ECLI:NL:RBOVE:2017:4570

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 december 2017
Publicatiedatum
12 december 2017
Zaaknummer
08/770232-17 en 21/006663-14 (tul) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van meerdere verdachten voor woninginbraken in Twello en Rijssen met gevangenisstraffen en schadevergoeding

Op 12 december 2017 heeft de Rechtbank Overijssel in Almelo uitspraak gedaan in een strafzaak tegen drie mannen uit Hoogeveen, die betrokken waren bij meerdere woninginbraken in Rijssen en Twello. De rechtbank heeft de verdachten veroordeeld tot gevangenisstraffen variërend van 14 tot 16 maanden. De 24-jarige man kreeg de zwaarste straf van 16 maanden, terwijl de 28-jarige en 30-jarige mannen elk 14 maanden gevangenisstraf opgelegd kregen. Een vierde man, afkomstig uit Deventer, werd veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden, met bijzondere voorwaarden. Deze man fungeerde als chauffeur tijdens de inbraken.

De rechtbank oordeelde dat de verdachten zich schuldig hadden gemaakt aan meerdere inbraken, waarbij zij goederen zoals sieraden, geld en een luchtdrukwapen hadden gestolen. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, mede op basis van getuigenverklaringen en forensisch bewijs, waaronder schoensporen en inbeslaggenomen goederen. De verdachten werden ook verplicht om een schadevergoeding van €332,75 te betalen aan de slachtoffers van de inbraken.

De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de recidive van de verdachten, die eerder waren veroordeeld voor vergelijkbare delicten. De opgelegde straffen zijn in lijn met de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) voor woninginbraken bij recidive. De rechtbank besloot dat de inbeslaggenomen goederen, zoals een breekijzer en een navigatiesysteem, verbeurd verklaard moesten worden, terwijl de Peugeot 208 van de verdachte werd teruggegeven, omdat het belang van de strafvordering zich daar niet tegen verzette.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Afdeling Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08/770232-17 en 21/006663-14 (tul) (P)
Datum vonnis: 12 december 2017
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1993 in [geboorteplaats 1] ( [land] ),
wonende in [woonplaats] ,
nu verblijvende in het huis van bewaring te Zwolle.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
28 november 2017.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. G. Nijpels en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. B.J. de Pree, advocaat te Amersfoort, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feiten 1, 3 en 4:telkens, al dan niet samen met anderen, in een woning heeft ingebroken;
feit 2:geprobeerd heeft, al dan niet samen met anderen, in een woning in te breken.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij in of omstreeks de nacht van 25 juli 2017 op 26 juli 2017 te Rijssen,
gemeente Rijssen-Holten, in ieder geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan de
[adres 1] heeft weggenomen een luchtdrukwapen (merk Weihrauch) en/of
sierraden, een geldbedrag en/of een autosleutel (merk Maserati), in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen
goederen en/of geld(bedrag) onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel
van braak, verbreking (verbreking toegangsdeur) en/of inklimming;
2.
hij op of omstreeks 26 juli 2017 te Twello, gemeente Voorst, in ieder geval
in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen
aan de [adres 2] weg te nemen geld en/of goederen,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of
die/dat weg te nemen goederen en/of geld(bedrag) onder zijn/hun bereik te
brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
heeft geprobeerd een achterdeur open te breken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij in of omstreeks de periode van 25 juli 2017 tot en met 26 juli 2017 te
Twello, gemeente Voorst, in ieder geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen
aan de [adres 3] , heeft weggenomen sierraden (waaronder een gouden armband) en een rolletje kleingeld en wat los muntgeld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich
de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg
te nemen goederen en/of geld(bedrag) onder zijn/hun bereik hebben gebracht door
middel van braak of verbreking (openbreken van een raam);
4.
hij in of omstreeks de periode van 25 juli 2017 tot en met 26 juli 2017 te
Twello, gemeente Voorst, in ieder geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen
aan de [adres 4] , heeft weggenomen sierraden (waaronder twee horloges); een portomonnaie; een kluis (leeg) en/of een bedrag aan buitenlands geld, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen en/of
geld(bedrag) onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van braak of
verbreking (door een raam te forceren/te verwijderen) en/of inklimming;

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4. De bewijsoverwegingen [1] .
