Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.Het wrakingsverzoek
3.Het standpunt van mr. Flos
4.De beoordeling
OTS-maatregel, over de verlenging waarvan mr. Flos heeft te oordelen, op 29 augustus 2017 zal aflopen. Hierboven is in feite ook geconcludeerd dat in het wrakingsverzoek van
22 augustus 2017 geen feiten of omstandigheden zijn gesteld, waaruit in redelijkheid kan worden afgeleid dat sprake is van partijdigheid of van een objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor. Bij deze stand van zaken moet worden geconcludeerd dat verzoeker het middel van wraking gebruikt voor een ander doel dan waarvoor het is gegeven en met name gebruikt om de voortgang van de procedure te frustreren. Dat is misbruik. De wrakingskamer zal daarom op de voet van artikel 39 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepalen dat een volgend verzoek tot wraking in deze zaak niet meer in behandeling zal worden genomen.
5.De beslissing
J.H. Keuzenkamp in tegenwoordigheid van de griffier mr. I.A.M. Booijink en in openbaar uitgesproken op 25 augustus 2017.