In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Overijssel op 27 september 2017, is de besloten vennootschap Freizeit- und Ferienpark Fürstenau GmbH (hierna: Fürstenau) betrokken als eisende partij in conventie en verwerende partij in voorwaardelijke reconventie. De tegenpartij is mr. G.W. Weenink q.q. als curator van de failliete [X] B.V. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis van 9 augustus 2017 overwogen dat een notaris benoemd dient te worden om te onderzoeken of in de koopovereenkomst van een perceel met opstallen te Fürstenau vermeldingen zijn over gevaarlijke of verontreinigde stoffen. De rechtbank heeft mr. D. ter Braak benoemd tot notaris en partijen in de gelegenheid gesteld om zich over deze benoeming uit te laten. Beide partijen hebben geen bezwaar gemaakt tegen deze benoeming.
De rechtbank heeft vervolgens de notaris de opdracht gegeven om de koopovereenkomst te onderzoeken en zijn bevindingen vast te leggen in een rapport. [X] heeft verzocht om aanvullende vragen aan de notaris te mogen stellen, maar dit verzoek is afgewezen omdat het zou leiden tot een 'fishing expedition', wat niet is toegestaan onder artikel 843a Rv. De rechtbank heeft bepaald dat de kosten voor het verstrekken van een afschrift van de koopovereenkomst voor rekening van [X] komen en dat de notaris een voorschot op deze kosten in rekening dient te brengen. De proceskosten in het incident zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De zaak in de hoofdzaak is aangehouden tot 10 januari 2018 voor verdere behandeling.