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich, overeenkomstig zijn op schrift gesteld requisitoir, op het standpunt gesteld dat de onder 1 tot en met 4 tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verklaard dat verdachte zich met betrekking tot een bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten, refereert aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt, gelet op de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting, het volgende vast.
Op 26 juli 2017 heeft de getuige [getuige 1] verklaard dat hij op 26 juli 2017 om 02.50 uur in zijn woning aan de [adres 5] te Twello plotseling wakker werd van een hard achteruit rijdende auto. Hij liep hierop de straat op en zag dat er een witte Peugeot stilstond op de kruising van de [adres 2] met de [straat] in Twello. Nadat hij een foto van de auto had gemaakt, belde hij 112. Op het moment van de melding zag hij drie mannen over de [adres 2] lopen en in de witte Peugeot stappen. Hierop reed de auto weg. [2]
Verbalisant [verbalisant] relateert dat hij op 26 juli 2017 omstreeks 02.55 uur, op de Brink in Deventer, een melding kreeg van een mogelijke woninginbraak in Twello, waarbij een witte Peugeot was weggereden. Terwijl hij op de Wilhelminabrug stond zag hij een witte Peugeot, type 208, met kenteken [kenteken] , vanuit de richting Twello aan komen rijden. Nadat hij deze auto was gevolgd en deze auto plotseling stopte, zag hij een man het rechter achterportier openen en uitstappen. Nadat deze man een fiets in de richting van de verbalisant had gegooid, zag de verbalisant de bestuurder en linksachter een passagier uitstappen en hard wegrennen. Vervolgens zag hij een passagier rechts uit het voertuig stappen. [3]
Verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] relateren dat, toen zij op 26 juli 2017 omstreeks 02.59 uur over de Wilhelminabrug reden, hen vanuit de richting van Twello een auto met kenteken [kenteken] tegemoet kwam. Bij controle van het kenteken zag verbalisant [verbalisant] dat de ten naam gestelde woont in [woonplaats] en verschillende antecedenten heeft op het gebied van vermogens- en geweldsdelicten. Op het moment dat de verbalisanten de [adres 6] in sloegen, zagen zij twee personen in hun richting rennen. Een van deze personen, naar later bleek [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1993, werd door verbalisant [verbalisant] aangehouden. De tweede persoon bleek later te zijn: [medeverdachte 1] , geboren op
[geboortedatum 4] 1989. Op de plek waar de tweede persoon zich aan het verschuilen was troffen verbalisanten later een breekijzer aan dat door hen werd veiliggesteld. [4]
Verbalisanten [verbalisant] relateert dat hij op 26 juli 2017 omstreeks 03.00 uur in een voertuig met kenteken [kenteken] in de middenconsole een jachtgeweer zag liggen. [5]
Verbalisant [verbalisant] relateert dat op 26 juli 2017 om 03.05 en 03.06 uur in de [adres 6] te Deventer ter zake een poging tot woninginbraak zijn aangehouden:
[medeverdachte 3] , geboren te [geboorteplaats 5] op [geboortedatum 2] 1987;
[medeverdachte 2] , geboren te [geboorteplaats 4] op [geboortedatum 3] 1987;
[medeverdachte 1] , geboren te [geboorteplaats 3] op [geboortedatum 4] 1969 en
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats 1] ( [land] ) op [geboortedatum 1] 1993. [6]
Verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] relateren dat zij op 26 juli 2017 in de inbeslaggenomen Peugeot met kenteken [kenteken] een routeplanner en een tas met diverse goederen
waaronder sieraden, geld en een Sonox box hebben aangetroffen. [7]
Verbalisant [verbalisant] relateert dat hij het door de verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] in de Peugeot met kenteken [kenteken] aangetroffen Garmin Navigatiesysteem heeft onderzocht en dat daaruit het volgende kon worden herleid.
  • Het navigatiesysteem vertrekt op 25 juli 2017 te 22.22 uur vanaf [woonplaats] en gaat naar Rijssen.
