ECLI:NL:RBOVE:2017:4490

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 november 2017
Publicatiedatum
1 december 2017
Zaaknummer
6212906 \ CV EXPL 17-5163
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg van een koopovereenkomst met betrekking tot activa uit een failliete boedel en de vraag of aandelen onderdeel uitmaakten van de overeenkomst

In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, staat de uitleg van een koopovereenkomst centraal. WK Holding B.V. heeft een vordering ingesteld tegen de curator van Ifö Kampri Export B.V. over de vraag of de aandelen van Ifö in een Zweedse onderneming, WSWK, onderdeel uitmaakten van de koopovereenkomst die in 2011 werd gesloten. De curator, mr. E.A.M. Claassen, heeft de vordering betwist en zich beroepen op dwaling, maar WK Holding stelt dat het beroep op dwaling is verjaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de curator op de hoogte was van de aandelen in WSWK op het moment dat een derde partij, [C], zich bij hem meldde in 2013. De curator heeft echter te laat een beroep op dwaling gedaan, waardoor dit verweer niet kan slagen. De kantonrechter heeft WK Holding opgedragen bewijs te leveren dat de aandelen tijdens de onderhandelingen ter sprake zijn gekomen. De zaak is aangehouden voor verdere bewijslevering en zal opnieuw op de rol komen voor uitlating door WK Holding over de wijze van bewijsvoering.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 6212906 \ CV EXPL 17-5163
Vonnis van 21 november 2017
in de zaak van
de besloten vennootschap
WK Holding B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Kampen,
eisende partij, hierna te noemen WK Holding,
gemachtigde: mr. A.P.C. Houben,
tegen
mr. E.A.M. Claassen, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap Ifö Kampri Export B.V.,
wonende te Zwolle,
gedaagde partij, hierna te noemen de curator,
gemachtigde: mr. E.A.M. Claassen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 22 augustus 2017;
- het proces-verbaal van comparitie van 26 oktober 2017 met de daarin genoemde
aanvullende producties en met daaraan gehecht een brief van [A] namens WK Holding
van 2 november 2017.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 10 mei 2011 is Ifö Kampri Export BV (hierna: Ifo) door de rechtbank Zwolle-Lelystad in staat van faillissement verklaard met aanstelling van mr. Claassen als curator.
2.2.
De heer [B] (hierna: [B] ) is bestuurder van WK Holding en tot 2005 (indirect) bestuurder van Ifo. Vanaf 2005 waren de kinderen van [B] (indirect) bestuurder van Ifo.
2.3.
Bij brief van 2 december 2011 verzoekt de curator de rechter-commissaris machtiging te verlenen voor de verkoop van de - kort gezegd - activa van Ifo aan WK Holding tegen een koopsom van € 4.000,00, waarbij hij de volgende omstandigheden schetst:
(…) De heer [B] van WK Holding heeft mij benaderd met de vraag of hij het actief van Ifö Kampri Export BV kan overnemen. Het is hem dan met name te doen om het immaterieel actief.
Ifö Kampri Export BV is feitelijk reeds in 2009 ontmanteld. Het ging toen om vestigingen in België en Zweden. De ondernemingen zijn destijds geliquideerd, waarbij alle activa verkocht is. Op faillissementsdatum was er feitelijk geen actief meer. De heer [B] wil in de toekomst wellicht nog een keer een onderneming in dezelfde branche openen in Zweden. In verband daarmee wil hij zich alsdan graag kunnen profileren als de onderneming welke het actief van Ifö Kampri Export BV heeft overgenomen, en dan met name de handelsnaam. (…) De heer [B] heeft voor de overname een koopsom van € 4.000,= over. Omdat geen reëel actief aanwezig is, is een taxatie niet mogelijk. Het bedrag van € 4.000,= voor in feite alleen de handelsnaam is volgens mij goed betaald. (…)”
2.4.
