vlak bij elkaar, twee straten verder. Ik heb al meerdere keren aangifte gedaan tegen [verdachte] . Hij is al meerdere keren veroordeeld, hij heeft straatverboden gehad zowel civiel als strafrechtelijk. Ik heb een hele tijd een Awareknop gehad omdat [verdachte] mij bedreigde. Ook ben ik een tijdje met de kinderen ondergebracht op een veilig adres. Dit alles heeft niet geholpen. Alle contactverboden zijn nu afgelopen, maar [verdachte] blijft mij en de kinderen lastig vallen. Zo fietst hij door mijn straat, wacht hij de kinderen op bij hun school, hij valt vrienden van mij lastig en hij staat regelmatig op een straathoek naar mijn woning te kijken.
In januari 2017 hebben buren van mij ook aangifte tegen [verdachte] gedaan. Hij stalkte hen
en heeft de buurman zelfs mishandeld. [verdachte] is hier ook voor aangehouden en hij heeft
een contactverbod gehad voor deze buren. Op 19 juli 2017 heeft [verdachte] meerdere keren voor mijn deur staan schreeuwen en schelden. Ook heeft hij bedreigingen in mijn richting geuit. Hij doet dit dan in de Arabische taal. Later die dag fietste [verdachte] door de [adres 2] . Mijn zoon en mijn nicht [nicht] stonden op dat moment buiten de woning. Ik hoorde van mijn zoon en nicht dat [verdachte] tegen haar heeft gezegd: “Ik ga jou en je moeder verkrachten. Ik ga jullie slaan, ik maak jullie dood” of woorden van gelijke strekking. [verdachte] heeft dit in het Arabisch gezegd. 's Avonds omstreeks 19:00 uur stond [verdachte] weer in de omgeving van mijn woning. Mijn dochter [dochter] heeft de politie gebeld.
Op 23 juli 2017 was ik bij een vriendin van mij thuis. Mijn vriendin heeft [slachtoffer 1] .Ik was samen met mijn dochter [dochter] bij [slachtoffer 1] . Omstreeks 20:00 uur werd er ineens op de ramen en deuren gebonsd. Ik zag dat [verdachte] voor de woning stond. Hij stond te schreeuwen en te bonzen. Ik hoorde [verdachte] schreeuwen: “Doe de deur open, ik ga jullie verkrachten, ik verkracht jullie kinderen, ik verkracht iedereen” of woorden van gelijke strekking. Ik was heel erg bang op dat moment. Ik was bang dat [verdachte] de woning zou binnen dringen en dat hij mij en mijn dochter wat aan zou doen, dat hij ons zou mishandelen of nog erger. Ik voel mij heel erg bedreigd door [verdachte] . Het gedrag van [verdachte] heeft ontzettend veel invloed op mijn leven en het leven van mijn kinderen. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
10.
Blz. 9-10:
de verklaring van de getuige [dochter], afgelegd op 26 juli 2017:
Ik ben de dochter van de verdachte en aangeefster. Ik begrijp wat u mij net uit hebt gelegd voor wat betreft het verschoningsrecht. Ik maak hier geen gebruik van. Vorige week zag ik de ex-man van mijn moeder staan op de [straat] ter hoogte van de [adres 2] . Ik hoorde hem schreeuwen in de Arabische taal, want hij spreekt eigen geen Nederlands. Ik spreek en versta zowel Arabisch als Nederlands. Ik hoorde hem schreeuwen dat mijn moeder een hoer zou zijn. Ik hoorde hem tevens schreeuwen dat hij ons allemaal ging verkrachten. Ik hoorde hem zeggen dat wij in deze dagen wel gingen merken wat hij met ons zou gaan doen. Ik ben bang en angstig wat hij hiermee bedoelde. Ik ben over het algemeen wel bang voor hem. Eergisteren waren we bij een vriendin mijn moeder. Ik zag hem voorbij fietsen en hoorde kort hierna weer geschreeuw voor de deur. Nu was het niet bij mijn woonadres. Hij wist dat op het adres waar wij ons toen bevonden een vriendin van mijn moeder woont. Ik zag dat de vriendin van mijn moeder naar buiten ging en hem vertelde dat hij weg moest gaan. Ik hoorde dat hij hierop direct heel hard begon te schreeuwen en tekeer ging tegen die vriendin van mijn moeder genaamd [slachtoffer 1] .
11.
Blz. 11-12:
de verklaring van [nicht]:
De ex man van [ex-partner] is mijn neef. Dus [verdachte] is de zoon van de broer
van mijn vader. [ex-partner] en [verdachte] zijn al een tijd gescheiden. Ik weet ook dat [verdachte] [ex-partner] al heel lang lastig valt. Op 19 juli 2017 was ik in de woning van [ex-partner] . Om een uur of 18:00 ging ik met het zoontje van [ex-partner] , dus mijn neefje, naar de cafetaria. Toen we terugliepen naar huis kwamen we [verdachte] tegen. [verdachte] fietste ons voorbij. Ik keek nog een keer achterom en zag dat [verdachte] stil stond. Ik hoorde hem schelden. Hij schold in het Arabisch. Ik hoorde hem schreeuwen: [ex-partner] is een hoer, ik ga haar doodmaken. Ik was heel erg bang op dat moment. Ook mijn neefje was heel erg bang. Toen mijn neefje en ik bij de woning van [ex-partner] kwamen, kwam binnen dertig seconden [verdachte] er ook aan. Hij ging met zijn fiets stilstaan. Hij stond op de [adres 3] en had zicht op de woning van [ex-partner] . Hij schreeuwde. Ik hoorde dat hij mijn moeder bedreigde: “Ik neuk je moeder, ik ga jullie doden”.
12.
Blz. 13-14:
de verklaring van [slachtoffer 1]:
Ik ben een vriendin van de aangeefster. Mijn vriendin genaamd [ex-partner] was vorige week 23 juli 2017 bij mij in de woning in Hengelo.
Op genoemde dag en datum zag ik de ex-man van mijn vriendin bij mij voor de deur langs fietsen. Ik weet dat [ex-partner] daar al lang een conflict mee heeft omdat zij gestalkt en bedreigd wordt door hem. Ik herkende hem dan ook direct omdat ik hen al kende toen zij getrouwd waren. Ik hoorde hem direct gaan schreeuwen. Ik hoorde hem de volgende dingen schreeuwen: "Hoer, kom naar buiten, ik ga jullie verkrachten, ik verkracht jullie allemaal." of
woorden van gelijke strekking. Ik zag de woede in zijn ogen. Dit was de eerste keer dat hij bij mijn woning kwam en hopelijk de laatste keer. Ik kom wel vaker bij [ex-partner] thuis. Ik weet daarom ook genoeg omtrent deze situatie. Ik heb hem vaker gezien bij en rondom de woning van [ex-partner] . Hij stalkt [ex-partner] en haar dochter. [verdachte] heeft [ex-partner] vaker bedreigd met de dood. Hij zei met enige regelmaat dat zij dood moest en ging. Zijn scheldpartijen en bedreigingen doet hij allemaal in de Arabische taal.