  • Het navigatiesysteem is op 25 juli 2017 omstreeks 23.06 uur aan de [adres 1] in Rijssen en maakt aan deze straat vervolgens meerdere registraties tot omstreeks 26 juli 2017 te 00.25 uur.
  • Het navigatiesysteem is op 26 juli 2017 omstreeks 01.14 uur aan de [adres 3] in Twello en maakt aan deze straat meerdere registraties.
  • Het navigatiesysteem is op 26 juli 2017 omstreeks 01.46 uur aan de [adres 4] in Twello waar het een aantal registraties maakt.
  • Het navigatiesysteem is op 26 juli 2017 omstreeks 02.48 uur aan de [adres 2] in Twello en maakt daar meerdere registraties tot 02.53 uur.
Verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] relateren dat zij een vergelijkend schoensporenonderzoek hebben ingesteld naar de volgende door hen op 31 juli 2017 aangeboden schoenen:
(1) een paar schoenen, merk Nike, maat 44, kleur zwart, gewaarmerkt AAJK2477NL, in
beslag genomen onder [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum 4] 1989;
(2) een paar schoenen, merk Nike, maat 43, kleur zwart, gewaarmerkt AAJK2478NL, in
beslag genomen onder [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1993;
(3) een paar schoenen, merk Cruijff, maat 46, kleur zwart, gewaarmerkt AAJK2479NL, in
beslag genomen onder [medeverdachte 3] , geboren op [geboortedatum 2] 1987 en
(4) een paar schoenen, merk Cruijff, maat 42, kleur zwart, gewaarmerkt AAJK2480NL, in
beslag genomen onder [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum 3] 1987.
Tijdens het vergelijkend onderzoek tussen de aangeboden schoenen en de met de aangeboden schoenen vervaardigde proefsporen en de daarvoor in aanmerking komende schoensporen, opgeslagen in het schoensporenbestand, zijn overeenkomstige schoensporen waargenomen.
Uit het schoensporenbestand werden onder meer de volgende zaken geselecteerd:
- vier schoensporen, AAKP1492NL (5); AAKP1496NL (6); AAKP1498NL (7) en
AAJR743NL (8) werden aangetroffen en veiliggesteld bij een onderzoek naar aanleiding
van een inbraak aan de [adres 3] te Twello;
- drie schoensporen, AAKD3527NL (9); AAKD3530NL (10) en AAKD3529NL (11) werden
aangetroffen en veiliggesteld bij een onderzoek naar aanleiding van een inbraak aan de
[adres 4] te Twello.
Het profiel en de maat van het afgenomen schoenspoor (5) vertoont overeenkomst met het profiel en de maat van de linkerschoen (1).
Het profiel en de maat van het afgenomen schoensporen (6) en (7) vertoont overeenkomst met het profiel en de maat van de schoenen (2).
Het profiel en de maat van het afgenomen schoenspoor (8) vertoont overeenkomst met het profiel en de maat van de rechterschoen (3).
Het profiel en de maat van het afgenomen schoenspoor (9) komt overeen met het profiel en de maat van de linkerschoen (2).
Het profiel en de maat van het afgenomen schoenspoor (10) vertoont overeenkomst met het profiel en de maat van de linkerschoen (1).
