ECLI:NL:RBOVE:2017:867
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurrecht en verrekening van onbetaalde huurtermijnen met bemiddelingskosten
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 7 februari 2017, staat de vordering van een verhuurder centraal die onbetaalde huurtermijnen van een huurder eist. De huurder, [gedaagde 1], heeft de huurovereenkomst opgezegd en heeft de huur voor de maanden december 2015 en januari 2016 niet betaald. De huurder heeft echter een beroep gedaan op verrekening van deze huurtermijnen met een vordering op de verhuurder voor terugbetaling van bemiddelingskosten die bij het aangaan van de huurovereenkomst zijn betaald. De verhuurder, [eiser], heeft de vordering van de huurder bestreden en stelt dat de bemiddelingskosten niet terugbetaald hoeven te worden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verhuurder aansprakelijk is voor de onrechtmatige handelwijze van de door hem ingeschakelde makelaar, die een niet redelijk voordeel heeft bedongen. Dit leidt tot de conclusie dat de bemiddelingsvergoeding nietig is. De rechtbank oordeelt dat de huurder zich kan verhalen op de verhuurder voor de onterecht betaalde bemiddelingskosten, en dat de vordering van de verhuurder niet toewijsbaar is. De rechtbank wijst de vordering van de verhuurder af en veroordeelt hem in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt de mogelijkheid van verrekening in huurrechtelijke geschillen, vooral wanneer er sprake is van onrechtmatige bedingen in huurovereenkomsten. De beslissing van de rechtbank is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de proceskostenveroordeling onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ongeacht een eventueel hoger beroep.