ECLI:NL:RBOVE:2017:4826

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 december 2017
Publicatiedatum
7 februari 2018
Zaaknummer
C/08/210763 / KG ZA 17-390
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot medewerking aan de verdeling van de woning en inboedel na beëindiging van een affectieve relatie

In deze zaak, die op 22 december 2017 door de Rechtbank Overijssel is behandeld, hebben partijen, [de man] en [de vrouw], een affectieve relatie gehad die in de zomer van 2016 is beëindigd. Beide partijen zijn gezamenlijk eigenaar van een woning, waarbij [de man] voor drie vierde deel en [de vrouw] voor één vierde deel eigenaar is. De woning is op 21 oktober 2011 geleverd voor € 262.500,00 en is nog niet verdeeld. De hypotheek bedraagt € 240.996,00. [de vrouw] heeft de woning in december 2016 verlaten. ZuidZijde Makelaars heeft de woning op 21 november 2017 getaxeerd op € 270.000,00.

In het kort geding heeft [de man] gevorderd dat [de vrouw] zou instemmen met de overname van de woning door hem en dat zij zou meewerken aan de notariële levering. Daarnaast vorderde hij dat [de vrouw] een bedrag van € 7.866,50 zou betalen ter zake van te veel ontvangen gelden en een bedrag van € 1.697,00 voor haar bijdrage in de vaste eigenaarslasten. [de vrouw] heeft de vordering betwist en in reconventie gevorderd dat [de man] zou bijdragen aan de herinrichtingskosten en de verdeling van de overwaarde van de woning.

Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen overeenstemming bereikt over de overdracht van [de vrouw]'s eigendomsaandeel in de woning aan [de man], waarbij [de vrouw] uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldlening wordt ontslagen. De kosten van de overdracht en eventuele (her)financiering komen voor rekening van [de man]. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rolnummer: C/08/210763 / KG ZA 17-390
Vonnis in kort geding van 22 december 2017
in de zaak van
[de man],
wonende te [plaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
advocaat mr. W.L.J. Fernhout te Zwolle,
tegen
[de vrouw],
wonende te [plaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
advocaat mr. G.E.J. Kornet te Zwolle, toegevoegd op 19 oktober 2017 onder nr. 2FO2833.
Partijen zullen hierna [de man] en [de vrouw] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 1 december 2017
  • de brief van [de man] van 7 december 2017 met één nadere productie
  • het verweer van [de vrouw] en de eis in reconventie van 15 december 2017
  • de mondelinge behandeling.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een affectieve relatie gehad die zij in de zomer van 2016 hebben beëindigd. Partijen zijn gezamenlijk eigenaar van de woning, staande en gelegen aan de [adres] (hierna: de woning); [de man] voor drie vierde deel en [de vrouw] voor één vierde deel. De woning is nog niet verdeeld. De woning is op 21 oktober 2011 geleverd voor een bedrag van € 262.500,00. De hypotheek bedraagt € 240.996,00.
2.2.
[de vrouw] heeft de woning in december 2016 verlaten.
2.3.
ZuidZijde Makelaars heeft de woning op 21 november 2017 getaxeerd op een bedrag van € 270.000,00.