Op 12 december 2011 heeft WK Holding een koopovereenkomst met de curator gesloten, waarin onder meer het volgende is opgenomen:
IN AANMERKING NEMENDE:
(…)
* dat de overnemer te kennen heeft gegeven alle goederen van de failliete vennootschap te willen overnemen;
* dat partijen op 30 november 2011 overeenstemming hebben bereikt over de koopprijs van alle goederen
VERKLAREN OVEREENGEKOMEN TE ZIJN ALS VOLGT:
1. Koop en levering
1.1
De curator verklaart te verkopen, gelijk de overnemer verklaart van de curator te kopen het volledige actief van de besloten vennootschap Ifö Kampri Export BV dat voornamelijk, doch niet uitsluitend, bestaat uit een adressenbestand, verlopen patenten, projectinformatie en tekeningen, technische knowhow, handelsnaam, prospects, foldermateriaal, alsmede alle overige goederen hoe ook genaamd. Al deze goederen gezamenlijk zullen worden aangeduid als “de activa”.
1.2
De activa worden geleverd bij ondertekening van deze overeenkomst in de staat waarin zij zich op dat moment bevinden en zonder enige garantie van de zijde van de curator. De betreffende activa zijn op dit moment reeds in gebruik van de overnemer en ook voor diens risico.
1.3
De koopprijs voor de activa bedraagt € 4.000,= (…).”
2.5.
In de jaarrekening 2009 van Ifo zijn op pagina 12 onder het kopje “andere deelnemingen” de volgende posten opgenomen:
“(…) 31-12-2009 31-12-2008 € €
Intermatic Storkok te Zweden (50%) 63.305 63.305
Super M Associates te Alexandra, Verenigde Staten (25%) 3.590 75.558”
2.6.
Bij e-mail van 29 januari 2013 heeft de heer [C] (hierna: [C] ), bestuurder van de vennootschap naar Zweeds recht WSWK Teknik AB (hierna: WSWK en daarvoor genaamd Intermatic Storkök), aan de curator bericht dat Ifo geregistreerd staat als aandeelhouder van WSWK. Ifo hield 50% van de aandelen in WSWK (hierna: de aandelen). [C] laat vervolgens weten geïnteresseerd te zijn in overname van de aandelen.
2.7.
Bij e-mail van 25 juli 2013 heeft [A] , raadsman van WK Holding aan de curator instemming gevraagd om met [C] de kwestie over de overname van de aandelen af te wikkelen. Tevens meldt [A] dat hij zich zal conformeren aan nader door de curator te stellen spelregels.
2.8.
In 2015 is overeenstemming bereikt over de verkoop van de aandelen aan [C] . Op 24 april 2017 zijn de aandelen overgedragen aan [C] tegen betaling van een koopsom van € 25.000,00. De koopprijs is voldaan op de derdenrekening van de curator.

3.Het geschil

3.1.
WK Holding vordert - samengevat - veroordeling van de curator tot betaling van een bedrag van € 22.500,00, te vermeerderen met de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 1.000,00 en de wettelijke rente over voornoemde bedragen. Tevens vordert WK Holding veroordeling van de curator in de proceskosten en nakosten.
3.2.
De curator voert verweer. Hij concludeert - samengevat - tot afwijzing van de vordering.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen is in geschil of de aandelen van Ifo in WSWK onderdeel uitmaken van de koopovereenkomst. Volgens WK Holding hebben er meerdere besprekingen met de curator plaatsgevonden in het kader van de onderhandelingen voor overname van activa van Ifo door WK Holding. Daarbij zijn de aandelen in WSWK onderdeel van het gesprek geweest. De aandelen stonden op de jaarrekening van Ifo. [B] heeft over de aandelen medegedeeld dat het niet duidelijk was wat de status ervan was en dat hij deze wilde overnemen. Het was ten tijde van de onderhandelingen niet de verwachting dat WK Holding deze aandelen nog zou kunnen verkopen, aldus WK Holding.
De curator stelt zich op het standpunt dat [B] tijdens de onderhandelingen heeft medegedeeld dat de deelnemingen genoemd in de jaarrekening van 2009 waardeloos zouden zijn, omdat de betreffende vennootschappen zouden zijn geliquideerd. Uit de brief aan de rechter-commissaris met het verzoek om machtiging blijkt ook dat de curator uitging van liquidatie van de vennootschappen waarin een deelneming bestond. [B] heeft niet gemeld dat Intermatic Storkök is voortgezet onder een andere naam. Verder is er volgens de curator niet gesproken over aandelen. Het ging met name om overname van de handelsnaam. De koopovereenkomst zou er heel anders hebben uitgezien indien sprake zou zijn geweest van de overdracht van aandelen. Er heeft geen leveringshandeling plaatsgevonden.
