Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van [gedaagde]
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
527,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft eiser, eigenaar van een perceel met gecombineerde woon- en bedrijfsruimte, toestemming gevraagd voor de onderhandse verkoop van zijn woning aan de familie [A]. De Volksbank, die de hypotheek op de woning heeft, heeft toestemming gegeven voor de verkoop, maar [gedaagde], die ook een hypotheekrecht op de woning heeft, weigert haar toestemming voor de doorhaling van haar hypotheekrecht. Eiser heeft de woning te koop aangeboden en deze is getaxeerd op € 365.000, maar is verkocht voor € 400.000. Eiser heeft [gedaagde] verzocht om medewerking aan de doorhaling van haar hypotheekrecht, maar zij heeft dit geweigerd, wat eiser in een lastige positie plaatst, aangezien hij de woning vrij van hypotheek moet leveren aan de kopers voor 1 december 2017. Eiser vordert in kort geding dat de voorzieningenrechter toestemming verleent voor de verkoop en de doorhaling van het hypotheekrecht van [gedaagde]. De voorzieningenrechter oordeelt dat het niet redelijk is dat [gedaagde] haar medewerking weigert, gezien de omstandigheden van de zaak en de vorderingen van de bank. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van eiser toe en veroordeelt [gedaagde] om mee te werken aan de doorhaling van haar hypotheekrecht en de verkoop van de woning aan de familie [A].