ECLI:NL:RBOVE:2017:938

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
2 maart 2017
Publicatiedatum
2 maart 2017
Zaaknummer
08/711052-06
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een verdachte met twee jaar na beoordeling van recidiverisico en behandelvoortgang

Op 2 maart 2017 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een verdachte, geboren in 1964, die verblijft in de FPK in Assen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar toegewezen. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk opgelegd bij vonnis van 4 december 2007, na bewezenverklaring van ernstige misdrijven, waaronder moord en zware mishandeling. De maatregel was ingegaan op 19 december 2014 en eindigde op 19 december 2016. De rechtbank heeft kennisgenomen van een adviesrapport van de FPK Assen, waarin werd gesteld dat het recidiverisico hoog is en dat de verdachte nog niet voldoende inzicht heeft in zijn problematiek. Tijdens de zitting op 16 februari 2017 is de verdachte gehoord, evenals zijn raadsman en een getuige-deskundige. De raadsman pleitte voor een verlenging van slechts één jaar, maar de rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van twee jaar vereisen. De rechtbank benadrukte dat de verdachte nog belangrijke stappen in zijn behandeling moet zetten en dat de tot nu toe geboekte progressie het resultaat is van een optimale behandelingsdruk. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, gegrond op de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Team strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/711052-06
SAS-nummer: 16/1046
Datum beslissing: 2 maart 2017
Beslissing van de rechtbank Overijssel, meervoudige raadkamer voor strafzaken, rechtdoende op de vordering op grond van artikel 509o van het Wetboek van Strafvordering van de officier van justitie ten aanzien van de terbeschikkinggestelde:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1964 in [geboorteplaats] ,
verblijvende in de FPK in Assen.

1.De aanleiding

Bij vonnis van 4 december 2007 van de rechtbank Almelo is onder meer de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege opgelegd, na bewezenverklaring van de misdrijven:
  • medeplegen van zware mishandeling, gepleegd met voorbedachten rade;
  • medeplegen van moord;
  • diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
  • poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
  • afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
  • medeplegen van mishandeling, gepleegd met voorbedachten rade.
De maatregel is ingegaan op 19 december 2014 en eindigt, behoudens nadere voorziening, op 19 december 2016.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennisgenomen van het op grond van artikel 509o van het Wetboek van Strafvordering (Sv) uitgebrachte adviesrapport van de FPK Assen. Het adviesrapport van de kliniek is op 10 oktober 2016 opgemaakt en ondertekend door B. Wemekamp ,
gz-psycholoog en behandelcoördinator, en P. van der Noord , hoofd van de inrichting. Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van het in artikel 509o Sv bedoelde afschrift van de wettelijke aantekeningen over de periode van 19 december 2014 tot 4 oktober 2016.

3.De procedure

De officier van justitie heeft op 21 november 2016 een vordering tot verlenging van de
terbeschikkingstelling met een periode van twee jaren ingediend.
De vordering is behandeld op de openbare terechtzitting van 16 februari 2017. De officier van justitie mr. C.P. Dronkers en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. W. Anker, advocaat in Leeuwarden, zijn op de vordering gehoord.
Als getuige-deskundige is op de zitting gehoord, M. Verkade , gz-psycholoog en hoofdbehandelaar.
Ter zitting heeft de officier van justitie zijn vordering gehandhaafd.
De raadsman stelt zich - zakelijk weergegeven - op het volgende standpunt. De terbeschikkinggestelde heeft in april 2016 de knop omgezet en is gaan werken aan zijn problematiek. Sindsdien heeft de terbeschikkinggestelde grote stappen voorwaarts gemaakt. De terbeschikkinggestelde heeft inmiddels al diverse trainingen en therapieën afgerond en is gestart met begeleide verloven. Op 13 maart 2017 zal het behandelplan worden besproken en zal onbegeleid verlof als volgende stap aan de orde komen. In de afgelopen tien jaren in de gevangenis en de FPK zijn er geen noemenswaardige incidenten geweest en heeft de terbeschikkinggestelde geen middelen meer gebruikt. Het recidiverisico op korte en lange termijn moet worden gerelativeerd aangezien het delict situatief was bepaald. Indien het onbegeleid verlof soepel verloopt, zal een voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging van overheidswege in beeld komen. Als alles naar verwachting verloopt kan de terbeschikkinggestelde volgens de getuige-deskundige mogelijk binnen een jaar worden overgeplaatst naar een FPA. Daar zou de terbeschikkinggestelde ook op basis van een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging kunnen verblijven. Gelet op voornoemde te verwachten ontwikkelingen verzoekt de raadsman de rechtbank om de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen en niet met de door de officier van justitie gevorderde twee jaren.
In repliek op de standpunten van de raadsman stelt de officier van justitie zich - zakelijk weergegeven - op het volgende standpunt. De terbeschikkinggestelde heeft weliswaar grote stappen voorwaarts gezet, maar het is belangrijk dat de behandeling geleidelijk wordt voortgezet zodat de terbeschikkinggestelde niet wordt teruggeworpen in zijn progressie. Derhalve is een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren vereist. Tijdens een verlenging van twee jaren kunnen bovendien ook eventuele stappen richting een voorwaardelijke beëindiging worden gezet, zoals het leggen van contact met de reclassering.

