Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
L.M. Rijksen in tegenwoordigheid van de griffier M.K. van Haren en in openbaar uitgesproken op 4 september 2017.
Rechtbank Overijssel
Op 4 september 2017 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, een beslissing genomen in een wrakingsprocedure. Verzoeker [A] heeft op 14 augustus 2017 een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. W.J.B. Cornelissen, de rechter belast met de behandeling van een andere zaak. Op 30 augustus 2017 heeft Cornelissen laten weten niet in de wraking te berusten. Vervolgens heeft [A] op 30 augustus 2017 ook de wrakingskamer gewraakt, bestaande uit mrs. F. van der Maden, W.M.B. Elferink en F. Koster. De wrakingszitting was gepland op 7 september 2017, maar de leden van de gewraakte wrakingskamer hebben op 31 augustus en 4 september 2017 laten weten niet in de wraking te berusten.
De wrakingskamer heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat een rechter kan worden gewraakt op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De wrakingskamer benadrukt dat er een vermoeden van onpartijdigheid is, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden weerleggen. [A] heeft geklaagd over de gang van zaken rondom de geluidsopname tijdens de wrakingszitting, maar de wrakingskamer oordeelt dat deze beslissing op zichzelf niet wijst op vooringenomenheid.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen, omdat het verzoek niet was onderbouwd met concrete feiten die een objectieve vrees voor partijdigheid rechtvaardigen. De wrakingskamer concludeert dat [A] het wrakingsverzoek mogelijk misbruikt om de procedure te frustreren. De rechtbank heeft besloten dat een volgend verzoek tot wraking niet in behandeling zal worden genomen.