ECLI:NL:RBOVE:2017:4807

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 december 2017
Publicatiedatum
9 januari 2018
Zaaknummer
C/08/210043 / KG ZA 17-370
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake erfdienstbaarheid van weg in kort geding

In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, hebben eisers, [eiser] c.s., een kort geding aangespannen tegen gedaagden [gedaagde 1] en [gedaagde 2] met betrekking tot een erfdienstbaarheid van weg. De eisers hebben in april 2008 een woning gekocht, waarbij een erfdienstbaarheid van weg is gevestigd ten behoeve van hun perceel. Gedaagde 1, eigenaar van een aangrenzend perceel, heeft de toegang tot deze erfdienstbaarheid belemmerd door de poort te vergrendelen en voertuigen te parkeren op de strook grond die onder de erfdienstbaarheid valt. Na meerdere verzoeken om een sleutel van de poort te verstrekken en de voertuigen te verwijderen, hebben eisers uiteindelijk een kort geding aangespannen om hun rechten te waarborgen.

Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat gedaagde 2 de voertuigen heeft verplaatst en dat gedaagde 1 een sleutel heeft verstrekt, maar eisers hebben aangegeven dat zij voor de toekomst zekerheid wensen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat eisers belang hebben bij de gevorderde voorzieningen, gezien het verleden van belemmeringen. De rechter heeft de vorderingen van eisers toegewezen, waarbij gedaagden zijn veroordeeld om een sleutel te verstrekken en de voertuigen te verwijderen, met een dwangsom voor het geval zij hier niet aan voldoen. Tevens zijn gedaagden veroordeeld in de proceskosten.

Het vonnis is uitgesproken op 8 december 2017 door mr. K.J. Haarhuis en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis biedt een belangrijke uitspraak over de handhaving van erfdienstbaarheden en de rechten van eigenaren in dergelijke geschillen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/210043 / KG ZA 17-370
Vonnis in kort geding van 8 december 2017
in de zaak van