Het profiel en de maat van het afgenomen schoenspoor (11) vertoont overeenkomst met het profiel en de maat van de rechterschoen (4). [9]
In een proces-verbaal vergelijkend werktuigsporenonderzoek naar aanleiding van woninginbraken op 26 juli 2017 in de percelen [adres 2] te Twello, [adres 3] te Twello en [adres 4] te Twello, wordt geconcludeerd
- dat de afgevormde indruksporen behorende bij [adres 3] te Twello, zeer
waarschijnlijk zijn veroorzaakt met het in de onderhavige zaak inbeslaggenomen breekijzer;
- dat de afgevormde werktuigsporen, behorende bij de [adres 4] te Twello, zijn
veroorzaakt met het in de onderhavige zaak inbeslaggenomen breekijzer. [10]
[naam] heeft op 26 juli 2017 namens [slachtoffer 2] aangifte gedaan van een poging inbraak in perceel [adres 2] te Twello. Zij is door [slachtoffer 2] gemachtigd tot het doen van aangifte. Op 26 juli 2017 tussen 02.30 uur en 02.45 uur werden haar vriend en zij wakker van gerommel en stemgeluiden. Haar vriend is vervolgens uit bed gegaan en heeft drie personen voor de woning gezien. Hij heeft een foto gemaakt van het voertuig waarin zij zijn vertrokken. Zij zagen later dat er sporen van braak zichtbaar waren aan het kozijn van de achterdeur van de woning van [slachtoffer 2] . Er waren drie moeten zichtbaar. [11]
[slachtoffer 1] heeft op 26 juli 2017 namens [slachtoffer 1] aangifte gedaan van diefstal uit hun woning aan de [adres 1] te Rijssen. Op 26 juli 2017 omstreeks 00.24 uur werd zij door haar vader gebeld dat het alarm van het bedrijfspand naast de woning was afgegaan. Hierop heeft zij met haar vriend het bedrijfspand betreden. Zij zag toen dat de toegangsdeur was geforceerd. Haar broer, die ook naar binnen was gegaan, zag dat de autosleutel van haar vaders Maserati weg was. Omstreeks 05.40 uur die morgen werd zij gebeld door de politie die haar vertelde dat er bij Twello een auto was gecontroleerd met daarin een aantal personen en een luchtbuks. Op een later aan haar getoonde foto ziet zij dat het de luchtbuks van haar vader is. Haar vader vertelde dat er een beschadiging aan de luchtbuks zat. De luchtbuks stond in de meterkast van de woning. Het is een Weihrauch HB100 Tk, 5,5 millimeter. Er zijn ook sieraden en geld weggenomen uit de woning. [12]
Verbalisant [verbalisant] heeft gerelateerd dat [slachtoffer 1] heeft geconstateerd dat het luchtdrukwapen merk Weihrauch, aangetroffen in een voertuig op de [adres 6] te Deventer, het wapen is dat in de meterkast van de woning had gestaan en was weggenomen. [13]
Een bij een proces-verbaal van bevindingen van 27 juli 2017 gevoegde fotolijst met
inbeslaggenomen goederen uit de Peugeot 208 met kenteken [kenteken] lijst, vermeldt onder meer de volgende goederen met nummers:
een lederen tas met nummer 1505320;
een portemonnee met nummer 1505324;
een navigatiesysteem met nummer 1505333;
een Sonos Bluetooth speler met nummer 155336;
een Vendoux sieradendoosje met sieraden met nummer 1505343;
een blik met muntgeld met nummer 1505351;
een aangebroken rolletje met muntgeld 0,50 eurocent met goednummer 1505358. [14]
Verbalisant [verbalisant] relateert dat [slachtoffer 1] en zijn echtgenote, wonende aan de [adres 1] te Rijssen, de volgende goederen hebben herkend als zijnde hun eigendom
een lederen tas met nummer 1505320;
een portemonnee met nummer 1505324;
een navigatiesysteem met nummer 1505333;
een Sonos Bluetooth speler met nummer 1505336;
een Vendoux sieradendoosje met sieraden met nummer 1505343;
een blik met muntgeld met nummer 1505351. [15]
[slachtoffer 3] , wonende te Twello, [adres 3] , heeft op 26 juli 2017 aangifte gedaan van een inbraak uit zijn woning tussen 21 juli 2017 en 26 juli 2017, waarbij aan de achterzijde een raam was opengebroken. Hij zag dat er verschillende moeten in het kozijn zaten. Hij mist hoogstwaarschijnlijk meerdere sieraden, waaronder sowieso een goudkleurige armband. Ook is er kleingeld weggenomen, waaronder een rolletje van 50 eurocenten. [16]
Verbalisant [verbalisant] relateert dat hij aan [slachtoffer 3] onder andere een verpakt rolletje met 50 eurocent munten, inbeslaggenomen onder nummer 1505358, heeft laten zien en dat [slachtoffer 3] verklaart dat er een soortgelijk rolletje bij een inbraak in hun woning is weggenomen. [17]
[slachtoffer 4] , wonende te Twello, [adres 4] , heeft aangifte gedaan van een inbraak in zijn woning tussen 25 juli 2017 te 19.30 uur en 26 juli 2017 te 19.30 uur. Hierbij werden de goederen, zoals genoemd op de bijlage goederen weggenomen. [18]
Een bij laatstgenoemd proces verbaal gevoegde bijlage goederen vermeldt onder meer de volgende goederen: twee horloges, een kluis zonder inhoud en buitenlands geld. [19]
Verdachte heeft op 26 juli 2017 verklaard dat de witte Peugeot 208 waarin hij is aangehouden, op zijn naam staat. [20]
Medeverdachte [medeverdachte 3] , geboren op [geboortedatum 2] 1987, heeft op 3 augustus 2017, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende verklaard.
