Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding met de producties 1 tot en met 10
- de producties 1 tot en met 5 van [gedaagde]
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die zich afspeelt in het kort geding, vordert de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Restaurant Vrijdag B.V. dat de gedaagde, een voormalig werknemer, de executie van een proces-verbaal van de kantonrechter staakt. De gedaagde heeft in het verleden een vordering ingesteld tegen Vrijdag, die door de kantonrechter is afgewezen. Later hebben partijen een schikking bereikt, vastgelegd in een proces-verbaal, waarin Vrijdag zich verplichtte om een bedrag van € 4.000,00 aan de gedaagde te betalen in twee termijnen. De gedaagde heeft echter beslag gelegd op de bankrekening van Vrijdag, wat aanleiding gaf tot deze procedure.
De voorzieningenrechter oordeelt dat Vrijdag aannemelijk heeft gemaakt dat zij aan haar betalingsverplichtingen heeft voldaan en dat de gedaagde misbruik van bevoegdheid maakt door de executie voort te zetten. De voorzieningenrechter wijst de vordering van Vrijdag toe om de executie te staken en legt een dwangsom op aan de gedaagde voor elke dag dat hij niet aan deze veroordeling voldoet. De vordering tot opheffing van het derdenbeslag wordt afgewezen, omdat dit beslag inmiddels is vervallen. De gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten van Vrijdag, die zijn begroot op € 1.515,99. Het vonnis is uitgesproken op 28 september 2017 door mr. T.R. Hidma.