Op 3 februari 2017 heeft de vennootschap naar Duits recht [X] een beroepschrift ingediend tegen de beschikking van de rechter-commissaris van 1 februari 2017 in het faillissement van Emotech B.V. De zitting vond plaats op 7 februari 2017, waar de advocaat van [X], mr. A.J.G. Bisscheroux, en de curator, mr. H. Aarnink, aanwezig waren. Tijdens de zitting heeft mr. Bisscheroux het beroep toegelicht en verzocht om vernietiging van de bestreden beschikking, terwijl de curator de afwijzing van het beroep bepleitte.
De rechtbank heeft vastgesteld dat [X] tijdig en op juiste wijze in beroep is gekomen. Het beroep was beperkt tot de afwijzing van de rechter-commissaris met betrekking tot het verzoek van [X] om de curator te bevelen te onderhandelen over een regeling in het belang van de boedel. De curator had eerder een tegenvoorstel gedaan, maar verdere onderhandelingen waren gestaakt. De rechtbank oordeelde dat de curator met recht en reden had geweigerd om met [X] verder te onderhandelen op basis van de door [X] gestelde voorwaarden.
De rechtbank concludeert dat de bestreden beslissing van de rechter-commissaris standhoudt en verklaart het beroep ongegrond. [X] wordt veroordeeld tot betaling van de kosten aan de curator, begroot op € 750,-, en deze kostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad. De uitspraak is gedaan te Almelo op 8 februari 2017 door mr. M.L.J. Koopmans, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van de griffier.