Op het moment van de inbraak in de woning aan de [adres 2] te Twello zat ik in de witte Peugeot waarin ik en drie anderen, waaronder [medeverdachte 1] , werden aangehouden. Ik wist dat de jongens gingen inbreken. Ik wist dat omdat ik huizen in de gaten had gehouden. Het idee om huizen in de omgeving te bekijken met het doel daar in te breken, kwam van [medeverdachte 1] . De woning aan de [adres 3] te Twello heb ik aangeleverd. [medeverdachte 1] is hier naartoe gereden en ik zat er naast. De andere twee zaten achterin. Ik was ingestapt bij Mc Donalds in Deventer. Terwijl de jongens bezig waren met inbreken, ben ik een keer rond de woning gelopen.
Jullie hebben een briefje in mijn fouillering aangetroffen. Daarop staan verschillende adressen in Twello en Zutphen waar is ingebroken. Het adres aan de [adres 4] heb ik ook aangeleverd. Hier hebben ze ook ingebroken terwijl ik in de auto bleef zitten. [medeverdachte 1] bestuurde de hele tijd de auto. Wij zijn in Twello als eerste naar de [adres 3] gereden. Ik heb ze naar die woning gestuurd en gezegd hoe ze moesten rijden. Ik hoorde van de jongens dat er niets in een weggenomen kluis zat. De kluis is ergens in een bos rondom het huis gedumpt. Het adres aan de [adres 2] had ik ook bekeken. Ik was daar met dezelfde jongens. Bij de [adres 2] werden wij betrapt door de buurman die alles op de foto zette, ook de auto waarin ik zat. Ik snap dat ik medeplichtig ben aan de inbraken, misschien wel mededader. Ik ben dus verantwoordelijk voor de inbraken in Twello en die poging. [21]
Verbalisant [verbalisant] relateert dat hij op 26 juli 2017 bij een fouillering van [medeverdachte 3] , geboren op [geboortedatum 2] 1987, een briefje in zijn jaszak heeft aangetroffen waarop adressen stonden geschreven. Een kopie van deze adressenlijst is bij dit proces-verbaal gevoegd. [22]
Een als bijlage bij laatstgenoemd proces-verbaal gevoegde adressenlijst vermeldt onder meer de volgende adressen:
[adres 3] [nummers] ;
[adres 4] [nummers] ;
[adres 2] . [23]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard zich met betrekking tot een bewezenverklaring van de hem tenlastegelegde feiten te refereren aan het oordeel van de rechtbank. [24]
De rechtbank acht gelet op vorenstaande wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de hem tenlastegelegde feiten heeft gepleegd.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
hij in de nacht van 25 juli 2017 op 26 juli 2017 te Rijssen, gemeente Rijssen-Holten,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de
[adres 1] heeft weggenomen een luchtdrukwapen (merk Weihrauch) en
sieraden en geld en een autosleutel (merk Maserati), toebehorende aan [slachtoffer 1] ,
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die/dat weg te nemen goederen en geld onder zijn bereik heeft gebracht door middel
van braak;
2.
