Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
ZORGBURO MAATWERK B.V.,
STICHTING JOLIJT,
1.De procedure
- de dagvaarding met producties;
- de aanvullende producties van Maatwerk c.s.;
- de producties van de gemeenten;
- de mondelinge behandeling;
- de pleitnota van Maatwerk c.s.;
- de pleitnota van de gemeenten’
- de vermeerdering van eis.
2.De feiten
3.De vordering
4.Het standpunt van Maatwerk
(…) dat er in de beginsituatie zeker sprake is van soms vervuilde leefomstandigheden, echter niet ernstig afwijken anders dan mij bekend is bij deze doelgroep.”. Maatwerk c.s. kan onmogelijk voorkomen dat bepaalde cliënten zich incidenteel niet houden aan hierover met hen gemaakte en in het persoonlijk zorgplan bevestigde afspraken. Maatwerk heeft cliënten die zich niet steeds laten “sturen”.
5.Het standpunt van de gemeenten
dat sommige huizen dusdanig vervuild waren dat hij opdracht kreeg van Zorgburo Maatwerk om het aanwezige huisvuil op te halen.”
.
(…) dit was nodig om het zorggeld te krijgen, zodat de heer [E] kon verblijven bij zijn moeder”. Op de vraag van [E] of deze constructie geen problemen voor hem zou opleveren, is zijdens Maatwerk aangegeven: “
(…) deze handelwijze is legaal”. Vanzelfsprekend is deze handelwijze niet legaal. Dit is een voorbeeld van de wijze waarop Maatwerk zorg declareert die niet is verleend.
(…) zij moest dan indicaties gaan aanvragen, maar moest dan wel de boel gaan aandikken voor hogere indicaties.”
(…) de taak van [G] zou zijn om cliënten te ronselen, dit waren zijn letterlijke woorden.”
Wij hebben ook een hele tijd onze cliënten zelf gehaald en gebracht voor de dagbesteding, en wij moesten dat zelf betalen omdat daar volgens [B] geen geld voor was. U zegt ons dat daar wel geld voor is betaald door de gemeenten. Wij wisten niet dat dit bedoeld was om het vervoer te betalen.”.
“
Wij hebben wel eens gevraagd om trainingen en scholingen. [B] gaf aan dat dit onze persoonlijke ontwikkeling was en dat wij dat maar zelf moesten zoek op google. Ook was er geen geld voor”
‘in acht nemen van een gezonde levensstijl’ (art. 8.2 verordening).
- in 28% van de gevallen het zorgplan niet was gebaseerd op, dan wel afweek, van het gemeentelijk ondersteuningsplan.
- in 40% van de dossiers bleek niet of het zorgplan minimaal één keer per jaar met de cliënt en/of de cliëntvertegenwoordiger was besproken.
- uit 45% van de dossiers viel niet af te leiden of de geboden zorg overeenkwam met de (werk)afspraken in het zorgplan.
- in 27% van de gevallen was het zorgplan niet door zowel cliënt als aanbieder ondertekend.
- in 42% van de gevallen bleek niet of het zorgplan aan de cliënt was verstrekt.
6.De beoordeling
6.3. Het ligt op de weg van Maatwerk als eisende partij in dit kort geding om de aan haar eis ten grondslag gelegde stellingen te onderbouwen en aannemelijk te maken en de verweren van de gemeenten gemotiveerd te weerleggen. Zij is daarin niet geslaagd.
1.224,00.