ECLI:NL:RBOVE:2017:4813

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
15 december 2017
Publicatiedatum
15 januari 2018
Zaaknummer
6399157 \ VV EXPL 17-74
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van bedrijfsruimte wegens huurachterstand in kort geding

In deze zaak heeft Heineken Nederland B.V. als hoofdhuurder van een bedrijfsruimte in Deventer, deze ruimte verhuurd aan Pipa B.V., die daar een restaurant exploiteert. Vanwege een aanzienlijke huurachterstand heeft Heineken in kort geding ontruiming van de bedrijfsruimte gevorderd, alsook betaling van de huurachterstand. De huurachterstand was opgelopen tot € 63.282,57, inclusief rentenota's tot en met september 2017. Heineken heeft de vordering onderbouwd met de stelling dat Pipa niet in staat is om de achterstand in te lopen. Pipa heeft verweer gevoerd, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat er sprake is van een spoedeisend belang en dat de huurachterstand aanzienlijk is. De kantonrechter heeft de vordering tot ontruiming toegewezen, met een termijn van 14 dagen na betekening van het vonnis, en heeft Pipa ook veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de lopende huur. De kosten van de procedure zijn voor rekening van Pipa. Het vonnis is uitgesproken op 15 december 2017.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 6399157 \ VV EXPL 17-74
Vonnis in kort geding van 15 december 2017
in de zaak van
de besloten vennootschap m.b.a.
HEINEKEN NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eisende partij, hierna te noemen Heineken,
gemachtigde: mr. S.M. van der Zwan,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PIPA B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Deventer,
gedaagde partij, hierna te noemen Pipa,
gemachtigde: mr. J.W. Damstra.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de namens Heineken betekende dagvaarding van 23 oktober 2017;
- de producties van Pipa;
- de aanvullende producties van Heineken.
1.2.
De zaak is mondeling behandeld ter zitting van 15 november 2017. De griffier heeft van hetgeen ter zitting is besproken aantekeningen gemaakt.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Heineken is hoofdhuurder van de onroerende zaak gelegen te Deventer aan het adres Brink 50-51-60.
2.2.
Heineken verhuurt op haar beurt sinds 15 november 2012 op grond van een huurovereenkomst van 4 december 2012 met een allonge daarop van 24 april 2015 aan Pipa de onroerende zaak, gelegen te Deventer aan het adres Brink 50-51-60.
2.3.
De huurprijs bedraagt thans € 10.265,87 inclusief BTW per maand.
2.4.
In de huurovereenkomst is in artikel 12.1 bepaald:
In afwijking van artikel 12.3 sub b,c en d van de algemene bepalingen zijn onderhoud, herstel en geheel of gedeeltelijke vernieuwing voor de aldaar genoemde tot het gehuurde behorende bestanddelen en voorzieningen geheel voor rekening van de huurder.
2.5.
In de bij de huurovereenkomst behorende algemene bepalingen is onder artikel 25.3 bepaald:
Telkens indien een uit hoofde van de huurovereenkomst door huurder verschuldigd bedrag niet prompt op de vervaldag is voldaan, verbeurt huurder aan verhuurder van rechtswege per kalendermaand vanaf de vervaldag van dat bedrag een direct opeisbare boete van 1% van het verschuldigde per kalendermaand, waarbij elke ingetreden maand als een volle maand geldt, met een minimum van € 300,= per maand. (…)
2.6.
Er bestaat een huurachterstand die gerekend tot en met de maand oktober 2017 en inclusief rentenota’s tot en met de maand september 2017 is opgelopen tot een bedrag van € 63.282,57.
2.7.
Heineken heeft op basis van bruikleenovereenkomsten aan Pipa onder andere tap- en koelapparatuur en materialen en een kelderbierinstallatie en koelcel in bruikleen gegeven. De bruikleenovereenkomsten zijn inmiddels door Heineken opgezegd.
2.8.
Krachtens een pandakte heeft Pipa goederen waaronder de bedrijfsinventaris en voorraad aan Heineken verpand.

