ECLI:NL:RBOVE:2017:4028

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 oktober 2017
Publicatiedatum
30 oktober 2017
Zaaknummer
C/08/207840 / FA RK 17-2319
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor vakantie met minderjarige kinderen naar Londen

In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 18 oktober 2017 een beschikking gegeven inzake het verzoek van de moeder om vervangende toestemming te verlenen voor een vakantie naar Londen met haar minderjarige kinderen. De vader van de kinderen weigerde toestemming te geven, onder andere vanwege zorgen over terreurdreiging in Londen. De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoek dat op 25 september 2017 is ingediend en heeft de mondelinge behandeling op 18 oktober 2017 gehouden, waarbij de moeder en haar advocaat aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming. De vader was niet verschenen.

De rechtbank overwoog dat de moeder, die samen met de kinderen in de herfstvakantie van 21 tot en met 29 oktober 2017 naar Londen wilde reizen, de toestemming van de vader nodig had, maar dat deze toestemming niet werd verleend. De rechtbank concludeerde dat, hoewel er risico's verbonden zijn aan de reis, deze niet zwaarder wogen dan de wens van de kinderen om naar Londen te gaan. De moeder had maatregelen genomen om de risico's te beperken, zoals het boeken van een hotel buiten het centrum van de stad. De Raad voor de Kinderbescherming steunde het verzoek van de moeder.

De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende zwaarwegende argumenten waren om de toestemming te weigeren en verleende de moeder vervangende toestemming voor de reis. Daarnaast werd de vader veroordeeld in de proceskosten, omdat zijn weigerachtige houding de moeder had gedwongen om de rechtbank in te schakelen. De kosten werden vastgesteld op € 221,=, die de vader aan de advocaat van de moeder moest betalen. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Familierecht en Jeugdrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer: C/08/207840 / FA RK 17-2319
beschikking van de rechtbank Overijssel d.d. 18 oktober 2017
inzake
[X],
verder te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats 1] ,
verzoekster,
advocaat: mr. M.H. van der Linden te Almelo,
en
[Y],
verder te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats 2] ,
belanghebbende,
niet verschenen.

1.Het procesverloop

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoek ex art. 1:253a van het Burgerlijk Wetboek (BW) met bijlagen, binnengekomen op 25 september 2017.
1.2.
Op 9 oktober 2017 is een e-mail van vader binnengekomen ter griffie met het verzoek om verplaatsing van de geplande behandeling op 18 oktober 2017, te 09.30 uur. Gelet op de spoedeisendheid van het onderhavige verzoek en het gebrek aan ruimte in de agenda, is vaders verzoek afgewezen.
1.3.
Op 13 oktober 2017 is een brief van vader binnengekomen ter griffie.
1.4.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft met gesloten deuren plaatsgevonden op 18 oktober 2017. Ter zitting zijn verschenen:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat,
- mevrouw P. Bos, namens de Raad voor de Kinderbescherming (verder ook: de Raad).
Tijdens de mondelinge behandeling is namens moeder het verzoek aangevuld, in die zin dat wordt verzocht om de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

2.De feiten

2.1.
De vader en de moeder zijn met elkaar gehuwd geweest, uit welk huwelijk zijn geboren de navolgende minderjarige kinderen:
[minderjarige 1] ,geboren te [geboorteplaats] op [2002] ,
[minderjarige 2] ,geboren te [geboorteplaats] op [2003] ,
[minderjarige 3], geboren te [geboorteplaats] op [2011] .
Bij beschikking van deze rechtbank van 20 november 2013 is de echtscheiding uitgesproken. De ouders zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over de minderjarigen. De kinderen hebben hun hoofdverblijfplaats bij de moeder.

3.Het verzoek

De moeder verzoekt, om redenen zoals in het verzoekschrift staan vermeld, haar op grond van art. 1:253a BW vervangende toestemming te verlenen om tijdens de herfstvakantie van 21 t/m 29 oktober 2017 samen met de minderjarige kinderen op vakantie naar Londen te gaan.

