In deze zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Overijssel, is op 8 september 2017 een vonnis in kort geding uitgesproken. De eiseres, Novoserve B.V., heeft een vordering ingesteld tegen LeaseWeb en aanverwante vennootschappen, die gezamenlijk als gedaagden optreden. De kern van het geschil betreft de vraag of LeaseWeb heeft voldaan aan de instructies van de voorzieningenrechter in een eerder vonnis van 28 juli 2017, waarin LeaseWeb werd verplicht om een datastick met inbeslaggenomen bestanden te vernietigen of over te dragen aan Novoserve. LeaseWeb had conservatoir bewijsbeslag gelegd op de bestanden van Novoserve, maar het eerdere vonnis had dit beslag opgeheven en LeaseWeb verplicht om binnen twee dagen na betekening van het vonnis de deurwaarder en DigiJuris te informeren over de opheffing van het beslag.
De voorzieningenrechter oordeelt dat LeaseWeb niet heeft voldaan aan deze verplichting door een voorwaarde te stellen aan de uitvoering van het vonnis, namelijk dat de uitvoering afhankelijk zou zijn van de uitkomst van een hoger beroep. De voorzieningenrechter wijst erop dat de instructie aan de deurwaarder om de datastick te vernietigen of over te dragen aan Novoserve onmiddellijk moet worden uitgevoerd, ongeacht de uitkomst van het hoger beroep. De vordering van Novoserve om LeaseWeb te veroordelen tot het uitvoeren van deze instructie wordt toegewezen, met een dwangsom van € 100.000 per dag dat LeaseWeb in gebreke blijft, tot een maximum van € 1.000.000.
In reconventie heeft LeaseWeb vorderingen ingesteld om de tenuitvoerlegging van het eerdere vonnis te schorsen, maar deze vorderingen worden afgewezen. LeaseWeb wordt veroordeeld in de proceskosten, terwijl de vorderingen van Novoserve in de hoofdzaak worden toegewezen. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissingen onmiddellijk moeten worden nageleefd, ook al kan er nog hoger beroep worden ingesteld.