3.Het geschil

3.1.
Na wijziging van eis ter zitting vordert Heineken - bij wege van voorlopige voorziening - veroordeling van Pipa tot ontruiming van het gehuurde (met uitzondering van de bruikleengoederen en de verpande goederen) op een termijn van 14 dagen na betekening van het vonnis, een verbod aan Pipa om nadien nog in het gehuurde te verblijven en machtiging om de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen, alsmede veroordeling tot betaling van de huurachterstand en tot betaling van de lopende huur (te vermeerderen met contractuele boeterente wanneer dat niet tijdig gebeurt) en bij dit alles veroordeling van Pipa in de kosten van de procedure.
3.2.
Heineken legt kort samengevat aan haar vordering ten grondslag dat er sprake is van een grote huurachterstand, terwijl niet is gebleken dat Pipa in staat is of dat zij op korte termijn in staat zal zijn om de achterstand in te lopen.
3.3.
Pipa heeft verweer gevoerd. Voor zover van belang zal het verweer hierna verder worden besproken.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang is, zoals door Heineken gesteld en aannemelijk gemaakt, gelegen in het feit dat er sprake is van een grote huurachterstand en dat met de gevorderde maatregel wordt beoogd te voorkomen dat de huurschuld van Pipa nog verder oploopt.
4.2.
Uit voornoemde opsomming van de feiten volgt dat er sprake is van een aanzienlijke huurachterstand die door Pipa niet wordt betwist. Sinds mei van dit jaar heeft Pipa geen huur meer betaald. Ter zitting is gebleken dat de achterstand inmiddels per 1 november 2017 een som van € 74.854,28 bedraagt (inclusief rentenota’s). Zelfs als in een te voeren bodemprocedure zou blijken dat er ten aanzien van een gedeelte van de huurbetalingsverplichting sprake zou zijn van een aan Pipa toekomend recht op opschorting, dan nog is de huurachterstand groot. Daar komt bij dat ook in voorgaande jaren al sprake is geweest van huurachterstand en een dreigende ontruiming van het gehuurde, zoals onder andere volgt uit het vonnis in een kort geding tot ontruiming van 23 oktober 2014 en de aanzegging van een kortgeding tot ontruiming in december 2016. Voorts is niet gebleken dat de huidige huurachterstand eenvoudig ingelopen kan worden. Daarmee is naar het oordeel van de kantonrechter voorshands voldoende aannemelijk geworden dat de omvang van de huidige huurachterstand in een te voeren bodemprocedure zal leiden tot ontbinding van de huurovereenkomst. In het kader van dit kort geding wordt daarom de gevorderde ontruiming van het gehuurde, op een termijn van 14 dagen na betekening van het vonnis (derhalve niet eerder dan per 1 januari 2018), toewijsbaar geacht.
4.3.
De mede gevorderde machtiging aan Heineken om de ontruiming zo nodig zelf, met inroeping van de sterke arm, uit te doen voeren, wordt afgewezen. Heineken mag op grond van de wet de ontruiming niet zelf ter hand nemen en de gedwongen ontruiming is voorbehouden aan de deurwaarder (art 556 Rv).
4.4.
Heineken heeft voorts betaling van de huurachterstand met boeterente (op grond van artikel 25.3 van de algemene bepalingen bij de huurovereenkomst) en betaling van de lopende huur gevorderd. Zoals in de dagvaarding is gesteld, bedraagt de huurachterstand gerekend tot en met de maand oktober 2017 en inclusief rentenota’s tot en met de maand september 2017 een bedrag van € 63.282,57. De hoogte van dit bedrag is door Pipa niet betwist, zodat de verschuldigdheid daarvan voorshands voldoende aannemelijk is geworden. Dat er omstandigheden zijn die mogelijk een onaanvaardbaar restitutierisico opleveren, is niet gebleken. De vorderingen van Heineken tot betaling zullen daarom worden toegewezen.
4.5.
Als in het ongelijk gestelde partij zal Pipa worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. Deze kosten worden tot aan deze uitspraak aan de zijde van Heineken begroot op € 84,99 voor explootkosten, € 939,= voor griffierecht en € 600,= voor salaris gemachtigde. Dat is samen een bedrag van € 1.623,99.

5.De beslissing in kort geding

De kantonrechter,
5.1.
veroordeelt Pipa om het gehuurde, plaatselijk bekend De Brink 50-51-60 te Deventer en zoals nader omschreven in de huurovereenkomst, binnen 14 dagen na betekening van het vonnis (en niet eerder dan per 1 januari 2018) met al de haren en het hare geheel en al te ontruimen - met uitzondering van de bruikleengoederen en verpande goederen - en de sleutels van voornoemd pand ter beschikking te stellen aan Heineken;
5.2.
verbiedt Pipa om, nadat tot ontruiming is overgegaan, het gehuurde zonder toestemming van Heineken te betreden of aldaar te verblijven;
5.3.
veroordeelt Pipa om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Heineken te voldoen terzake van huur tot en met oktober 2017 inclusief rentenota’s tot en met september 2017 € 63.282,57, te vermeerderen met de contractuele boeterente van 1% per maand conform artikel 25.3 van de bij de huurovereenkomst horende algemene bepalingen over € 61.595,22 vanaf 1 oktober 2017, tot aan de dag van algehele voldoening;
5.4.
veroordeelt Pipa om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Heineken te voldoen de lopende huur van € 10.265,87 telkens op de eerste van de maand, te beginnen op 1 november 2017 en, voor zover dat niet gebeurt, te vermeerderen met de contractuele boeterente vanaf de eerste van iedere maand tot aan de dag van algehele voldoening, zulks tot het moment dat Pipa het gehuurde geheel en al met al de haren en het hare zal hebben ontruimd (met uitzondering van de bruikleengoederen en verpande goederen);
5.5.
veroordeelt Pipa in de kosten van deze procedure tot op heden aan de zijde van Heineken begroot op € 1.623,99;
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H. de Haan, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 15 december 2017. (ap)