In deze zaak heeft Holland Rekreatie B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde 1] c.s. wegens achterstallige betalingen van de erfpachtcanon en de herbouw van een recreatiewoning die door brand is verwoest. De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde 1] c.s. in verzuim is met het betalen van de erfpachtcanon, die tot en met 2017 een achterstand van € 8.661,02 vertoont. De vordering tot betaling van dit bedrag is toegewezen, waarbij Holland Rekreatie heeft afgezien van rentevordering.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat [gedaagde 1] c.s. gehouden is om de verwoeste woning te herbouwen op basis van de algemene voorwaarden van Holland Rekreatie. De rechtbank heeft de vordering tot herbouw toegewezen, met een termijn van veertien dagen na betekening van het vonnis en een dwangsom van € 150,00 per dag voor elke dag dat [gedaagde 1] c.s. in gebreke blijft, tot een maximum van € 25.000,00.
Verder is Holland Rekreatie gemachtigd om de werkzaamheden van sloop en herbouw zelf te (laten) verrichten, indien [gedaagde 1] c.s. niet binnen de gestelde termijn tot uitvoering overgaat. De kosten die hiermee gemoeid zijn, dienen door [gedaagde 1] c.s. te worden vergoed. De rechtbank heeft ook de buitengerechtelijke kosten van Holland Rekreatie toegewezen tot het wettelijke tarief van € 823,72. Tot slot is [gedaagde 1] c.s. veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.071,11.