4.De beoordeling

De rechtbank stelt allereerst vast dat op de vordering tot verlenging niet uiterlijk twee maanden na de dag waarop de vordering is ingediend, is beslist. De rechtbank acht dit ongewenst, maar volstaat met de constatering dat genoemde termijn is overschreden.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het over de terbeschikkinggestelde opgemaakte advies van de kliniek en de toelichting van de getuige-deskundige ter zitting in aanmerking. Uit dit advies en de toelichting komt onder meer het volgende naar voren.
Het verlengingsadvies van de kliniek in samenhang met de wettelijke aantekeningen
-
Diagnostiek
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een narcistische persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken. Daarnaast is er sprake van alcoholafhankelijkheid, cannabisafhankelijkheid en misbruik van harddrugs (alle in remissie onder toezicht). Vanuit de persoonlijkheidsstoornis is er sprake van een kwetsbaar zelfbeeld, verhoogde krenkbaarheid en overcompensatie van gevoelens van minderwaardigheid door een superieure houding.
-
Recidiverisico
Het recidiverisico bij voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege is hoog. De terbeschikkinggestelde heeft onvoldoende inzicht in oplopende spanningen en frustraties en heeft onvoldoende effectieve copingstrategieën geleerd om frustraties het hoofd te bieden in contact met anderen. In het huidige kader van terbeschikkingstelling is er na ruim anderhalf jaar intensieve behandeling sprake van een beginnend inzicht. Zonder de druk van dit gedwongen kader en de actieve bemoeienis (feedback) van het behandelteam is de verwachting dat de huidige ontwikkeling teniet zal worden gedaan en dat de terbeschikkinggestelde, bij een voorwaardelijke beëindiging, weer zal terugvallen in zijn neiging om te vluchten in gezondheid (‘met mij is niks aan de hand’). In geval van beëindiging van de terbeschikkingstelling zal de terbeschikkinggestelde grote moeite ondervinden om zelfstandig huisvesting en werk/dagbesteding te regelen. Hij zal zich hierdoor gekrenkt en ‘aan de kant gezet’ voelen. Het ontbreken van een steunend pro sociaal netwerk zal het nog moeilijker maken zijn rentree te maken in de maatschappij. Personen in zijn directe omgeving die hem langdurig of herhaaldelijk krenken lopen bij hernieuwde krenking op lange termijn risico op gewelddadig acting-out gedrag.
-
Verloop behandeling/voornemens kliniek
De interventies hebben zich de afgelopen periode gericht op het krijgen van overeenstemming over delictrisicofactoren, waaronder zijn problematische agressieregulatie en krenkbaarheid. De interventies strandden tot voor kort op een bagatelliserende en ontkennende houding ten aanzien van delicten en persoonlijkheidsproblematiek. Door langdurig en multidisciplinair te werken met een concrete behandelfocus ontstond bij de terbeschikkinggestelde een beginnend inzicht in delictrisicofactoren. Ook is hij meer verantwoordelijkheid gaan nemen voor zijn delictgedrag.
De komende periode (anderhalf tot twee jaar) streeft de kliniek naar het bestendigen van het behaalde behandelresultaat. Daarnaast richt de behandeling zich op het aanleveren van functionele copingstrategieën die voorkomen dat de terbeschikkinggestelde weer in delictpatronen vervalt. Het onderkennen van frustratie en hier op passende wijze uiting aan geven in contact met anderen, zijn daarin belangrijke behandeldoelen. Indien de terbeschikkinggestelde in staat is het verworven inzicht in zijn problematiek te behouden en te verdiepen en hij een meer verantwoordelijke houding aan kan nemen met betrekking tot zijn behandelproces, dat wil zeggen, zelf actief is in het onderzoeken van disfunctionele reactiepatronen en het bespreken van emoties, dan zal overwogen worden om onbegeleid verlof aan te vragen.
-
Advies kliniek
Gezien het beperkte en nog broze resultaat ten aanzien van overeenstemming over en inzicht in delictsrisicofactoren, dat pas na lange tijd en onder hoge behandeldruk is bereikt, is voortzetting van de verblijfsintensiteit noodzakelijk. Het risico op agressief delictgedrag is nog onverminderd hoog. De benodigde stappen ten aanzien van behandeling en verlof nemen zeker nog een periode van twee jaren in beslag. Gelet hierop adviseert de kliniek de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
