ECLI:NL:RBOVE:2017:4806

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 december 2017
Publicatiedatum
9 januari 2018
Zaaknummer
C/08/208524 / KG ZA 17-331
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot inzage in bouwtechnische documenten en afschrift van stukken in kort geding

In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, heeft de Vereniging van Eigenaren Stoker te Groningen (hierna: VVE Stoker) een kort geding aangespannen tegen Bouwcombinatie G3 Woontorens V.O.F. (hierna: Bouwcombinatie G3) met als doel inzage en afschrift te verkrijgen van bouwtechnische documenten. De procedure is gestart naar aanleiding van klachten over kalkafzetting op de beglazing van de appartementencomplexen, die in 2010 door Bouwcombinatie G3 zijn opgeleverd. VVE Stoker heeft herhaaldelijk verzocht om inzage in het bouwtechnisch bestek, maar Bouwcombinatie G3 heeft hier niet aan voldaan. Tijdens de mondelinge behandeling op 31 oktober 2017 is er een overeenkomst bereikt over het verstrekken van bepaalde technische gegevens, maar VVE Stoker heeft desondanks een vordering ingesteld op basis van artikel 843a Rv, waarin zij stelt dat zij een spoedeisend belang heeft bij het verkrijgen van de gevraagde documenten.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat VVE Stoker onvoldoende spoedeisend belang heeft aangetoond. De rechter heeft vastgesteld dat VVE Stoker al geruime tijd op de hoogte was van de problemen met de gevelbeplating en dat zij in een eerdere arbitrageprocedure tegen de ontwikkelingsmaatschappij G4 CV is verwikkeld. De rechter heeft geconcludeerd dat de gevorderde inzage en afschrift niet noodzakelijk zijn voor de voortgang van de arbitrageprocedure en dat de vorderingen van VVE Stoker om die reden moeten worden afgewezen. VVE Stoker is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van Bouwcombinatie G3, die zijn begroot op € 1.434,00, vermeerderd met wettelijke rente.

Het vonnis is uitgesproken door mr. T.R. Hidma op 21 december 2017 en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rolnummer: C/08/208524 / KG ZA 17-331
Vonnis in kort geding van 21 december 2017
in de zaak van
de vereniging
VERENIGING VAN EIGENAARS STOKER TE GRONINGEN,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Groningen,
eiseres,
advocaat mr. I.M. ten Oever te Breda,
tegen
de vennootschap onder firma
BOUWCOMBINATIE G3 WOONTORENS V.O.F.,
kantoorhoudende te Zwolle,
gedaagde,
advocaat mr. R. van Cooten te Deventer.
Partijen zullen hierna VVE Stoker en Bouwcombinatie G3 genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding d.d. 20 oktober 2017 met 6 producties
  • de akte houdende wijziging en vermeerdering van eis
  • de brief van Bouwcombinatie G3 van 30 oktober 2017 met 9 producties
  • het proces-verbaal van de zitting, gehouden op 31 oktober 2017
  • de aanhouding ten behoeve van minnelijk overleg
  • het faxbericht van VVE Stoker van 16 november 2017.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
In februari 2010 zijn de appartementsgebouwen “De Stoker” en “De Brander”, gelegen aan de Boumaboulevard te Groningen, door Bouwcombinatie G3 definitief opgeleverd. De eigenaren van de appartementen zijn verenigd in de vereniging van eigenaren. De kopers van de appartementen hebben een tweetal overeenkomsten gesloten voor de verkrijging van hun appartementen: (1) een koopovereenkomst met Ontwikkelingsmaatschappij G4 CV, gevestigd te Bunnik, en (2) een aannemingsovereenkomst met Bouwcombinatie G3. In de aanvullende voorwaarden behorende bij de aannemingsovereenkomst staat onder meer het volgende vermeld:
Contractstukken
Artikel E
De volgende contractstukken maken onverbrekelijk deel uit van de aannemingsovereenkomst en onderhavige aanvullende voorwaarden, waarvan verkrijger verklaart een afschrift te hebben ontvangen:
1 Technische omschrijving Stoker dd. 7-12-2006*
2 (…)
3 Kleuren- en materialenstaat Stoker dd. 7-12-2006*
(…)
*- indien van toepassing
2.2.
Vanwege kalkafzetting op de beglazing van de raampartijen van de appartementencomplexen heeft Adviesburo BEJAN (BEJAN Engineering) te Sleen in opdracht van VVE Stoker (door tussenkomst van PandGarant) een inspectie verricht aan de gevelelementen van het appartementencomplex “De Stoker”, waarvan de bevindingen zijn neergelegd in een rapport van 21 mei 2013. In dit rapport is onder meer het volgende geconcludeerd:
De permeabiliteit of waterindringing is op basis van de uitkomsten van de proef met het buisje van Karsten nihil te noemen.
Indien de gevelelementen zijn gehydrofobeerd voldoen ze echter niet aan de norm.
Waarschijnlijk is er op delen te weinig vloeistof aangebracht.
Bij bevochtigen van de geveldelen zuigt dit deels in het oppervlak en vindt geen karakteristiek afparel effect plaats.
2.3.
VVE Stoker heeft vervolgens meermaals – voor het eerst in september 2014 – aan Bouwcombinatie G3 verzocht om inzage in/afschrift van het bouwtechnisch bestek behorende bij gemeld aannemingsovereenkomst.
2.4.
Op 2 februari 2016 is VVE Stoker tegen Ontwikkelingsmaatschappij G4 CV bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw te Utrecht een procedure gestart, welke procedure naar de slaaprol is verwezen en binnenkort zal worden voortgezet.
2.5.
Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 31 oktober 2017 zijn partijen, zoals neergelegd in het proces-verbaal van de zitting, het volgende overeengekomen:
(1) Mr. van Cooten zal binnen 3 dagen na heden aan mr. Ten Oever doen toekomen het navolgende gedeelte van de technische omschrijving Stoker en Brander d.d. 11 mei 2007 van Claus en Kaan architecten te Amsterdam, in het bijzonder het voorblad alsmede hoofdstuk 23 met betrekking tot vooraf vervaardigde steenachtige elementen (de zogenaamde panelen).
(2) Deze gegevens zullen vertrouwelijk worden behandeld en zullen niet mogen ingebracht in deze procedure en de aanhangige arbitrageprocedure tegen G4 dan wel in enig andere procedure. Mr. Ten Oever is wel gerechtigd deze vertrouwelijke informatie voor te leggen aan een door haar te selecteren deskundige, vanzelfsprekend met inachtneming van vertrouwelijkheid.
(3) De eisende partij zal binnen 4 weken na heden berichten of de zaak zal worden doorgehaald dan wel of vonnis zal worden verzocht.