4.2.
Voor de vraag of de aandelen onderdeel uitmaakten van de koopovereenkomst, is van belang op welke wijze de koopovereenkomst moet worden uitgelegd. Voor een dergelijke uitleg is niet alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van het contract van doorslaggevend belang. Voor de beantwoording van die vraag komt het volgens vaste rechtspraak aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Bij deze uitleg dient de rechter rekening te houden met alle bijzondere omstandigheden van het gegeven geval (Haviltex-arrest, HR 13 maart 1981, NJ 1981, 635).
4.3.
Bij de uitleg van de overeenkomst neemt de kantonrechter de volgende omstandigheden in aanmerking.
4.3.1.
WK Holding is tijdens de onderhandelingen over de overname van activa van Ifo eind 2011 bijgestaan door zijn advocaat-gemachtigde [A] . De curator handelde ter uitoefening van zijn functie als curator van Ifo. Er hebben meerdere besprekingen plaatsgevonden, waarbij is komen vast te staan dat deelnemingen van Ifo in de Zweedse onderneming Intermatic Storkök danwel WSWK aan de orde zijn geweest. Over de mededelingen die in dat kader zijn gedaan verschillen partijen van mening. De curator heeft de koopovereenkomst opgesteld.
4.3.2.
De curator heeft de rechter-commissaris in december 2011 bericht dat de onderneming in Zweden is geliquideerd in 2009, waarbij alle activa verkocht is.
4.3.3.
In de overeenkomst staat vermeld dat het
volledige actiefvan Ifo wordt verkocht, voornamelijk doch niet uitsluitend bestaand uit de daarin genoemde activa en
alle overige goederen hoe ook genaamd. In de considerans is opgenomen dat WK Holding te kennen heeft gegeven
alle goederenvan de failliete vennootschap te willen overnemen en dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de koopprijs van
alle goederen.
4.4.
Er heeft geen overdrachtshandeling van de aandelen in WSWK plaatsgevonden tussen de curator en WK Holding voor de onderhandelingen met [C] .
4.4.1.
De door WK Holding toegezonden uitspraken in een procedure in eerste aanleg en hoger beroep tussen de curator en Kampri Support B.V. weegt de kantonrechter niet mee in voornoemde omstandigheden. In die procedure was WK Holding geen procespartij, zodat de in de uitspraken vastgestelde feiten tussen de curator en Kampri Support B.V. over tussen hen gesloten overeenkomsten geen gevolgen kunnen voor de uitleg van de onderhavige overeenkomst. Dat Ifo een dochter is van Kampri Group, doet niet af aan het vorenstaande.
4.5.
Vaststaat dat partijen tijdens de onderhandelingen eind 2011 hebben gesproken over deelneming van Ifo in een Zweedse vennootschap (Intermatic Storkök danwel WSWK). In geschil is echter of [B] in dat kader heeft medegedeeld - zoals WK Holding stelt - dat er sprake was van aandelen, dat hij niet wist wat de status was van de aandelen, maar dat WK Holding de aandelen wel wilde overnemen. Volgens de curator heeft [B] echter medegedeeld dat de Zweedse onderneming geliquideerd was en was daarmee geen sprake meer van een deelneming dan wel aandelen.
4.6.
Indien de stellingen van WK Holding gevolgd worden, maakten de aandelen wel onderdeel uit van de overeenkomst en was het aan de curator om nader onderzoek te doen naar (de waarde van) de aandelen. Dat er nog geen levering van de aandelen had plaatsgevonden kort na de koopovereenkomst, kan volgens WK Holding verklaard worden uit het feit dat onduidelijk was wat de status was en het teveel kosten met zich mee zou brengen om naar Zweeds recht de aandelen feitelijk over te dragen. Vaststaat in ieder geval dat de aandelen inmiddels zijn overgedragen aan [C] met medewerking van beide partijen, waarbij de leveringshandeling inmiddels heeft plaatsgevonden.
4.7.
