ECLI:NL:RBOVE:2017:956
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.C.S. Koppes
- M.A.H. Heijink
- L.T. Vogel
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in brandstichtingszaak bij transportbedrijf te Almelo
Op 3 maart 2017 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 60-jarige man, die werd beschuldigd van brandstichting in een loods van een transportbedrijf en van vernielingen die daarbij zouden zijn gepleegd. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van beide tenlastegelegde feiten. De zaak kwam aan het licht na een reeks brandstichtingen en vernielingen op 15 mei 2016, waarbij getuigen de verdachte op camerabeelden herkenden. De officier van justitie had een gevangenisstraf van twee jaar geëist en een schadevergoeding van € 50.000,-- voor de benadeelde partij gevorderd.
Tijdens de zittingen op 26 augustus 2016, 11 oktober 2016 en 17 februari 2017 is het bewijs tegen de verdachte besproken. De rechtbank oordeelde dat de camerabeelden onvoldoende identificerend waren om de verdachte met zekerheid te kunnen aanwijzen als dader. De herkenning door getuigen was gebaseerd op postuur en haardracht, maar het gezicht was niet zichtbaar op de beelden. Bovendien waren de forensische bewijzen niet overtuigend genoeg om een direct verband tussen de verdachte en de brandstichting vast te stellen.
De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de feiten, en sprak hem vrij. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken. De rechtbank heeft ook het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.