3.Het geschil

In conventie:
3.1.
[de man] heeft gevorderd dat de voorzieningenrechter bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
[de vrouw] beveelt om binnen drie dagen na de datum van het te wijzen vonnis schriftelijk in te stemmen met de overname van de woning door [de man] en tot ondertekening van de (ver)koopovereenkomst over te gaan tegen de daarvoor door [de man] geboden prijs van € 270.000,00 en, indien [de vrouw] hieraan niet voldoet, [de man] op grond van artikel 3:174 BW machtigt om de woning over te nemen tegen een prijs van € 270.000,00, onder verbeurte van een dwangsom ter hoogte van € 1.000,00 per dag, met een maximum van € 10.000,00, voor ieder dag dat [de vrouw] hiermee in gebreke blijft;
[de vrouw] veroordeelt om na verkoop van de woning aan [de man] binnen de in de (ver)koopovereenkomst gestelde termijn haar medewerking te verlenen aan de notariële levering, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag, met een maximum van € 10.000,00, voor iedere dag dat [de vrouw] hiermee in gebreke blijft;
bepaalt dat het in deze zaak te wijzen vonnis in de plaats treedt van een in wettige vorm opgemaakte akte strekkende tot ondertekening door [de vrouw] van de (ver)koopovereenkomst, alsmede van de notariële leveringsakte van de woning, indien [de vrouw] weigerachtig is aan het onder 1 of 2 bepaalde te voldoen;
bepaalt dat [de vrouw] bij helfte dient bij te dragen aan de kosten die gemoeid zijn met de (ver)koopovereenkomst en de notariële leveringsakte;
bepaalt dat [de vrouw] aan [de man] een bedrag van € 7.866,50 dient te voldoen ter zake van te veel ontvangen gelden wegens de overwaarde uit de woning aan de [adres] ;
bepaalt dat [de vrouw] aan [de man] een bedrag van € 1.697,00 dient te voldoen met betrekking tot haar bijdrage in de vaste eigenaarslasten van de woning over de periode van januari tot en met heden, maandelijks te verhogen met een bedrag van € 164,00;
zodanige voorziening treft als de voorzieningenrechter in goede justitie redelijk voorkomt;
[de vrouw] veroordeelt in de kosten van de procedure.
3.2.
[de vrouw] heeft de vordering betwist.
In reconventie:
3.3.
[de vrouw] heeft gevorderd dat de voorzieningenrechter [de man] veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 4.500,00 ter completering van de toegezegde bijdrage in de herinrichtingskosten ad € 10.000,00, alsmede tot betaling van een bedrag van primair € 15.000,00 en subsidiair € 7.500,00 ter verdeling van de overwaarde van de gemeenschappelijke woning, althans een zodanig bedrag als de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren, onder veroordeling van [de man] in de kosten van de procedure.
3.4.
[de man] heeft de vordering betwist.

4.De beoordeling

In conventie en in reconventie:

4.1.
Partijen hebben tijdens de mondelinge behandeling ter zitting in onderling overleg algehele overeenstemming bereikt, in die zin dat [de vrouw] haar eigendomsaandeel in de woning aan [de man] overdraagt onder gelijktijdig ontslag van [de vrouw] uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldlening. [de man] draagt de kosten van de overdracht en eventuele (her)financiering van de woning. Eventuele fiscale claims vanaf 1 januari 2017 komen voor rekening van [de man] .
4.2.
[de vrouw] heeft ter zitting aangegeven dat zij nog aanspraak wenst te maken op enkele goederen uit de inboedel. Partijen hebben afgesproken een nadere regeling te zullen treffen over de terhandstelling van inboedelzaken aan [de vrouw] , met gesloten beurzen.
4.3.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie en in reconventie:
5.1.
verstaat dat [de vrouw] instemt met en meewerkt aan de toedeling en levering van de woning aan [de man] tegen de toedelingswaarde van € 270.000,00, waarbij [de vrouw] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid wordt ontslagen en zij geen aanspraak heeft op vergoeding van enig bedrag uit hoofde van de waarde van de woning;
5.2.
bepaalt dat [de man] de kosten die samenhangen met de overdracht en/of (her)financiering voor zijn rekening neemt;
5.3.
bepaalt dat eventuele fiscale claims vanaf 1 januari 2017 voor rekening van [de man] zijn en uitsluitend door hem worden gedragen;
5.4.
bepaalt dat dit vonnis voor zover vereist in de plaats treedt van de wilsverklaring, medewerking en handtekening van [de vrouw] inzake de levering van de woning door [de vrouw] aan [de man] , indien [de vrouw] niet op eerste verzoek van de notaris verschijnt bij de notariële overdracht;
5.5.
verstaat dat partijen ten aanzien van de toedeling en terhandstelling van de inboedelgoederen nog een nadere regeling zullen treffen;
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. Rijksen en in het openbaar uitgesproken op 22 december 2017. [1]

Voetnoten

1.type: