Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de mondelinge behandeling,
- de pleitnota van de man.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
527,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak gaat het om een kort geding tussen ex-echtelieden, waarbij de vrouw vordert dat de man meewerkt aan de verkoop van de echtelijke woning. De partijen zijn in 1981 te Almelo gehuwd en zijn inmiddels gescheiden. De rechtbank had eerder bepaald dat de woning aan de man zou worden toebedeeld, mits de hypotheeknemer de vrouw ontsloeg uit haar verplichtingen. De vrouw heeft inmiddels een makelaar ingeschakeld om de woning te verkopen, maar de man weigert medewerking te verlenen. De vrouw stelt dat de man de verkoop frustreert door geen sleutels te overhandigen en bezichtigingen te blokkeren. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vrouw spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen, aangezien de echtscheiding al meer dan een jaar geleden is uitgesproken en de verkoop van de woning noodzakelijk is voor de financiële afwikkeling. De man heeft weliswaar aangegeven de woning te willen overnemen, maar heeft niet aangetoond dat hij financieel in staat is om dit te realiseren. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van de vrouw grotendeels toe, inclusief het opleggen van dwangsommen voor het geval de man niet aan de veroordelingen voldoet. De man wordt ook veroordeeld in de proceskosten van de vrouw.