hij op 26 juli 2017 te Twello, gemeente Voorst, tezamen en in vereniging met anderen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de [adres 2] weg te nemen geld en/of goederen, toebehorende aan [slachtoffer 2] en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en die weg te nemen goederen en/of dat geld onder hun bereik te brengen door middel van braak, heeft geprobeerd een achterdeur open te breken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op 26 juli 2017 te Twello, gemeente Voorst,
tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de [adres 3] , heeft weggenomen sieraden (waaronder een gouden armband) en een rolletje kleingeld en wat los muntgeld, toebehorende aan [slachtoffer 3] ,
waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die/dat weg te nemen goederen en geld onder hun bereik hebben gebracht door
middel van braak;
4.
hij op 26 juli 2017 te Twello, gemeente Voorst, tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen
aan de [adres 4] , heeft weggenomen sieraden (waaronder twee horloges), een portemonnee, een kluis en een bedrag aan buitenlands geld, toebehorende aan [slachtoffer 4] ,
waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die/dat weg te nemen goederen en geld onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1 tot en met 4 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 311 en artikel 311 juncto. artikel 45 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 2
het misdrijf: poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feiten 3 en 4
telkens het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden met aftrek van het voorarrest. Tevens heeft de officier van justitie de verbeurdverklaring gevorderd van de onder verdachte inbeslaggenomen goederen, te weten een breekijzer, een Garmin navigatiesysteem en een Peugeot 208, kenteken
[kenteken] .
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht bij de strafoplegging aan te sluiten bij hetgeen daarover in de reclasserings- en pro-justitia rapportage is gerapporteerd. In dat verband stelt hij voor verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 14 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee of drie jaren en met oplegging van de door de reclassering in haar rapportage genoemde voorwaarden. Wat betreft de inbeslaggenomen goederen heeft de raadsman teruggave van de Peugeot 208 aan verdachte verzocht en verklaard geen bewaar te hebben tegen de verbeurdverklaring van het breekijzer en het navigatiesysteem. Indien er een verbeurdverklaring van genoemde Peugeot volgt, verzoekt de raadsman de waarde van de auto te compenseren met de aan verdachte op te leggen straf.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
De rechtbank rekent het verdachte ernstig aan dat hij samen met zijn mededaders vanuit Hoogeveen naar Twello is gekomen met het vooropgezette plan daar woninginbraken te plegen en dat hij tevens een woninginbraak in Rijssen heeft gepleegd.
Eerdere veroordelingen ter zake onder meer vermogensdelicten hebben hem er niet van weerhouden thans andermaal dergelijke feiten te plegen. Hij geeft daarmee aan geen enkel respect te hebben voor de eigendommen van anderen en zijn eigen financiële gewin te laten prevaleren boven de gevolgen voor de gedupeerden die vaak geconfronteerd worden met gevoelens van onzekerheid en onveiligheid.
Bij het bepalen van de straf en de hoogte ervan heeft de rechtbank bij haar overwegingen de oriëntatiepunten Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) betrokken. Deze oriëntatiepunten vermelden voor een woninginbraak bij recidive een gevangenisstraf van vijf maanden. Ook heeft de rechtbank bij haar straftoemeting rekening gehouden met de ter terechtzitting gebleken persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals die met name zijn verwoord in de over hem opgemaakte reclasseringsrapportage van 20 november 2017 en de pro-justitia rapportage van 10 oktober 2017. De rechtbank zal, wat dat laatstgenoemde rapport betreft, overeenkomstig het daarin opgenomen advies van de GZ psycholoog H.R.J. ter Borg, rekening houden met de omstandigheid dat de feiten verdachte in verminderde mate dienen te worden toegerekend.
Al het voorafgaande in ogenschouw nemende is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte een geheel onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur dient te worden opgelegd. Een deels voorwaardelijke vrijheidsstraf zoals verzocht, is naar het oordeel van de rechtbank, gelet op de ernst van de feiten en voormelde recidive, niet aan de orde. De rechtbank merkt in dit verband op dat, indien verdachte wil werken aan de bij hem aanwezige problematiek en daarvoor een behandeling wil ondergaan, hij dit op vrijwillige basis, bijvoorbeeld in het kader van een detentiefasering of voorwaardelijke invrijheidsstelling, dient te doen.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat het onder verdachte inbeslaggenomen breekijzer en navigatiesysteem moeten worden verbeurdverklaard, omdat dit voorwerpen betreffen die aan verdachte toebehoren en met behulp van deze feiten één of meer van de bewezenverklaarde feiten is/zijn begaan.