4.Het verweer

De vader is niet ter zitting verschenen. Hij heeft in voornoemde brief bericht, voor zover hier van belang, dat hij niet instemt met moeders verzoek. Hij vindt Londen gelet op mogelijke terroristische aanslagen te onrustig en te gevaarlijk. Daarnaast heeft vader moeite met de wijze van communiceren van moeder. Hij vindt dat ze rechtstreeks met hem zou moeten communiceren en niet via derden. De kosten van deze procedure mogen niet voor zijn rekening komen, omdat hij hiervoor niet heeft gekozen en hij zich niet kan verweren. De vader verzoekt om moeders verzoeken af te wijzen.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderen verblijven bij de moeder. Omdat er sprake is van gezamenlijk ouderlijk gezag heeft de moeder voor de reis met de kinderen naar Londen de toestemming van de vader nodig. Echter, hij wil zijn toestemming niet geven. De vrouw verzoekt daarom nu vervangende toestemming van de rechtbank.
5.2.
De rechtbank overweegt als volgt. De moeder wil samen met de kinderen in de komende herfstvakantie van donderdag 26 oktober tot en met zondag 29 oktober 2017 naar Londen. Zij realiseert zich terdege dat Londen op dit moment niet de meest veilige plaats is, maar het risico op terroristische aanslagen is ook elders aanwezig. De moeder heeft een hotel buiten het centrum van Londen geboekt, waardoor een mogelijk risico verkleind wordt. Er geldt bovendien geen negatief reisadvies. Het is een wens van de kinderen, met name van de oudste dochter, om een keer naar Londen te gaan. De Raad kan zich vinden in moeders verzoek. Hij heeft de indruk dat er bij vader sprake is van een patroon om geen toestemming te verlenen voor vakanties van moeder en de kinderen. De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende zwaarwegende argumenten zijn om de toestemming voor de vakantie naar Londen te weigeren. Hoewel er zeker sprake is van een risico in verband met mogelijke terroristische aanslagen, heeft de Nederlandse overheid geen negatief reisadvies afgegeven. De moeder heeft er goed over nagedacht en voor zover mogelijk het risico verkleind. Zij beseft dat het van belang is om op je hoede te zijn en bijvoorbeeld te proberen grote mensenmassa’s te mijden. Verder mag aangenomen worden dat de veiligheidsmaatregelen in Londen zijn aangescherpt. De angst voor aanslagen is, hoewel op zich begrijpelijk, onvoldoende reden om de toestemming te weigeren. Daaraan toegeven zou een te grote inperking van en een ongerechtvaardigde inbreuk op de bewegingsvrijheid van de moeder en de kinderen betekenen. Ook andere grote Europese steden hebben de laatste tijd te maken gehad met aanslagen, zodat er dan weinig vakantiebestemmingen overblijven. De gekozen bestemming Londen kan niet als onverantwoord worden beschouwd. De rechtbank ziet alles afwegende geen gerechtvaardigde reden om moeders verzoek af te wijzen en zal daarom vervangende toestemming verlenen voor de reis van moeder en de kinderen naar Londen.
5.3.
Wat betreft moeders verzoek om vader te veroordelen in de proceskosten overweegt de rechtbank als volgt. In familiezaken wordt in het algemeen besloten tot compensatie van de proceskosten, hetgeen inhoudt dat iedere partij de eigen kosten dient te dragen. Er kunnen zich echter gevallen voordoen waarbij het in strijd is met de redelijkheid en de billijkheid om de proceskosten te compenseren. Wil sprake zijn van een dergelijke situatie, dan dient sprake te zijn van het nodeloos in rechte betrekken van de wederpartij. De rechtbank is van oordeel dat daarvan in onderhavige zaak sprake is. Volgens de moeder heeft de vader ook vorig jaar zijn toestemming onthouden voor een reis van de moeder en de kinderen. Vorige jaar betrof het een reis van moeder en de kinderen naar Parijs. Hierdoor zag de moeder zich genoodzaakt om zich tot de rechtbank te wenden. De rechtbank heeft vorig jaar aan de moeder vervangende toestemming verleend voor de reis naar Parijs. Ook heeft de vader volgens de moeder al eerder toestemming geweigerd voor de aanvraag van een ID-kaart en voor inschrijving op een school. Om dit jaar problemen te voorkomen heeft de moeder de vader reeds in juni 2017 op de hoogte gebracht van de voorgenomen reis. Hij had zes weken de tijd om te reageren maar hij heeft, zoals door moeder onweersproken is gesteld, de toestemmingsformulieren ongetekend retour gezonden. Door vaders handelwijze zag de moeder zich wederom genoodzaakt de gang naar de rechtbank te maken. De rechtbank is van oordeel dat een proceskostenveroordeling thans op zijn plaats is. De kosten van onderhavige procedure dienen door de weigerachtige houding van de vader voor zijn rekening te komen.

6.De beslissing

De rechtbank:
I. Verleent aan de moeder vervangende toestemming om met de minderjarigen
[minderjarige 1] ,geboren te [geboorteplaats] op [2002] ,
[minderjarige 2] ,geboren te [geboorteplaats] op [2003] ,
[minderjarige 3], geboren te [geboorteplaats] op [2011] ,
in de periode van 21 oktober 2017 tot en met 29 oktober 2017 op vakantie te gaan naar Londen;
II. veroordeelt de vader in de proceskosten, aan de zijde van de moeder begroot op
€ 221,= (€143,=,-eigen bijdrage en € 78,=,- griffierecht) en bepaalt dat de vader het hiervoor genoemde bedrag ad € 221,= dient te voldoen aan de advocaat van moeder,
mr. M.H. van der Linden, binnen twee weken na ontvangst van de nota daarvoor.
III. verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
Deze beschikking is gegeven te Almelo door mr. C. Verdoold, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 18 oktober 2017 in tegenwoordigheid van H.-J. van der Woude, griffier.