3.Het geschil

3.1.
VVE Stoker vordert – na eiswijziging- en vermeerdering – dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
( a) Bouwcombinatie G3 zal veroordelen aan VVE Stoker inzage te verlenen in en afschrift te verstrekken van:
- bouwtechnische tekeningen, bouwtechnisch gedetailleerde bestekken en informatie en adviezen, waaronder informatie over de voorgeschreven materialen en de normering daarvan, van de architecten en adviseurs van het bouwwerk waarnaar in de technische omschrijving Stoker Euroborg Groningen d.d. 7 december 2006 wordt verwezen als zijnde de grondslag voor de Technische Omschrijving;
- offertes, opdrachtbevestigingen, facturen, pakbonnen/leveringsbonnen inzake de aan Bouwcombinatie G3 ten behoeve van de Stoker geleverde gevelpanelen;
( b) Bouwcombinatie G3 zal veroordelen om binnen 8 dagen na betekening van dit vonnis aan het gevorderde onder (a) te voldoen op straffe van verbeurte van een dwangsom van
€ 5.000,00 per dag dat Bouwcombinatie G3 in gebreke blijft aan het gevorderde onder (a) te voldoen, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag, welke dwangsom Bouwcombinatie G3 aan VVE Stoker dient te betalen voor iedere dag of gedeelte daarvan waarin Bouwcombinatie G3 in gebreke blijft om integraal aan het onder (a) gevorderde te voldoen;
( c) Bouwcombinatie G3 zal veroordelen in de kosten van deze procedure;
( d) Bouwcombinatie G3 zal veroordelen in de nakosten begroot op € 131,00 en indien nodig te vermeerderen met € 68,00 in geval van betekening van dit vonnis.
3.2.
Bouwcombinatie G3 voert gemotiveerd verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Toereikende volmacht