De curator heeft de door WK Holding geschetste gang van zaken tijdens de onderhandelingen voldoende gemotiveerd betwist en een andere gang van zaken van voldoende onderbouwing voorzien. Aangezien WK Holding zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde uitleg van de koopovereenkomst, zal de kantonrechter aan haar - mede gelet op haar bewijsaanbod - bewijs opdragen van haar stellingen. WK Holding dient aldus te bewijzen dat zij tijdens de onderhandelingen met de curator eind 2011 over de overname van de activa van Ifo de aandelen in Intermatic Storkök dan wel WSWK ter sprake heeft gebracht, dat zij heeft medegedeeld dat zij niet wist wat de status was van die aandelen en dat zij de aandelen wenste over te nemen.
4.8.
Indien WK Holding slaagt in haar bewijsopdracht, ligt de vordering voor toewijzing gereed, behoudens het hierna te bespreken beroep op dwaling. Het gevorderde bedrag (€ 25.000,00 minus een vergoeding van 10 % naar analogie van de separatistenregeling) is voor het overige niet bestreden. Indien WK Holding niet slaagt in haar bewijsopdracht, moet het ervoor worden gehouden dat de curator er redelijkerwijs vanuit mocht gaan dat er geen sprake meer was van een deelneming dan wel aandelen in de Zweedse onderneming, zodat de aandelen geen onderdeel uitmaakten van de koopovereenkomst.
Dwaling
4.9.
Alvorens de kantonrechter overgaat tot het opdragen van bewijs, zal de kantonrechter het subsidiaire verweer van de curator bespreken. De curator heeft een beroep gedaan op dwaling en - naar de kantonrechter begrijpt - op (partiële) vernietiging van de koopovereenkomst. Tegen bedoeld beroep van de curator heeft WK Holding tot haar verweer onder meer aangevoerd dat het beroep van de curator op dwaling is verjaard.
4.10.
Een rechtsvordering tot vernietiging van een rechtshandeling wegens dwaling verjaart op grond van het bepaalde in artikel 3:52 sub c BW drie jaren nadat de dwaling is ontdekt. Volgens vaste jurisprudentie gaat het er daarbij om op welk moment de dwalende daadwerkelijk (subjectief) bekend is geworden met feiten en omstandigheden waarop het beroep op dwaling is gegrond (LJN BQ5068). De curator heeft gesteld dat hij op de hoogte is geraakt van het bestaan van de aandelen in WSWK op het moment dat [C] zich bij hem meldde. Bedoeld moment was op 29 januari 2013 (r.o. 2.6). Vaststaat dat tot het moment dat de curator zich heeft beroepen op vernietiging van de overeenkomst meer dan drie jaar is verstreken. Niet gesteld of gebleken is dat deze verjaringstermijn is gestuit, zodat het beroep op verjaring slaagt. Het subsidiaire verweer van de curator wordt om die reden verworpen.
4.11.
De kantonrechter concludeert dat aan WK Holding voornoemde bewijsopdracht zal worden verstrekt. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.De beslissing

De kantonrechter
- draagt WK Holding op te bewijzen dat zij tijdens de onderhandelingen met de curator eind 2011 over de overname van de activa van Ifo de aandelen in Intermatic Storkök dan wel WSWK ter sprake heeft gebracht, dat zij heeft medegedeeld dat zij niet wist wat de status was van die aandelen en dat zij de aandelen wenste over te nemen,
- bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
dinsdag 5 december 2017voor uitlating door WK Holding of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
- bepaalt dat WK Holding, indien zij geen bewijs door getuigen wil leveren maar wel bewijsstukken wil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
- bepaalt dat WK Holding, indien zij getuigen wil laten horen, de namen van de te horen getuigen moet opgeven, alsmede de verhinderdagen van partijen en hun gemachtigden in de maanden januari tot en met maart 2018, waarna datum en tijdstip van het getuigenverhoor zal worden bepaald,
- bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden ten overstaan van mr. S.J.S. Groeneveld-Koekkoek in het gerechtsgebouw te Zwolle aan de Schuurmanstraat 2,
- indien WK Holding getuigen wenst te horen, wordt er op gewezen dat er bij het oproepen van de getuigen rekening mee moet worden gehouden dat het verhoor van een getuige gemiddeld 60 minuten duurt,
- de namen en woonplaatsen van de getuigen en de tijdstippen waartegen zij zijn opgeroepen, dienen ten minste een week voor het verhoor aan de wederpartij en aan de griffier van de rechtbank te worden opgegeven,
- bepaalt dat partijen uiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor alle beschikbare bewijsstukken aan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J.S. Groeneveld-Koekkoek, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2017.