Op 2 maart 2017 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een verdachte, geboren in 1964, die verblijft in de FPK in Assen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar toegewezen. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk opgelegd bij vonnis van 4 december 2007, na bewezenverklaring van ernstige misdrijven, waaronder moord en zware mishandeling. De maatregel was ingegaan op 19 december 2014 en eindigde op 19 december 2016. De rechtbank heeft kennisgenomen van een adviesrapport van de FPK Assen, waarin werd gesteld dat het recidiverisico hoog is en dat de verdachte nog niet voldoende inzicht heeft in zijn problematiek. Tijdens de zitting op 16 februari 2017 is de verdachte gehoord, evenals zijn raadsman en een getuige-deskundige. De raadsman pleitte voor een verlenging van slechts één jaar, maar de rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van twee jaar vereisen. De rechtbank benadrukte dat de verdachte nog belangrijke stappen in zijn behandeling moet zetten en dat de tot nu toe geboekte progressie het resultaat is van een optimale behandelingsdruk. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, gegrond op de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering.