Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het vonnis in incident van 13 januari 2016
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende voorwaardelijke conclusie van eis in reconventie
- de conclusie van repliek tevens houdende conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie
- de conclusie van dupliek in conventie tevens repliek in voorwaardelijke reconventie
- de conclusie van dupliek in voorwaardelijke reconventie
- de brief van de maatschap van 31 augustus 2016 met productie 25 t/m 28
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken.
2.De feiten
3.De vordering in conventie
4.De vordering in voorwaardelijke reconventie
5.De beoordeling
in conventie
Alle opdrachten worden, met uitsluiting van art. 7:404 en 7:407 lid 2 BW, aanvaard en uitgevoerd door de maatschap Groenewegen Advocaten (KvK 01168671), die als enige opdrachtnemer geldt. [B] heeft daartegen nimmer geprotesteerd.
doordatde declaraties niet door [B] werden betaald. De stelling van [B] dat de maatschap buitensporig heeft gedeclareerd, kan daarom geen doel treffen.
de kosten voor juridische bijstand per heden bedragen € 80.000,00 inclusief btw(zie productie 12 van [B] ), terwijl [G] in werkelijkheid een totaalbedrag van € 94.809,13 (inclusief de kosten van de werkzaamheden na 12 mei 2015 ten bedrage van € 6.130,40) heeft gedeclareerd.
het onderhanden werk, in verband met nog uit te voeren werkzaamheden af te ronden naar € 30.000,00 inclusief btw(zie productie 11 van [B] ), dat volgens [B] als een vaste prijsafspraak heeft te gelden, kan niet slagen, omdat [B] dit aanbod niet heeft geaccepteerd en daarom ter zake geen (schriftelijke) betalingsregeling is overeengekomen, zodat het aanbod van [G] is komen te vervallen en daarop geen beroep meer kan worden gedaan.
- griffierecht € 1.296,00
- salaris advocaat