1.[eiser] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eisers,
advocaat mr. M. Samsen te Enschede,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
2.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
verschenen in persoon.
Partijen zullen hierna [eiser] c.s. en [gedaagde 1] en [gedaagde 2] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de mondelinge behandeling
  • het tijdens de behandeling tegen [gedaagde 1] verleende verstek
  • de pleitnota van [eiser] c.s.
1.2.
Vonnis is, na aanhouding, bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
[eiser] c.s. hebben het woonhuis staande en gelegen aan de [adres 1] te [plaats] , kadastraal bekend [gemeente] , sectie [X] , nummer [xxxx] in april 2008 gekocht. De akte van levering is op 26 juni 2008 verleden.
2.2.
[gedaagde 1] heeft het woonhuis staande en gelegen aan de [adres 2] te [woonplaats] , kadastraal bekend gemeente [woonplaats] , sectie [X] , nummer [yyyy] in maart 2002 gekocht. De akte van levering is op 5 april 2002 gepasseerd.
2.3.
[gedaagde 1] heeft het woonhuis, waarvan hij nog steeds eigenaar is, verhuurd aan [gedaagde 2] en bewoont het woonhuis niet zelf.
2.4.
Bij notariële akte van 31 december 1965 zijn erfdienstbaarheden gevestigd, waarbij het erf van (thans) [gedaagde 1] ten behoeve van het erf van (thans) [eiser] c.s. met de erfdienstbaarheid van weg is belast. In voormelde akte wordt de erfdienstbaarheid als volgt omschreven:
“dat met de erfdienstbaarheid van weg worden belast ten behoeve van het sub II afgegeven onroerende goed:
(…)
b. de gang of open ruimte gelegen ten ongeveer noord-oosten van het woonhuis
[adres 2] lopende vanaf de eigendomsgrens aan de [straatnaam] tot op een diepte van twaalf meter en een daarbij aansluitende in ongeveer zuid-westelijke richting lopende strook ter breedte van een meter tot aan de eigendomsgrens met het sub II afgegeven onroerend goed van het kadaster uitmakende een ongeveer noord-oostelijk en een daarbij aansluitend ongeveer middengedeelte van gemeld kadasternummer 189;
teneinde vanaf het sub 2 afgegeven onroerend goed over gemelde met recht van weg belaste stroken grond van- en naar de [straatnaam] te kunnen komen. De met recht van weg belaste stroken grond mogen nimmer worden versperd, belemmerd of aan de bestemming worden onttrokken terwijl gemeld recht van weg zich ook uitstrekt ten behoeve van de op het heersend erf reeds gestichte en eventueel nieuw te stichten gebouwen inrichtingen als anderszins.”
Uit de akte blijkt dat het ‘sub II afgegeven onroerend goed’ het woonhuis van (thans)
[eiser] c.s. betreft.
2.5.
De erfdienstbaarheid is opgenomen in de akte van levering van de woning aan de [adres 2] van 5 april 2002. [gedaagde 1] heeft als kopende partij de erfdienstbaarheid destijds aanvaard.
2.6.
[eiser] c.s. gebruikt het pad waarvoor de erfdienstbaarheid van weg geldt overeenkomstig het bepaalde in de erfdienstbaarheid om van en naar de openbare weg te komen.
2.7.
Op het perceel van [gedaagde 1] bevindt zich als erfafscheiding een schutting met daarin een poort. [eiser] c.s. beschikte over een sleutel van de poort teneinde van het erfdienstbaarheid van weg gebruik te kunnen maken.
2.8.
Op de kadastrale kaart is bovenstaande situatie als volgt:
De lichtgekleurde dikke lijn waarbij de aantekening ‘poort’ is geplaatst laat de schutting en de poort zien. De donkere dikke lijn vanaf de [straatnaam] naar het perceel van [eiser] c.s. geeft de grondstrook van de erfdienstbaarheid van weg weer.
2.9.
In april 2017 is de poort zoals op de kaart is aangeduid van een ander slot/andere cilinder voorzien. [eiser] c.s. heeft geen nieuwe sleutel ontvangen.
2.10.
[eiser] c.s. heeft zowel [gedaagde 1] als [gedaagde 2] aangeschreven en gesommeerd een sleutel af te geven. Ook via buurtbemiddeling en een brief van hun rechtsbijstandsverzekeraar hebben zij getracht een nieuwe sleutel van de poort te krijgen. Uiteindelijk heeft [gedaagde 1] , na ontvangst van de kort gedingdagvaarding, een sleutel aan
[eiser] c.s. afgegeven.
2.11.
[eiser] c.s. hebben [gedaagde 2] voorts gesommeerd om de camper en personenauto die [gedaagde 2] naast de door hem gehuurde woning had gestald te verwijderen, omdat deze voertuigen de onbelemmerde toegang tot het pad waarop de erfdienstbaarheid van weg ziet versperden. [gedaagde 2] heeft de camper enige tijd voor de mondelinge behandeling verplaatst en de personenauto de ochtend van de mondelinge behandeling.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] c.s. vordert samengevat – om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] te veroordelen:
- om uiterlijk binnen twee dagen na betekening van het vonnis:
