Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Personal Car Lease B.V.,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft Personal Car Lease B.V. (hierna: PCL) een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij wegens betalingsachterstand in leasetermijnen. De procedure is gestart na een operational leaseovereenkomst die de gedaagde op 1 mei 2010 met Cosmo Wagenparkbeheer B.V. heeft gesloten. Na het faillissement van Cosmo op 20 augustus 2014 heeft ABN Amro Lease N.V. de rechten en verplichtingen van de leaseovereenkomst overgenomen en PCL de opdracht gegeven om de operationele zaken en rechtszaken te beheren. PCL heeft in de periode van september 2014 tot maart 2015 diverse facturen aan de gedaagde gestuurd, die onbetaald zijn gebleven. PCL vordert nu betaling van een bedrag van € 24.184,92, bestaande uit hoofdsom, rente en buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 november 2017.
De gedaagde heeft verweer gevoerd, maar erkent de verschuldigdheid van een deel van de facturen. Tijdens de zitting heeft de gedaagde zijn verweer dat hij een bepaalde leasetermijn al had betaald, ingetrokken. De kantonrechter heeft geoordeeld dat PCL voldoende bewijs heeft geleverd dat de vorderingen zijn overgenomen door ABN en dat de gedaagde enkel aan PCL kan betalen. De kantonrechter heeft de vordering van PCL grotendeels toegewezen, met uitzondering van een deel van de vordering waar PCL van bewijslevering heeft afgezien. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.822,51.
Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter S.J.S. Groeneveld-Koekkoek op 28 november 2017 en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.