De toelichting van de getuige-deskundige ter zitting
Ter terechtzitting heeft de getuige-deskundige M. Verkade - zakelijk weergegeven - verklaard dat het beginnende inzicht bij de terbeschikkinggestelde inmiddels is voortgeschreden. De terbeschikkinggestelde kijkt kritisch naar zichzelf, laat de feedback binnenkomen, is hard aan het werk, maar heeft de behandeldruk van de huidige behandelsetting nog wel nodig. De delictanalyse en het delictcenario zijn inmiddels bijna afgerond maar een aantal andere therapieën loopt nog. De verloven zijn tot nu toe goed verlopen en binnenkort kan de terbeschikkinggestelde waarschijnlijk op stadsverlof met een begeleider. Er zal binnenkort ook overleg plaatsvinden over onbegeleid verlof, zodat de terbeschikkinggestelde in een groenvoorzieningstraject of een fietsenwinkel kan gaan werken. In het werk moet de terbeschikkinggestelde nog een aantal stappen zetten. Het gaat daarbij niet alleen om het vinden van werk maar ook om op een pro sociale manier in het arbeidsproces te staan. In 2018 kan de terbeschikkinggestelde hopelijk worden overgeplaatst naar een minder beveiligde afdeling, te weten een FPA binnen de FPK Assen. De in het afgelopen jaar geboekte progressie is echter ook het resultaat van een optimum aan behandeldruk. Dat optimum kan de kliniek niet handhaven bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met (slechts) een jaar. Als het te snel gaat, wordt de druk verhoogd en kan dit leiden tot een vlucht naar voren waarvoor de terbeschikkinggestelde later de prijs zal moeten betalen.
De verklaring van de terbeschikkinggestelde ter zitting
Ter zitting heeft de terbeschikkinggestelde - zakelijk weergegeven - verklaard dat het beter met hem gaat, dat hij meer inzicht in zijn problematiek heeft en verantwoordelijkheid voor zijn daden neemt. Hij heeft een omslag gemaakt, het verleden achter zich gelaten en wil zich graag richten op de toekomst. Het tempo van de behandeling mag wat hem betreft wel wat worden opgeschroefd. De terbeschikkinggestelde zou graag een opleiding willen volgen. Wellicht kan dit met de behandeling worden gecombineerd.
De overwegingen van de rechtbank
Gelet op de inhoud van de rapportages en het besprokene ter zitting is de rechtbank, gezien het hoge recidiverisico, van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling eist.
De vraag is met welke termijn de rechtbank de terbeschikkingstelling dient te verlengen. De terbeschikkinggestelde heeft weliswaar goede stappen voorwaarts gezet, met name vanaf april 2016, maar een belangrijk deel van de behandeling, onder andere gericht op bestendiging van het tot nu toe behaalde behandelresultaat, dient nog plaats te vinden. De terbeschikkinggestelde moet nog therapieën afronden en de verloven moeten verder worden opgebouwd. De kliniek schat in dat de terbeschikkinggestelde wellicht in 2018 kan worden overgeplaatst naar een minder beveiligde afdeling in de FPK Assen. Hoewel de terbeschikkinggestelde in korte tijd veel progressie heeft geboekt en de vooruitzichten positief lijken te zijn, moet naar het oordeel van de rechtbank in het oog worden gehouden dat de tot nog toe geboekte progressie het resultaat is van een optimum aan behandeldruk. Indien de terbeschikkingstelling met slechts een jaar zou worden verlengd kan de druk te hoog worden, hetgeen grote risico’s voor het verloop van de behandeling meebrengt. Anders dan de raadsman heeft bepleit, zal de rechtbank de terbeschikkingstelling dan ook met twee jaren verlengen.

5.De wettelijke voorschriften

De verlenging van de maatregel is gegrond op de artikelen 38d en 38e Sr en de artikelen 509o, 509s en 509t Sv.

6.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de terbeschikkingstelling van [verdachte] met twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door mr. A. Flos, voorzitter, mr. C. Verdoold en
mr. M.A.H. Heijink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Wilmink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 2 maart 2017.