a. een sleutel van de cilinder of het slot aan [eiser] c.s. te verstrekken en [eiser] c.s. telkens onverwijld een sleutel te verstrekken zodra het slot of de cilinder vervangen wordt;
b. de voertuigen en/of aanhangwagens en/of andere obstakels die op de strook grond direct langs de woning aan de [adres 2] geparkeerd staan of geplaatst zijn te (laten) verwijderen en verwijderd te houden;
c. [eiser] c.s. over de strook grond zoals beschreven in de erfdienstbaarheid onbelemmerde toegang van en naar zijn perceel te verlenen en te blijven verlenen;
zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
[gedaagde 2] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang vloeit voort uit de aard van het gevorderde.
4.2.
Vast staat dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] inmiddels hebben voldaan aan de sommaties van [eiser] c.s. tot afgifte van een sleutel van de poort en tot verwijdering van een auto en camper van de strook grond naast de woning aan de [adres 2] , zodat [eiser] c.s. weer onbelemmerde toegang heeft tot hun perceel. [gedaagde 2] heeft ter zitting ook toegezegd zich aan de erfdienstbaarheid te willen houden, en dat de reden dat de auto pas vlak voor de mondelinge behandeling is verwijderd gelegen is in het feit dat hij pas de avond ervoor een accu heeft kunnen bemachtigen voor die auto (oldtimer/trabantje). De reden dat [gedaagde 2] is overgegaan tot vervanging van het slot op de poort was volgens hem dat hij niet meer zomaar “iedereen” achter zijn huis wilde hebben. De gehele zomer was de poort overdag gewoon open en konden [eiser] c.s. ook gewoon gebruik maken van de toegang tot hun perceel. Nu er een sleutel is afgegeven aan [eiser] c.s. kon zij op elk moment weer gebruik maken van de grond overeenkomstig de erfdienstbaarheid. Bovendien, zo stelt [gedaagde 2] , heeft hij inmiddels een vriendin die overdag gewoon thuis is en [eiser] c.s. zo nodig ook toegang kan verlenen. Volgens [gedaagde 2] is er derhalve geen reden meer om de vorderingen toe te wijzen.
[eiser] c.s. persisteert echter bij toewijzing van de vorderingen, nu pas in een dergelijk laat stadium gehoor is gegeven aan de sommaties tot afgifte van de sleutel en verwijdering van de voertuigen, dat zij onvoldoende vertrouwen heeft in de enkele toezegging van
[gedaagde 2] en zij voor de toekomst zekerheid wensen.
4.3.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat [eiser] c.s. belang heeft bij toewijzing van het gevorderde voor de toekomst en zal, nu [eiser] c.s. gelet op het verleden terecht graag die zekerheid wensen, de vorderingen toewijzen als hierna te melden. Daarbij zij opgemerkt dat [eiser] c.s. afgifte heeft gevorderd van één sleutel. Dat [eiser] c.s. thans nog een sleutel wenst omdat dit makkelijker is, kan geen reden zijn voor toewijzing van afgifte van nog een sleutel. De gevorderde dwangsommen zullen worden beperkt als volgt.
4.3.
[gedaagde 1] heeft geen verweer gevoerd. Nu de vorderingen van [eiser] c.s. de voorzieningenrechter ongegrond noch onrechtmatig voorkomen, kunnen deze worden toegewezen.
4.4.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] c.s. worden begroot op:
- dagvaarding € 101,11
- griffierecht 287,00
- overige kosten 0,00
- salaris advocaat
527,00
Totaal € 915,11

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] om [eiser] c.s. telkens onverwijld een sleutel te verstrekken zodra het slot of de cilinder van de poort deel uitmakende van de erfafscheiding behorende bij de woning aan de [adres 2] te [woonplaats] vervangen wordt,
5.2.
veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] om de voertuigen en/of aanhangwagens en/of andere obstakels die op de strook grond direct langs de woning aan de [adres 2] te [woonplaats] geparkeerd staan of geplaatst zijn te verwijderen en verwijderd te houden,
5.3.
veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] om [eiser] c.s. over de strook grond zoals beschreven in de erfdienstbaarheid en zoals onder 2.4. geciteerd onbelemmerde toegang van en naar hun perceel te verlenen en te blijven verlenen,
5.4.
veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] om aan [eiser] c.s. een dwangsom te betalen van € 250,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 5.1. tot en met 5.3. uitgesproken hoofdveroordeling voldoen, tot een maximum van € 25.000,00 is bereikt,
5.5.
veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in de proceskosten, aan de zijde van
[eiser] c.s. tot op heden begroot op € 915,11, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling, indien dan nog niet aan de proceskostenveroordeling is voldaan,
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Haarhuis en in het openbaar uitgesproken op
8 december 2017.