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de onder verdachte inbeslaggenomen Peugeot 208, kenteken [kenteken] , aangezien het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

8.8. De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 2] , wonende te Twello heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte wegens materiële schade te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 372,75, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij in het geheel dient te worden toegewezen.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij aannemelijk is en aldus kan worden toegewezen.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder 2 bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadepost is niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot het gevorderde bedrag van € 332,75, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door het sub 2 bewezenverklaarde feit is toegebracht.

9.De vordering tenuitvoerlegging

De officier van justitie heeft gevorderd dat de aan verdachte bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 4 mei 2016 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 27 dagen zal worden tenuitvoergelegd.
De raadsman heeft verklaard zich te kunnen vinden in een toewijzing van de vordering.
De rechtbank is van oordeel dat de vordering van de officier van justitie moet worden toegewezen. Het is gebleken dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan het plegen van nieuwe strafbare feiten heeft schuldig gemaakt.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 27, 33, 33a en 57 Sr.

11.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 tot en met 4 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 tot en met 4 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 2
het misdrijf: poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feiten 3 en 4
telkens het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 tot en met 4 bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
16 (zestien) maanden;
bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] , wonende te Twello, van een bedrag van
€ 332,75, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 juni 2017, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het onder 2 bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 332,75,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 juli 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van zes dagen zal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf
- gelast de
tenuitvoerleggingvan de bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 4 mei 2016 met parketnummer 21-006663-14 voorwaardelijk opgelegde
gevangenisstrafvoor de duur van
27 dagen;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart verbeurd de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten een breekijzer en een Garmin navigatiesysteem;
- gelast de teruggave van een Peugeot 208, kenteken [kenteken] aan verdachte;
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Stoové, voorzitter, mr. F.H.W. Teekman en
mr. S.H. Peper, rechters, in tegenwoordigheid van P.G.M. Klaassen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 12 december 2017.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie Eenheid Oost-Nederland met nummer 2017347727 van 8 september 2017. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] van. 26 juli 2017, pagina’s 217 en 218.
3.Een proces-verbaal van bevindingen van 26 juli 2017, pagina’s 167 en 168.
4.Een proces-verbaal van bevindingen van 26 juli 2017, pagina’s 169 en 170.
5.Een proces-verbaal van bevindingen van 26 juli 2017, pagina 171.
6.Een proces-verbaal van bevindingen van 27 juli 2017, pagina 179.
7.Een proces-verbaal van bevindingen van 27 juli 2017, pagina 180.
8.Een proces-verbaal van bevindingen van 9 augustus 2017, pagina 195.
9.Een proces-verbaal vergelijkend schoensporenonderzoek van 2 augustus 2017, pagina’s 203 en 205.
10.Een proces-verbaal van de politie Regio Oost Nederland, forensisch opsporing, zaaknummer PL06-2017347727 van 21 augustus 2017, pagina’s 2,3 en 9.
11.Een proces-verbaal van aangifte van [naam] van. 26 juli 2017, pagina’s 210 en 211.
12.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 26 juli 2017, pagina’s 227 en 228.
13.Een proces-verbaal van bevindingen van 26 juli 2017, pagina 178.
14.Een lijst met inbeslaggenomen goederen, pagina’s 191 en 192.
15.Een proces-verbaal van bevindingen van 28 juli 2017, pagina 233.
16.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] van 26 juli 2017, pagina’s 237 en 238.
17.Een proces-verbaal van bevindingen van 28 juli 2017, pagina 253.
18.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] van 31 juli 2017, pagina 257.
19.Een lijst bijlage goederen van 31 juli 2017, pagina 259.
20.Een proces-verbaal verhoor verdachte van 26 juli 2017, pagina’s 142 en 143.
21.Een proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 3] van 3 augustus 2017, pagina’s 114 t/m 121.
22.Een proces-verbaal van bevindingen van 26 juli 2017, pagina 122.
23.Een als bijlage gevoegde adressenlijst, pagina 123.
24.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 28 november 2017, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte.