Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te Hardenberg,
wonende te [plaats] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Ontvankelijkheid
500,00(2,0 punten × tarief € 250,00)
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft Marjolein Cupido, handelend onder de naam Cupido Advocatuur, een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, vertegenwoordigd door Stichting Univé Rechtshulp. Het geschil betreft de betaling van een declaratie door de gedaagde na de intrekking van de verleende toevoeging door de Raad voor Rechtsbijstand. De toevoeging was eerder verleend voor rechtsbijstand in een echtscheidingsprocedure, maar werd op 17 juli 2013 ingetrokken. De gedaagde had eerder al een bedrag van € 4.433,45 aan advocatenkosten betaald, maar na de intrekking van de toevoeging vorderde Cupido een bedrag van € 7.500,00, vermeerderd met wettelijke rente, op basis van een factuur van 31 oktober 2014. De gedaagde voerde verweer en stelde dat de vordering verjaard was, maar de kantonrechter oordeelde dat de vordering pas opeisbaar was na de definitieve intrekking van de toevoeging, waardoor de verjaringstermijn nog niet was verstreken. De kantonrechter oordeelde verder dat de gedaagde niet had onderbouwd waarom de hoogte van de vordering betwist moest worden. Uiteindelijk werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 21 februari 2017.