In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, hebben eisers, buren van gedaagden, een kort geding aangespannen tegen gedaagden vanwege de bouw van een nieuwe schuur. Eisers vorderen onder andere dat gedaagden de bouwwerkzaamheden staken en gestaakt houden, en dat zij een dwangsom betalen voor elke dag dat zij in gebreke blijven. De procedure is gestart na de verlening van een omgevingsvergunning aan gedaagden, waartegen eisers bezwaar hebben gemaakt, maar geen beroepschrift hebben ingediend. De voorzieningenrechter heeft op 25 augustus 2017 vonnis gewezen, waarin werd vastgesteld dat er geen sprake is van onrechtmatige hinder door de nieuwe schuur. De rechter oordeelde dat de hinder die eisers ondervinden van de schaduwtoename door de schuur niet zodanig is dat dit als onrechtmatig kan worden aangemerkt. De rechter heeft daarbij gekeken naar de aard, ernst en duur van de hinder, en de belangen van beide partijen afgewogen. De vorderingen van eisers zijn afgewezen, en zij zijn veroordeeld in de proceskosten van gedaagden, die zijn begroot op € 1.699,00. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad.