Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Almelo
1.Het procesverloop
- het verzoek met bijlagen, binnengekomen op 2 november 2017;
- het op 17 november 2017 binnengekomen F9-formulier van mr. W.T.M. Krieger van diezelfde datum waarin kenbaar wordt gemaakt dat het verzoekschrift wordt gewijzigd, in die zin dat punt 2. van het petitum wordt ingetrokken.
2.De vaststaande feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
“De kersverse ouders kunnen op de iPad te plekke de geboorteaangifte van hun pasgeboren kind doen. Eerst logt de moeder met digid in, vervolgens logt de eventuele partner in. Samen vullen zij de gegeven van het kindje in en controleren het overzicht. Bij bevestiging zet de aangever elektronisch de handtekening. Op deze wijze is door de ouders de geboorteaangifte volledig afgehandeld. De digitale aangifte komt binnen bij een medewerker Burgerzaken. Deze controleert de aangifte en ondertekent de akte ook.”Uit deze procesbeschrijving maakt de rechtbank op dat er geen rechtstreeks contact plaatsvindt tussen de ambtenaar van de burgerlijke stand en degene die aangifte van de geboorte doet, zodat aan de actieve en onderzoekende rol naar de juistheid van de gegevens (waaronder ook moet worden begrepen of een en ander overeenkomstig de wens van de ouders is opgenomen) geen, dan wel onvoldoende invulling kan worden gegeven. De rechtbank constateert dat het openstellen van de mogelijkheid om digitaal aangifte te doen leidt tot een toenemend aantal wijzigingsverzoeken, met alle kosten van dien voor verzoekers. Uiteraard kan de taak van de ambtenaar van de burgerlijke stand niet worden overgenomen door verplegend personeel in het ziekenhuis, ook niet waar het de voorlichting betreft. Misverstanden zoals in onderhavige zaak zouden niet plaats hebben gevonden bij een geboorteaangifte op het gemeentehuis. De rechtbank overweegt dan ook dat niet elke mogelijkheid die technologie biedt ook een vooruitgang betekent.
De beslissing