Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
1.[gedaagde] ,
1.Het verdere verloop van de procedure
- het op 13 maart 2017 van de zijde van de Staat ontvangen e-mailbericht;
- de op 24 maart 2017 van de zijde van [gedaagde] ontvangen brief d.d. 23 maart 2017 met bijlagen;
- het per e-mailbericht van 26 april 2017 van de deskundigen ontvangen concept van een aanvullend rapport;
- de op 18 mei 2017 van de zijde van [gedaagde] ontvangen reactie d.d. 17 mei 2017 op het concept aanvullend rapport, met bijlagen;
- de op 2 juni 2017 van de zijde van de Staat ontvangen reactie van die datum op het concept aanvullend rapport;
- het op 20 juni 2017 bij de rechtbank gedeponeerde aanvullend rapport met bijlagen van deskundigen van 19 juni 2017;
- de van de deskundigen door de rechtbank ontvangen aanvullende declaratie d.d. 28 juni 2017;
- de op 20 oktober 2017 van de zijde van [gedaagde] ontvangen akte met producties 1 tot en met 4;
- de op 27 oktober 2017 van de zijde van [gedaagde] ontvangen brief d.d. 26 oktober 2017, houdende de bijlagen 1 tot en met 5;
- de pleidooien op 1 november 2017 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde nota’s.
2.De feiten
3.Het deskundigenrapport en de aanvulling daarop
4.De aanvullende standpunten van partijen
5.Inschrijving onteigeningsvonnis
6.De verdere beoordeling
a. waarde van het onteigende
- kosten van taxatie, afsluitprovisie en hypotheekakte (6.2.1.) € 2.500,00
- kosten van ingebruikneming (6.2.2.) € 3.000,00
- waardevermindering overblijvende (6.3.5.) € 5.349,00
- winstderving te missen 9 melkkoeien (6.9.) € 104.400,00
- beregeninginstallatie c.a. (6.10.2.) € 55.250,00
- kosten extra bijvoeren en extra arbeid (6.11.) € 70.000,00
- omrijschade (6.12.3.) € 27.270,00
- accountantskosten (6.14.)