In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 18 oktober 2017 een beschikking gegeven inzake het verzoek van de moeder om vervangende toestemming te verlenen voor een vakantie naar Londen met haar minderjarige kinderen. De vader van de kinderen weigerde toestemming te geven, onder andere vanwege zorgen over terreurdreiging in Londen. De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoek dat op 25 september 2017 is ingediend en heeft de mondelinge behandeling op 18 oktober 2017 gehouden, waarbij de moeder en haar advocaat aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming. De vader was niet verschenen.
De rechtbank overwoog dat de moeder, die samen met de kinderen in de herfstvakantie van 21 tot en met 29 oktober 2017 naar Londen wilde reizen, de toestemming van de vader nodig had, maar dat deze toestemming niet werd verleend. De rechtbank concludeerde dat, hoewel er risico's verbonden zijn aan de reis, deze niet zwaarder wogen dan de wens van de kinderen om naar Londen te gaan. De moeder had maatregelen genomen om de risico's te beperken, zoals het boeken van een hotel buiten het centrum van de stad. De Raad voor de Kinderbescherming steunde het verzoek van de moeder.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende zwaarwegende argumenten waren om de toestemming te weigeren en verleende de moeder vervangende toestemming voor de reis. Daarnaast werd de vader veroordeeld in de proceskosten, omdat zijn weigerachtige houding de moeder had gedwongen om de rechtbank in te schakelen. De kosten werden vastgesteld op € 221,=, die de vader aan de advocaat van de moeder moest betalen. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.