4.1.
Bouwcombinatie G3 voert als meest verstrekkend (formeel) verweer dat VVE Stoker geen toereikende volmacht heeft voor het opstarten van dit kort geding.
4.2.
Dit betoog faalt. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat de als productie 5 bij de dagvaarding overgelegde besluitenlijst c.q. notulen van de extra (buitengewone) ledenvergadering van VVE Stoker d.d. 27 juli 2017 voldoende grondslag biedt c.q. bieden voor een machtiging als bedoeld in artikel 53 lid 5 van het Modelreglement bij splitsing in appartementsrechten (januari 2006) voor het instellen van de onderhavige rechtsvorderingen.
Spoedeisend belang
4.3.
Aan de orde is een vordering gebaseerd op artikel 843a Rv. Een dergelijke vordering is in kort geding slechts toewijsbaar indien VVE Stoker daarbij een spoedeisend belang heeft.
4.4.
Voorop staat dat de vordering van VVE Stoker een tweeledig doel heeft. Enerzijds wenst zij inzage in en afschrift van stukken om haar rechtspositie jegens Ontwikkelingsmaatschappij G4 CV volledig te kunnen bepalen (hierna: het eerste doel) en anderzijds wenst zij te kunnen bepalen of de door Bouwcombinatie G3 aangebrachte prefab gevelelementen voldoen aan de in het bouwtechnisch bestek gestelde eisen (hierna: het tweede doel). Voor deze op zichzelf staande doelen moet afzonderlijk worden beoordeeld of sprake is van een spoedeisend belang.
4.5.
Ten aanzien van het eerste doel stelt de voorzieningenrechter vast dat VVE Stoker begin 2016 een arbitrageprocedure tegen Ontwikkelingsmaatschappij G4 CV aanhangig heeft gemaakt. Door VVE Stoker is onvoldoende gemotiveerd gesteld dat of waarom zij nu over de gevraagde stukken moet beschikken. Daar komt nog bij dat de stukken waarvan afschrift wordt gevorderd, voor zover aanwezig, geen stukken zijn waarvan gevreesd moet worden dat deze verloren dreigen te gaan. In het kader van de bodemprocedure bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw kan altijd nog – in verband met een mogelijke bewijsopdracht – voor zover nodig, een (nieuwe), alsdan meer toegespitste (zie rechtsoverweging 4.7), artikel 843a Rv-vordering worden ingesteld (vgl. de arresten van het Gerechtshof Amsterdam van 30 juni 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:2732 en 2755).
4.6.
Ten aanzien van het hiervoor als tweede genoemde doel van de vordering heeft VVE Stoker onvoldoende aannemelijk gemaakt waarom van haar niet kan worden gevergd dat zij de uitkomst van gemelde arbitrageprocedure afwacht. Daartoe overweegt de voorzieningenrechter dat Bouwcombinatie G3 terecht heeft aangevoerd dat VVE Stoker – gelet op het rapport van BEJAN – in ieder geval vanaf 17 mei 2013 op de hoogte was van het beweerdelijke gebrek aan de gevelbeplating, dat VVE Stoker in september 2014 voor het eerst heeft gevraagd om een afschrift van het bouwtechnisch bestek en dat het daarna nog ruim drie jaar heeft geduurd alvorens VVE Stoker de onderhavige rechtsvorderingen heeft ingesteld. Met Bouwcombinatie G3 is de voorzieningenrechter van oordeel dat de voortzetting van de arbitrageprocedure en de herstelkosten die VVE Stoker inmiddels heeft gemaakt, aan het voorgaande niet afdoet. Overigens stelt de voorzieningenrechter in dit verband vast dat VVE Stoker inmiddels beschikt over de in rechtsoverweging 2.1 bedoelde en oorspronkelijk gevorderde Technische omschrijving Stoker en de Kleuren- en materialenstaat Stoker, beide gedateerd op 7 december 2006 (zie productie 7 en 8 van Bouwcombinatie G3), en – in vertrouwelijkheid – een gedeelte van de technische omschrijving Stoker en Brander d.d. 11 mei 2007 van Claus en Kaan architecten te Amsterdam, in het bijzonder het voorblad alsmede hoofdstuk 23 met betrekking tot vooraf vervaardigde steenachtige elementen (de zogenaamde panelen).
4.7.
In het licht van het voorgaande komt de voorzieningenrechter tot de slotsom dat VVE Stoker hoe dan ook onvoldoende spoedeisend belang bij haar vorderingen heeft, nog daargelaten dat de door VVE Stoker gevorderde inzage/afschrift – gelet op de ongespecificeerdheid daarvan – onvermijdelijk tot executieproblemen zou leiden. Reeds daarom dient het gevorderde te worden afgewezen.
4.8.
VVE Stoker zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Bouwcombinatie G3 worden tot op heden begroot op:
  • griffierecht € 618,00
  • salaris advocaat
Totaal € 1.434,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt VVE Stoker in de proceskosten, aan de zijde van Bouwcombinatie G3 tot op heden begroot op € 1.434,00, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening,
5.3.
veroordeelt VVE Stoker in de na dit vonnis ontstane kosten aan de zijde van Bouwcombinatie G3 begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen - onder de voorwaarde dat VVE Stoker niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden - met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.R. Hidma en in het openbaar uitgesproken op 21 december 2017. [1]

Voetnoten

1.type: